2. Jeugdhulptrajecten
2.1 Aantal hulptrajecten in 2021 toegenomen
In het eerste halfjaar van 2021 waren ruim 476 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er bijna 20 duizend meer dan in het eerste halfjaar van 2020. Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam daalde met 10 procent, de overige jeugdhulp zonder verblijf nam met 7,6 procent toe en de jeugdhulp met verblijf steeg licht met 0,7 procent (figuur 2.1.1). In het vorige hoofdstuk bleek al dat de uitbreiding van de populatie tot een toename heeft geleid van ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieders en van gezinsgerichte jeugdhulp. Daarnaast zullen, zo leert de ervaring, de definitieve cijfers ongeveer 5 procent hoger liggen dan de voorlopige uitkomsten.
1e hj 2021* (x 1 000) | 1e hj 2020 (x 1 000) | 1e hj 2019 (x 1 000) | 1e hj 2018 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 476,405 | 456,625 | 476,7 | 446,695 |
Wijk- of buurtteam | 62,19 | 69,13 | 71,21 | 68,045 |
Overig zonder verblijf | 372,44 | 346,035 | 361,305 | 335,555 |
Met verblijf | 41,775 | 41,465 | 44,18 | 43,095 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Gedurende de eerste zes maanden van 2021 zijn meer jeugdhulptrajecten begonnen dan er zijn beëindigd. Bij aanvang van het jaar waren ruim 326 duizend jeugdhulptrajecten actief en op 30 juni waren dat er 362 duizend, een toename van 11 procent (tabel 2.1.2).
Beginstand (1 januari 2021) | Instroom | Uitstroom | Eindstand (30 juni 2021) | Actief in 20212) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal aantal jeugdhulptrajecten | 326 570 | 149 835 | 114 085 | 362 320 | 476 405 |
Totaal zonder verblijf | 293 490 | 141 140 | 106 780 | 327 845 | 434 630 |
waarvan | |||||
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam | 47 480 | 14 715 | 17 115 | 45 075 | 62 190 |
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder | 177 350 | 92 705 | 67 200 | 202 855 | 270 055 |
Daghulp op locatie van de aanbieder | 18 830 | 8 070 | 4 445 | 22 455 | 26 900 |
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige | 49 830 | 25 650 | 18 025 | 57 460 | 75 485 |
Totaal met verblijf | 33 080 | 8 695 | 7 300 | 34 470 | 41 775 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 17 990 | 2 090 | 1 820 | 18 260 | 20 075 |
Gezinsgericht | 3 970 | 1 175 | 820 | 4 325 | 5 145 |
Gesloten plaatsing | 775 | 700 | 675 | 800 | 1 475 |
Overig met verblijf3) | 10 345 | 4 730 | 3 985 | 11 090 | 15 075 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar. 2) Jeugdhulptrajecten die op enig moment tijdens het eerste halfjaar van 2021 liepen. 3) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
In totaal zijn ruim 476 duizend hulptrajecten actief geweest, deze trajecten liepen op enig moment tijdens het eerste halfjaar van 2021. Daarvan betrof het 435 duizend keer een hulptraject zonder verblijf en bijna 42 duizend keer een hulptraject met verblijf. De relatieve uitstroom, dat wil zeggen de uitstroom ten opzichte van het totale aantal actieve hulptrajecten, is het grootst bij gesloten plaatsing. Van alle trajecten die in de eerste zes maanden van 2021 actief waren, is 46 procent in deze periode afgesloten. Gesloten plaatsing vindt meestal plaats op basis van een beschikking van de kinderrechter voor de duur van 3 of 6 maanden.
1e hj 2018 | 1e hj 2019 | 1e hj 2020 | 1e hj 2021* | ||
---|---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulptrajecten | aantal | 211 510 | 165 645 | 141 100 | 149 835 |
Totaal zonder verblijf | % | 93,6 | 93,3 | 93,2 | 94,2 |
waarvan | % | ||||
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam | % | 10,3 | 13,5 | 13,3 | 9,8 |
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder | % | 64,0 | 59,2 | 56,8 | 61,9 |
Daghulp op locatie van de aanbieder | % | 5,1 | 5,3 | 5,4 | 5,4 |
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige | % | 14,2 | 15,3 | 17,8 | 17,1 |
Totaal met verblijf | % | 6,4 | 6,7 | 6,8 | 5,8 |
waarvan | % | ||||
Pleegzorg | % | 1,6 | 1,5 | 1,5 | 1,4 |
Gezinsgericht | % | 0,9 | 0,9 | 0,8 | 0,8 |
Gesloten plaatsing | % | 0,6 | 0,7 | 0,5 | 0,5 |
Overig met verblijf2) | % | 3,2 | 3,6 | 4,0 | 3,2 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
In het eerste halfjaar van 2021 zijn bijna 150 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een toename van ruim 6 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2020. Na de sterke daling van het aantal nieuw gestarte trajecten in de eerste helft van 2020, mede vanwege corona, nam de instroom aan het begin van 2021 weer iets toe. Deze instroom is echter nog steeds een stuk lager dan die in de eerste helft van 2019.
