Jeugdhulp 1e halfjaar 2021
Over deze publicatie
In deze rapportage presenteert het CBS de voorlopige cijfers over jeugdhulp in de eerste zes maanden van 2021.
Inleiding
De gemeenten zijn verantwoordelijk voor hulp aan jongeren, dat is vastgelegd in de Jeugdwet (2014). Om de gemeenten bij de uitvoering ervan te ondersteunen is in de Jeugdwet een regeling opgenomen voor het ontsluiten van beleidsinformatie. De beleidsinformatie betreft informatie over jeugdhulpgebruik en de inzet van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen dienen hierover gegevens aan het CBS te verstrekken.
In deze rapportage staan de voorlopige resultaten over jeugdhulp in de eerste zes maanden van 2021. De resultaten over jeugdbescherming en jeugdreclassering worden in een aparte rapportage beschreven.
Jeugdhulp is gedefinieerd als de hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en/of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. Het CBS verzamelt alleen gegevens over jeugdhulp die direct aan de jeugdhulpverlener wordt vergoed door de gemeente, de zogenaamde zorg in natura. Gegevens over jeugdhulp die door de cliënt zelf wordt vergoed met een persoonsgebonden budget (PGB), worden verstrekt door de Sociale verzekeringsbank (SVB). Particuliere jeugdhulp, waarbij de hulp door de ouders zelf wordt betaald, valt buiten dit onderzoek.
2017HJ1 | 2018HJ1 | 2019HJ1 | 2020HJ1 | 2021HJ1* | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | aantal | 343 370 | 348 715 | 366 560 | 353 845 | 367 790 |
Alleen zorg in natura | % | 94,1 | 94,5 | 95,2 | 95,1 | 95,3 |
Alleen persoonsgebonden budget | % | 2,1 | 2,0 | 1,7 | 1,9 | 1,6 |
Zowel zorg in natura als persoonsgebonden budget | % | 3,7 | 3,5 | 3,2 | 3,0 | 3,1 |
Bron: CBS. 1) Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Uit tabel 0.0.1 blijkt dat in de eerste helft van 2021 bijna 368 duizend jongeren jeugdhulp hebben ontvangen. In 95,3 procent van de gevallen wordt de zorg direct door de gemeente aan de jeugdhulpverlener vergoed. Een klein deel van de jongeren met jeugdhulp, ruim anderhalf procent, maakte alleen gebruik van een PGB. Het aantal jongeren dat gebruik maakt van een PGB neemt de laatste jaren af.
0.1 Methodewijzigingen
Voor het vaststellen van het jeugdhulpgebruik heeft het CBS verschillende verbeteringen doorgevoerd bij de verwerking van de gegevens over 2020 en het eerste halfjaar van 2021. Dit betreft een verbeterde methode voor het berekenen van de definitieve cijfers over een verslagjaar en een uitbreiding van de populatie1). In figuur 0.1.2 is dit schematisch weergegeven.
Oude methode (x 1 000) | Nieuwe methode (x 1 000) | Verschil voorlopig definitief (x 1 000) | Nieuwe populatie (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
1e hj '21* | 0 | 345,565 | 10,665 | 22,225 |
2020 | 0 | 423,4 | 0 | 0 |
1e hj '20 | 0 | 343,51 | 10,335 | 0 |
2019 | 430,99 | 7,02 | 0 | 0 |
2018 | 417,765 | 0 | 0 | 0 |
2017 | 407,245 | 0 | 0 | 0 |
2016 | 389,925 | 0 | 0 | 0 |
2015 | 363,31 | 0 | 0 | 0 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
Vanaf verslagjaar 2020 wordt bij het berekenen van de definitieve cijfers niet meer alleen gebruik gemaakt van de aangeleverde data over het eerste en tweede halfjaar van 2020, maar ook van de data over het eerste halfjaar van 2021. Het is namelijk gebleken dat de bestanden over het eerste halfjaar soms informatie over het voorafgaande jaar bevat die niet eerder was aangeleverd. Het gevolg van deze veranderde werkwijze is dat de jaarcijfers beter op elkaar aansluiten en dat het aantal waargenomen jongeren met jeugdhulp toeneemt. Uit een herberekening van de cijfers over 2019 inclusief de bestanden over het eerste halfjaar van 2020, blijkt dat het totaal aantal jongeren met jeugdhulp in 2019 7 020 (1,6%) hoger uitkomt.
