Auteur: Karin Oosterlaken
Kwaliteitsrapport Statistiek Personen met een uitkering, juli 2021

7. Samenhang en consistentie

7.1. Samenhang van concepten

Verschil tussen aantal personen en aantal uitkeringen 

Er zijn belangrijke verschillen tussen de aantallen personen met een uitkering en het aantal uitkeringen, die ook op StatLine worden gepubliceerd. Hieronder worden de verschillen tussen het aantal personen en het aantal uitkeringen voor de bijstand, de WW, de AO en de AOW toegelicht.

Een bijstandsuitkering geldt voor zowel de aanvrager als zijn of haar partner. Zowel uitkeringsgerechtigde als partner worden, wanneer er recht is op bijstand, gezien als bijstandsontvanger, terwijl er slechts één uitkering wordt verstrekt. Er zit dus een groot verschil tussen het aantal personen met een bijstandsuitkering en het aantal bijstandsuitkeringen. Het aantal personen met bijstand is altijd hoger.

Een WW-uitkering is daarentegen slechts voor één persoon geldig. Het kan wel voorkomen dat een persoon meerdere WW-uitkeringen heeft. Dit is het geval wanneer iemand meerdere banen heeft en voor beide banen (gedeeltelijk) werkloos raakt. Anders dan bij de bijstand is het aantal personen met een WW-uitkering daarom lager dan het aantal verstrekte WW-uitkeringen.

Ook het aantal AO-uitkeringen valt hoger uit dan het aantal personen met AO. Het is namelijk mogelijk verschillende AO-uitkeringen te hebben. Een persoon kan twee WAO-uitkeringen hebben (als de persoon in twee verschillende banen op twee verschillende momenten door verschillende aandoeningen arbeidsongeschikt wordt) of twee verschillende soorten AO-uitkeringen hebben, bijvoorbeeld een WAZ en een WAO-uitkering. 

Het aantal AOW-uitkeringen is in principe gelijk aan het aantal personen. Door het corrigeren voor vertragingen in de administratie en het verwijderen van nul-uitkeringen ligt het aantal personen doorgaands lager dan het aantal uitkeringen. Een AOW-uitkering geldt voor personen die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Een persoon krijgt een AOW-uitkering als hij in Nederland heeft gewerkt en/of gewoond en dus verzekerd is geweest. Personen die een AOW-uitkering ontvangen, krijgen verder geen andere sociale zekerheidsuitkeringen, tenzij ze een aantal jaren niet verzekerd zijn geweest en als de AOW-uitkering daardoor lager is dan het geldende sociaal minimum en er onvoldoende ander inkomen is, dan kan een ‘Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen’ (AIO) worden verkregen. De AIO is een onderdeel van de bijstand, en wordt uitgevoerd door de SVB. 

7.2. Consistentie tussen voorlopige en definitieve cijfers

Er kunnen verschillen bestaan tussen voorlopige cijfers enerzijds en nader voorlopige en definitieve cijfers anderzijds omdat bij de voorlopige cijfers voor non-respons wordt gecorrigeerd door middel van imputatie (alleen bijstand). Bij een late herlevering kan deze non-respons door uitvoerder (gemeente of SVB) worden gecorrigeerd. Binnen een herlevering kunnen bovendien andere correcties zijn toegepast waardoor de cijfers afwijken. 

7.3. Consistentie met andere statistieken (plausibiliteit)

De categorie ‘Personen met een bijstandsuitkering- aan personen tot de AOW-leeftijd’ uit de StatLine-tabellen voor de PMU (zie 4.1) komt overeen met het aantal ‘Personen met een Bijstandsuitkering –tot de AOW leeftijd’ in de StatLinetabel ‘Personen met uitkering; uitkeringsontvangers per soort uitkering’. 

Het ‘Totaal aantal personen met bijstand en bijstandsgerelateerde uitkeringen’ in de PMU-StatLinetabellen is niet vergelijkbaar met het totaal aantal personen met een bijstandsuitkering-uitkering in de StatLinetabel ‘Personen met bijstand; persoonskenmerken’ omdat in de PMU ook IOAW- en IOAZ-uitkeringen in het totaal zijn opgenomen.

De categorie ‘’Personen met WW-uitkering; geslacht, leeftijd, migratieachtergrond’ uit de StatLine-tabellen voor de PMU komt overeen met het aantal ‘Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per uitkeringssoort- Werkloosheid’ in de StatLinetabel ‘’ Personen met een uitkering; uitkeringsontvangers per uitkeringssoort’.

7.4. Modelmatige consistentie

Modelmatige consistentie met andere cijfers is niet van toepassing.

7.5. Consistentie tussen aggregaten en microdata

Na het gaaf maken en eventuele imputatie zijn de microdata en de definitieve cijfers consistent.