Ruim 27 procent van de nieuwe jeugdhulptrajecten in de eerste helft van 2021 was herhaald beroep (figuur 2.1.4). Dat wil zeggen dat 27 procent van de jongeren die in de eerste zes maanden van 2021 een jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder jeugdhulp hadden. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar het soort jeugdhulp dat eerder is ontvangen.
Het aandeel herhaald beroep van de nieuwe jeugdhulptrajecten zonder verblijf nam in de eerste helft van 2021 toe ten opzichte van het eerste halfjaar van 2020. Het aandeel herhaald beroep van trajecten jeugdhulp met verblijf nam in dezelfde periode af.
1e hj 2021* (%) | 1e hj 2020 (%) | 1e hj 2019 (%) | 1e hj 2018 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 27,4 | 25,9 | 29,9 | 31,4 |
Wijk- of buurtteam | 27,3 | 27,2 | 21,7 | 26,2 |
Overig zonder verblijf | 28 | 26,2 | 31,6 | 32,5 |
Met verblijf | 19,2 | 20,1 | 26,3 | 24,7 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
Bij 4 procent van de 150 duizend trajecten die vanaf 1 januari 2021 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daar is 18 procent van de trajecten gestart met crisis.
De Beleidsinformatie Jeugd is sinds 2018 uitgebreid met de vraag of er sprake was van crisis bij aanvang van het traject. Niet alle jeugdhulpverleners hebben dit gegeven meteen in hun administratie opgenomen. Hierdoor moet de vergelijking met eerdere jaren met voorzichtigheid worden behandeld.
1e hj 2021* (%) | 1e hj 2020 (%) | 1e hj 2019 (%) | 1e hj 2018 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 4 | 3,6 | 4,1 | 3,3 |
Wijk- of buurtteam | 0,9 | 0,5 | 1,2 | 2,7 |
Overig zonder verblijf | 3,4 | 2,9 | 3,2 | 2,3 |
Met verblijf | 18 | 17,2 | 20,6 | 17,1 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.2 Meeste jeugdhulp doorverwezen door de huisarts
In het eerste halfjaar van 2021 werd 40 procent van de jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts en bijna 34 procent via een gemeentelijke toegang (figuur 2.2.1). In de eerste helft van 2020 waren evenveel nieuwe trajecten verwezen door de huisarts als door de gemeente.
Er waren bijna 13 duizend jeugdhulptrajecten (8,4 procent) zonder verwijzer. Dit betreft jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. In het eerste halfjaar van 2020 was 10,6 procent van de nieuwe trajecten vrij toegankelijke hulp. De gemeente bepaalt zelf welke jeugdhulp vrij toegankelijk is. Dat kan dus per gemeente anders zijn.
1e hj 2021* (%) | 1e hj 2020 (%) | 1e hj 2019 (%) | 1e hj 2018 (%) | |
---|---|---|---|---|
Huisarts | 40,16 | 35,59 | 38,63 | 38,97 |
Gemeentelijke toegang | 33,67 | 35,61 | 32,35 | 28,93 |
Gecertificeerde instelling | 8,85 | 9,49 | 8,49 | 8,26 |
Geen verwijzer | 8,4 | 10,57 | 11,1 | 7,82 |
Medisch specialist | 4,93 | 4,9 | 4,85 | 5,98 |
Jeugdarts | 3,22 | 2,94 | 2,75 | 2,27 |
Justitie | 0,46 | 0,39 | 0,44 | 0,25 |
Onbekend | 0,32 | 0,51 | 1,38 | 7,52 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp. |
Verbeteringen in de registratie hebben ertoe geleid dat het aantal trajecten met onbekende verwijzer sterk is gedaald. Deze categorie is bedoeld voor trajecten die voor 1 januari 2015 zijn begonnen en waarvan de verwijzer niet meer te achterhalen was, maar werd door sommige jeugdhulpaanbieders ook gebruikt voor trajecten met een latere aanvangsdatum.
2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar
Van alle 114 duizend jeugdhulptrajecten die in het eerste halfjaar van 2021 zijn beëindigd (de uitstroom, zie tabel 2.1.2), hebben er ruim 34 duizend tussen 1 en 3 jaar geduurd (30,2 procent). Bijna twee op de drie afgesloten jeugdhulptrajecten duurde korter dan een jaar.