Er bestaat geen centraal register van jeugdhulpaanbieders. Bij de aanvang van het onderzoek in 2015 heeft het CBS een lijst van jeugdhulpaanbieders gemaakt op basis van een uitvraag onder alle gemeenten van alle jeugdhulpaanbieders waarmee ze een contract hadden afgesloten voor het leveren van jeugdhulp. In de loop der jaren zijn jeugdhulpaanbieders afgevallen en hebben nieuwe aanbieders zich bij het CBS aangemeld. Er kwamen signalen dat deze lijst niet volledig was. Het CBS heeft daarom in het voorjaar van 2021 de lijst zo volledig mogelijk gemaakt door gebruik te maken van informatie van alle gemeenten over de aanbieders die iJW berichten hebben verstuurd in 2019 of 2020. Deze nieuwe jeugdhulpaanbieders leverden in het eerste halfjaar van 2021 jeugdhulp aan ruim 22 duizend jongeren die niet al bij de reeds bekende jeugdhulpaanbieders jeugdhulp ontvingen. Dat is een toename van 6,6 procent. Van de totale, nu uitgebreide, populatie jeugdhulpaanbieders heeft ongeveer 85 procent een bestand aangeleverd over het eerste halfjaar van 20212).
Tenslotte is in figuur 0.1.2. voor het eerste halfjaar van 2021 een prognose opgenomen van de definitieve aantal jongeren met jeugdhulp in deze periode. Elk jaar blijkt dat de definitieve cijfers hoger uitvallen dan de voorlopige cijfers. Voor het eerste halfjaar van 2020 kwam het aantal jongeren met jeugdhulp in de definitieve versie 2,9 procent hoger uit dan in de voorlopige versie. Door het aantal jongeren uit de oude en de nieuwe populatie met dit percentage te verhogen, ontstaat een betere raming. Op basis van deze opgehoogde cijfers verwachten we dat ruim 378 duizend jongeren in de eerste zes maanden van 2021 jeugdhulp hebben gehad.
In het vervolg van deze rapportage zijn de aantallen over de jaren 2018 en 2019 volgens de oude methode weergegeven, 2020 volgens de nieuwe methode en 2021 volgens de nieuwe methode en de nieuwe populatie, maar zonder de ophoging. Dit zijn ook de aantallen zoals het CBS die op StatLine presenteert3).
De gegevens van de SVB over jeugdhulpontvangers met een PGB bevat geen zorginhoudelijke informatie. Overal waar in het vervolg jeugdhulp staat bedoelen we dan ook de jeugdhulp die is geleverd volgens het zorg in natura-principe.
1) Voor een uitgebreide beschrijving, zie methodewijzigingen en de gevolgen.
2) Voor ontbrekende grote jeugdhulpaanbieders, met meer dan 250 cliënten, zijn de gegevens uit het eerste halfjaar van 2020 gebruikt als schatting voor de geleverde jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2021. De kleinere jeugdhulpaanbieders zonder opgave ontbreken in de resultaten. Naar verwachting zal de aldus ontstane onderschatting hooguit enkele procenten bedragen.
3) Zie StatLine.
1. Jongeren met jeugdhulp
In de eerste zes maanden van 2021 kregen 362 duizend jongeren jeugdhulp in natura. In dezelfde periode van 2020 waren dit er 347 duizend, een stijging van 4,2 procent. Het aantal voor 2021 is gebaseerd op voorlopige cijfers en voor 2020 op definitieve cijfers. In eerdere jaren bleek dat de definitieve cijfers ongeveer 3 procent hoger uitvallen dan de voorlopige. De meeste jongeren, 94,6 procent, kregen jeugdhulp zonder verblijf. Dat wil zeggen dat zij niet op de locatie van de jeugdhulpaanbieder overnachtten. Van hen kregen bijna 18 duizend jongeren in de eerste helft van 2021 zowel jeugdhulp zonder als jeugdhulp met verblijf. Dit is mogelijk als de zorg gedurende het halfjaar wijzigt of als de jongere bij de ene jeugdhulpaanbieder verblijft en tegelijkertijd ook hulp krijgt van een andere jeugdhulpaanbieder.
Column1 | |
---|---|
Zonder verblijf | 324280 |
Zowel zonder als met verblijf | 17805 |
Met verblijf | 19710 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
In de eerste zes maanden van 2021 ontvingen de meeste jeugdhulpjongeren, 71 procent, ambulante jeugdhulp op de locatie van de jeugdhulpaanbieder en 18 procent kreeg jeugdhulp van het wijk- of buurtteam van de gemeente. De stijging van het aantal jongeren in het eerste halfjaar van 2021 ten opzichte van dezelfde periode in 2020 betreft vooral jongeren die ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder kregen (6,3 procent). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de eerdergenoemde uitbreiding van de populatie jeugdhulpaanbieders. Van de 22 duizend jongeren die zij hielpen kregen er 19 duizend ambulante jeugdhulp. Het aantal jongeren met jeugdhulp uitgevoerd door het wijk- of buurtteam daalde met 9,9 procent. Jongeren met daghulp op locatie van de aanbieder nam met 6,8 procent toe en jeugdhulp in het netwerk van de jongere steeg met 9 procent. Wanneer de nieuwe jeugdhulpaanbieders buiten beschouwing worden gelaten, dan steeg het totale aantal jongeren met jeugdhulp met 0,5 procent.
1e hj 2021* (x 1 000) | 1e hj 2020 (x 1 000) | 1e hj 2019 (x 1 000) | 1e hj 2018 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal zonder verblijf | 342,085 | 327,545 | 340,79 | 322,32 |
Ambulant | 242,215 | 227,89 | 241,09 | 227,11 |
Netwerk jongere | 71,045 | 65,195 | 63,87 | 57,175 |
Wijkteam | 61,45 | 68,19 | 70,215 | 66,705 |
Daghulp | 25,71 | 24,08 | 24,11 | 22,94 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Bijna 38 duizend jongeren kregen in het eerste halfjaar van 2021 jeugdhulp met verblijf. Dat is 11 procent van alle jongeren met jeugdhulp. Hiervan waren ruim 19 duizend jongeren in een pleeggezin opgenomen. Het aantal jongeren met gezinsgerichte opvang nam met ruim 14 procent toe tot 5 duizend. Ook deze groei is voor het grootste deel toe te wijzen aan de uitbreiding van de populatie jeugdhulpaanbieders. Zonder de nieuwe jeugdhulpaanbieders daalde het aantal jongeren met jeugdhulp met verblijf met 2,2 procent.
In de eerste helft van 2021 hadden 1 340 jongeren een gesloten plaatsing. Dat waren er ruim 10 procent minder dan in de eerste zes maanden van 2020. Bijna 14 duizend jongeren kregen een andere vorm van jeugdhulp met verblijf (figuur 1.0.3).
1e hj 2021* (x 1 000) | 1e hj 2020* (x 1 000) | 1e hj 2019 (x 1 000) | 1e hj 2018 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal met verblijf | 37,515 | 37,065 | 38,895 | 37,87 |
Pleegzorg | 19,58 | 19,44 | 20,19 | 19,14 |
Gezinsgericht | 5,045 | 4,41 | 4,575 | 5,19 |
Gesloten plaatsing | 1,34 | 1,495 | 1,925 | 1,925 |
Overig | 13,995 | 14,31 | 15,055 | 14,535 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere hulpvormen komen meerdere malen in de figuur voor. |
1.1 7,9 procent van de Nederlandse jongeren ontvangt jeugdhulp
Jeugdhulp is in principe bedoeld voor personen tot 18 jaar, waarbij sinds 1 juli 2018 sommige vormen van jeugdhulp zoals pleegzorg standaard doorlopen tot 21 jaar. In uitzonderlijke gevallen kan de jeugdhulp worden voortgezet tot de leeftijd van 23 jaar. Van alle ruim 4,4 miljoen jongeren in de leeftijd tot en met 22 jaar kreeg 7,9 procent jeugdhulp in het eerste halfjaar van 2021. Als de groep van 18 tot en met 22 jaar buiten beschouwing gelaten wordt, ontving 10,1 procent van alle jongeren jeugdhulp in deze periode.