Duur van het jeugdhulptraject | |||||
---|---|---|---|---|---|
0 tot | 3 tot | 6 tot | 12 tot | langer dan | |
Totaal aantal jeugdhulptrajecten | 21 515 | 21 215 | 30 360 | 34 440 | 6 555 |
Zonder verblijf | 19 165 | 20 100 | 28 985 | 32 835 | 5 695 |
waarvan: | |||||
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam | 3 260 | 2 915 | 3 525 | 5 545 | 1 865 |
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder | 11 685 | 13 070 | 18 605 | 20 895 | 2 940 |
Daghulp op locatie van de aanbieder | 675 | 945 | 1 400 | 1 155 | 265 |
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige | 3 545 | 3 165 | 5 450 | 5 240 | 625 |
Totaal met verblijf | 2 350 | 1 115 | 1 375 | 1 605 | 860 |
waarvan: | |||||
Pleegzorg | 350 | 235 | 250 | 440 | 540 |
Gezinsgericht | 185 | 120 | 210 | 215 | 90 |
Gesloten plaatsing | 235 | 170 | 175 | 95 | 5 |
Overig met verblijf2) | 1 580 | 590 | 740 | 850 | 220 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in het eerste halfjaar van 2021. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
Een in de eerste zes maanden van 2021 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 393 dagen (tabel 2.3.2). Dat is 29 dagen langer dan de afgesloten trajecten in de eerste helft van 2020. Trajecten met gesloten plaatsing duren met gemiddeld 203 dagen in het eerste halfjaar van 2021 het kortst. Afgesloten pleegzorgtrajecten duurden het langst, gemiddeld 1 038 dagen. In het eerste halfjaar van 2020 duurde een gemiddeld pleegzorgtraject nog ruim 200 dagen korter. Dit is het gevolg van de eerdergenoemde verlenging van de leeftijdgrens bij pleegzorg van maximaal 18 naar 21 jaar. De gemiddelde duur van een afgesloten pleegzorgtraject van een jongere tot 18 jaar steeg van 720 dagen in de eerste helft van 2020 naar 737 in de eerste zes maanden van 2021. Voor jongeren van 18 jaar en ouder nam de gemiddelde duur in deze periode toe van 1 909 dagen naar 2 383 dagen.
De gemiddelde duur van jeugdhulptrajecten zonder verblijf steeg in de eerste helft van 2021 ten opzichte van de eerste helft van 2020 met 24 dagen. Vooral de gemiddelde duur van wijkhulp nam sterk toe. Nadere analyse leert dat er grote verschillen bestaan tussen jeugdhulpverleners die deze vorm van jeugdhulp leveren.
1e hj 2018 | 1e hj 2019 | 1e hj 2020 | 1e hj 2021* | ||
---|---|---|---|---|---|
Afgesloten jeugdhulptrajecten | aantal | 90 000 | 110 695 | 114 835 | 114 085 |
Totaal jeugdhulp | dagen | 320 | 344 | 364 | 393 |
Totaal zonder verblijf | dagen | 313 | 340 | 361 | 385 |
waarvan: | |||||
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam | dagen | 346 | 352 | 389 | 466 |
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder | dagen | 319 | 350 | 362 | 373 |
Daghulp op locatie van de aanbieder | dagen | 277 | 319 | 371 | 384 |
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige | dagen | 262 | 294 | 325 | 350 |
Totaal met verblijf | dagen | 383 | 386 | 411 | 513 |
waarvan: | |||||
Pleegzorg | dagen | 833 | 812 | 878 | 1.083 |
Gezinsgericht | dagen | 315 | 384 | 407 | 470 |
Gesloten plaatsing | dagen | 149 | 163 | 200 | 203 |
Overig met verblijf2) | dagen | 254 | 230 | 258 | 315 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in de verslagperiode. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
2.4 Jeugdhulptraject vaak volgens plan beëindigd
Van alle jeugdhulptrajecten die in de eerste zes maanden van 2021 werden afgesloten, werden bijna 93 duizend beëindigd volgens plan. Dit komt overeen met 81,9 procent van de afgesloten trajecten (figuur 2.4.1). Naast het beëindigen volgens plan werd 11,2 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. Eenzijdige beëindiging door de jeugdige of door de aanbieder kwam veel minder vaak voor: respectievelijk in 3,1 en 1,4 procent van de gevallen. Het aandeel wegens externe omstandigheden afgesloten trajecten daalde licht van 2,7 procent in de eerste helft van 2020 naar 2,4 procent in de eerste helft van 2021.
1e hj 2021* (%) | 1e hj 2020 (%) | 1e hj 2019 (%) | 1e hj 2018 (%) | |
---|---|---|---|---|
Beëindigd volgens plan | 81,9 | 81,7 | 80,2 | 78,5 |
Voortijdig in over- eenstemming | 11,2 | 10,6 | 11,7 | 12 |
Voortijdig door cliënt | 3,1 | 3,5 | 3,7 | 4,3 |
Voortijdig wegens externe omstandigheden | 2,4 | 2,7 | 2,8 | 3,2 |
Voortijdig door aanbieder | 1,4 | 1,6 | 1,6 | 2 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode. |