Totaal jongeren in Nederland (op | Jongeren met jeugdhulp totaal | Jongeren met jeugdhulp zonder verblijf | Jongeren met jeugdhulp met verblijf | |
---|---|---|---|---|
Totaal | 4 416 005 | 361 790 | 342 085 | 37 515 |
Geslacht | ||||
Jongens | 2 259 440 | 200 325 | 190 145 | 19 905 |
Meisjes | 2 156 565 | 161 470 | 151 940 | 17 610 |
Leeftijd in klassen | ||||
0 tot en met 3 jaar | 681 660 | 20 090 | 18 495 | 2 445 |
4 tot en met 11 jaar | 1 457 910 | 176 785 | 171 040 | 12 620 |
12 tot en met 17 jaar | 1 171 650 | 150 880 | 142 020 | 18 405 |
18 tot en met 22 jaar | 1 104 785 | 14 035 | 10 535 | 4 040 |
(Migratie)achtergrond | ||||
Nederlands | 3 192 130 | 271 265 | 258 145 | 26 245 |
Overig westers | 404 380 | 28 695 | 26 845 | 3 330 |
Niet-westers | 819 495 | 61 830 | 57 090 | 7 940 |
Bron: CBS. 1) Personen van 0 tot en met 22 jaar. Jongeren met meerdere vormen van jeugdhulp komen meerdere malen in de tabel voor. |
1.2 Jongens ontvangen vaker jeugdhulp dan meisjes
Jongens ontvangen vaker jeugdhulp dan meisjes. Dit geldt zowel voor jeugdhulp met verblijf als voor jeugdhulp zonder verblijf. In het eerste halfjaar van 2021 kregen bijna 161 duizend meisjes en 200 duizend jongens jeugdhulp. Het aandeel meisjes met jeugdhulp neemt de laatste jaren heel licht toe (figuur 1.2.1).
Jongens (%) | Meisjes (%) | |
---|---|---|
Nederland | ||
1e hj 2021* | 51 | 49 |
1e hj 2020 | 51 | 49 |
1e hj 2019 | 51 | 49 |
1e hj 2018 | 51 | 49 |
Totaal jeugdhulp | ||
1e hj 2021* | 55 | 45 |
1e hj 2020 | 56 | 44 |
1e hj 2019 | 57 | 43 |
1e hj 2018 | 57 | 43 |
Zonder verblijf | ||
1e hj 2021* | 56 | 44 |
1e hj 2020 | 57 | 43 |
1e hj 2019 | 57 | 43 |
1e hj 2018 | 58 | 42 |
Met verblijf | ||
1e hj 2021* | 53 | 47 |
1e hj 2020 | 53 | 47 |
1e hj 2019 | 54 | 46 |
1e hj 2018 | 54 | 46 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.3 Jeugdhulpjongeren met verblijf ouder dan jongeren zonder verblijf
Bijna de helft van alle jongeren met jeugdhulp was tussen 4 en 11 jaar oud, 177 duizend in de eerste zes maanden van 2021. Dat komt overeen met 12,1 procent van alle kinderen in Nederland in deze leeftijdsklasse. Bijna 151 duizend jongeren van 12 tot en met 17 jaar ontvingen jeugdhulp, dit is 12,9 procent van alle Nederlandse jongeren in deze leeftijdscategorie. Er is een groot verschil in leeftijd per hulpvorm. Van de jongeren met jeugdhulp zonder verblijf was 55,4 procent jonger dan 12 jaar, bij jeugdhulp met verblijf was 40,1 procent jonger dan 12 jaar. Het aandeel jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp met verblijf is toegenomen van 5,6 procent in het eerste halfjaar van 2018 naar 10,8 procent in het eerste halfjaar van 2021. Vooral het aantal jongeren met pleegzorg nam in deze leeftijdscategorie sterk toe, van 531 in de eerste helft van 2018, naar 1 175 in de eerste helft van 2019, 1 780 in de eerste helft van 2020 en 2 260 in de eerste helft van 2021.
0-3 jaar (%) | 4-11 jaar (%) | 12-17 jaar (%) | 18 jaar en ouder (%) | |
---|---|---|---|---|
Nederland | ||||
1e hj 2021* | 21 | 44 | 35 | 0 |
1e hj 2020 | 21 | 44 | 35 | 0 |
1e hj 2019 | 21 | 44 | 35 | 0 |
1e hj 2018 | 20 | 44 | 36 | 0 |
Totaal jeugdhulp | ||||
1e hj 2021* | 6 | 49 | 42 | 4 |
1e hj 2020 | 6 | 50 | 41 | 4 |
1e hj 2019 | 6 | 50 | 41 | 3 |
1e hj 2018 | 6 | 50 | 41 | 3 |
Zonder verblijf | ||||
1e hj 2021* | 5 | 50 | 42 | 3 |
1e hj 2020 | 6 | 51 | 40 | 3 |
1e hj 2019 | 6 | 51 | 40 | 3 |
1e hj 2018 | 6 | 51 | 40 | 3 |
Met verblijf | ||||
1e hj 2021* | 7 | 34 | 49 | 11 |
1e hj 2020 | 7 | 34 | 50 | 10 |
1e hj 2019 | 7 | 34 | 51 | 7 |
1e hj 2018 | 8 | 35 | 52 | 6 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. Bij Nederland is de leeftijdscategorie 18 jaar en ouder weggelaten omdat slechts een klein deel van deze jongeren jeugdhulp ontvangt. |
1.4 Jeugdhulpjongeren zonder verblijf hebben vaker een Nederlandse achtergrond dan jongeren met verblijf
Van alle jongeren in Nederland op 1 januari 2021 had 72,3 procent een Nederlandse achtergrond, 18,6 procent een niet-westerse en 9,2 procent een westerse migratieachtergrond.
De groep jongeren die jeugdhulp zonder verblijf kreeg in de eerste zes maanden van 2021 bestond voor 75,5 procent uit jongeren met een Nederlandse achtergrond en had 16,7 procent een niet-westerse migratieachtergrond. In de groep jongeren met jeugdhulp met verblijf had 70 procent een Nederlandse en 21,2 procent een niet-westers migratieachtergrond.
Nederlands (%) | Overig westers (%) | Niet-westers (%) | |
---|---|---|---|
Nederland | |||
1e hj 2021* | 72,3 | 9,2 | 18,6 |
1e hj 2020 | 72,6 | 9 | 18,4 |
1e hj 2019 | 72,6 | 9 | 18,4 |
1e hj 2018 | 74,3 | 8,2 | 17,5 |
Totaal jeugdhulp | |||
1e hj 2021* | 75 | 7,9 | 17,1 |
1e hj 2020 | 74,7 | 7,7 | 17,6 |
1e hj 2019 | 75 | 7,6 | 17,4 |
1e hj 2018 | 75,2 | 7,4 | 17,4 |
Zonder verblijf | |||
1e hj 2021* | 75,5 | 7,8 | 16,7 |
1e hj 2020 | 75,1 | 7,6 | 17,2 |
1e hj 2019 | 75,5 | 7,5 | 17 |
1e hj 2018 | 75,7 | 7,3 | 17 |
Met verblijf | |||
1e hj 2021* | 70 | 8,9 | 21,2 |
1e hj 2020 | 69,4 | 8,8 | 21,8 |
1e hj 2019 | 69,9 | 8,7 | 21,4 |
1e hj 2018 | 69,4 | 8,6 | 22 |
1)Personen van 0 tot en met 22 jaar. |
1.5 7,7 procent jeugdhulpontvangers ook in jeugdbescherming
Ruim 88 procent van de jongeren met jeugdhulp in de eerste helft van 2021 ontving daarnaast geen andere vorm van jeugdzorg. Ruim 7,7 procent van de jongeren kreeg naast jeugdhulp ook jeugdbescherming en 675 jongeren kregen naast jeugdhulp en jeugdbescherming ook jeugdreclassering (tabel 1.5.1). Bij 2,5 duizend jongeren was naast jeugdhulp ook een jeugdreclasseringsmaatregel van kracht (0,7 procent).
Jongeren kunnen pas vanaf 12 jaar een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd krijgen en jeugdbescherming houdt op zodra de jongere de leeftijd van achttien jaar bereikt.
Totaal aantal jongeren | 0 tot en met | 4 tot en met | 12 tot en met | 18 tot en met | |
---|---|---|---|---|---|
Alleen jeugdhulp | 330 390 | 17 255 | 163 740 | 136 325 | 13 075 |
Alleen jeugdbescherming | 8 345 | 1 380 | 3 940 | 3 015 | 10 |
Alleen jeugdreclassering | 3 435 | 1 360 | 2 075 | ||
Jeugdhulp en jeugdbescherming | 28 220 | 2 835 | 13 045 | 12 330 | |
Jeugdhulp en jeugdreclassering | 2 505 | 1 550 | 955 | ||
Jeugdbescherming en jeugdreclassering | 120 | 120 | |||
Jeugdhulp en jeugdbescherming en jeugdreclassering | 675 | 670 | |||
Bron: CBS. 1) Jongeren die in het eerste halfjaar van 2021 jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering hadden. |
Het aandeel jongeren met jeugdhulp in combinatie met jeugdbescherming en/of jeugdbescherming is in lijn met die in eerdere perioden.
1e hj 2018 | 1e hj 2019 | 1e hj 2020 | 1e hj 2021* | ||
---|---|---|---|---|---|
Totaal jongeren met jeugdzorg | aantal | 353 925 | 372 481 | 359 769 | 373 695 |
Alleen jeugdhulp | % | 88,0 | 88,5 | 88,0 | 88,4 |
Alleen jeugdbescherming | % | 2,2 | 2,1 | 2,4 | 2,2 |
Alleen jeugdreclassering | % | 1,2 | 1,1 | 1,0 | 0,9 |
Jeugdhulp en -bescherming | % | 7,6 | 7,4 | 7,6 | 7,6 |
Jeugdhulp en -reclassering | % | 0,8 | 0,7 | 0,7 | 0,7 |
Jeugdbescherming en -reclassering | % | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,0 |
Jeugdhulp en -bescherming en -reclassering | % | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,2 |
Bron: CBS. |
1.6 Grote regionale verschillen in aandeel jeugdzorg
Van de in totaal 362 duizend jongeren met jeugdhulp in de eerste helft van 2021 woonden er 75 duizend in Zuid-Holland4). Zeeland had het kleinste aantal, ruim 8 duizend Zeeuwse jongeren ontvingen jeugdhulp. De meeste jongeren in jeugdhulp kwamen uit Amsterdam (17 duizend), Den Haag (12 duizend), Rotterdam en Utrecht (beide 9 duizend). Echter, wanneer wordt gekeken naar het aandeel van de jongeren met jeugdhulp ten opzichte van alle jongeren in de gemeente, dan blijkt dat in de gemeenten Tiel, Veendam en Terneuzen meer dan 15,5 procent van de jongeren tot 18 jaar jeugdhulp kreeg (zie figuur 1.6.1). De gemeenten Weert, Zaanstad en Nissewaard hadden de hoogste percentages jongeren van 18 jaar en ouder met jeugdhulp, namelijk meer dan 4,5 procent.
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage (gemeente) | 10,63 |
's-Hertogenbosch | 9,63 |
Aa en Hunze | 11,35 |
Aalsmeer | 8,74 |
Aalten | 10,23 |
Achtkarspelen | 10,14 |
Alblasserdam | 11,93 |
Albrandswaard | 5,51 |
Alkmaar | 11,86 |
Almelo | 12,09 |
Almere | 9,96 |
Alphen aan den Rijn | 12,04 |
Alphen-Chaam | 8,54 |
Altena | 9,42 |
Ameland | 8,97 |
Amersfoort | 9,45 |
Amstelveen | 8,99 |
Amsterdam | 10,92 |
Apeldoorn | 10,95 |
Arnhem | 11,13 |
Assen | 14,7 |
Asten | 9,31 |
Baarle-Nassau | 7,87 |
Baarn | 9,12 |
Barendrecht | 7,3 |
Barneveld | 8,63 |
Beek (L.) | 13,52 |
Beekdaelen | 13,17 |
Beemster | 8,95 |
Beesel | 12,64 |
Berg en Dal | 10,38 |
Bergeijk | 10,49 |
Bergen (L.) | 10,57 |
Bergen (NH.) | 9,27 |
Bergen op Zoom | 13,83 |
Berkelland | 10,79 |
Bernheze | 10,33 |
Best | 10,47 |
Beuningen | 11,61 |
Beverwijk | 11,12 |
Bladel | 9,47 |
Blaricum | 8,01 |
Bloemendaal | 8,79 |
Bodegraven-Reeuwijk | 10,74 |
Boekel | 7,72 |
Borger-Odoorn | 12,04 |
Borne | 8,57 |
Borsele | 10,42 |
Boxmeer | 9,7 |
Boxtel | 9,13 |
Breda | 10,6 |
Brielle | 6,05 |
Bronckhorst | 10,29 |
Brummen | 11,05 |
Brunssum | 14,7 |
Bunnik | 7,36 |
Bunschoten | 9,63 |
Buren | 11,94 |
Capelle aan den IJssel | 11,33 |
Castricum | 8,61 |
Coevorden | 10,17 |
Cranendonck | 8,97 |
Cuijk | 10,45 |
Culemborg | 11,28 |
Dalfsen | 8,55 |
Dantumadiel | 9,26 |
De Bilt | 7,5 |
De Fryske Marren | 8,12 |
De Ronde Venen | 6,97 |
De Wolden | 10,02 |
Delft | 13,77 |
Den Helder | 14,44 |
Deurne | 9,18 |
Deventer | 9,28 |
Diemen | 7,92 |
Dinkelland | 6,94 |
Doesburg | 13,86 |
Doetinchem | 12,29 |
Dongen | 12,19 |
Dordrecht | 12,25 |
Drechterland | 6,83 |
Drimmelen | 12,4 |
Dronten | 8,86 |
Druten | 10,51 |
Duiven | 11,82 |
Echt-Susteren | 14,74 |
Edam-Volendam | 6,99 |
Ede | 8,58 |
Eemnes | 9,29 |
Eemsdelta | 11,47 |
Eersel | 10,48 |
Eijsden-Margraten | 10,45 |
Eindhoven | 9,59 |
Elburg | 9,28 |
Emmen | 12,28 |
Enkhuizen | 10,01 |
Enschede | 11,39 |
Epe | 9,91 |
Ermelo | 11,7 |
Etten-Leur | 10,66 |
Geertruidenberg | 15,11 |
Geldrop-Mierlo | 14,01 |
Gemert-Bakel | 7,24 |
Gennep | 12,23 |
Gilze en Rijen | 11,25 |
Goeree-Overflakkee | 7,37 |
Goes | 12,4 |
Goirle | 10,62 |
Gooise Meren | 9,35 |
Gorinchem | 10,74 |
Gouda | 12,67 |
Grave | 11,9 |
Groningen (gemeente) | 12,6 |
Gulpen-Wittem | 9,61 |
Haaksbergen | 8,74 |
Haarlem | 9,19 |
Haarlemmermeer | 10,3 |
Halderberge | 10,91 |
Hardenberg | 10,24 |
Harderwijk | 12,19 |
Hardinxveld-Giessendam | 8,63 |
Harlingen | 11,12 |
Hattem | 7,39 |
Heemskerk | 10,21 |
Heemstede | 8,57 |
Heerde | 15,4 |
Heerenveen | 10,47 |
Heerhugowaard | 11,74 |
Heerlen | 13,4 |
Heeze-Leende | 9,41 |
Heiloo | 9,42 |
Hellendoorn | 8,99 |
Hellevoetsluis | 7,72 |
Helmond | 9,45 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 10,52 |
Hengelo (O.) | 11,4 |
Het Hogeland | 12,36 |
Heumen | 9,85 |
Heusden | 11,8 |
Hillegom | 13,98 |
Hilvarenbeek | 8,5 |
Hilversum | 10,03 |
Hoeksche Waard | 10,29 |
Hof van Twente | 8,49 |
Hollands Kroon | 12,13 |
Hoogeveen | 12,02 |
Hoorn | 11,08 |
Horst aan de Maas | 11,15 |
Houten | 9,25 |
Huizen | 11,2 |
Hulst | 12,73 |
IJsselstein | 9,99 |
Kaag en Braassem | 11,02 |
Kampen | 10,02 |
Kapelle | 10,42 |
Katwijk | 10,16 |
Kerkrade | 15,09 |
Koggenland | 9,47 |
Krimpen aan den IJssel | 15,3 |
Krimpenerwaard | 9,61 |
Laarbeek | 8,11 |
Landerd | 8,93 |
Landgraaf | 11,95 |
Landsmeer | 8,34 |
Langedijk | 9,26 |
Lansingerland | 7,14 |
Laren (NH.) | 8,72 |
Leeuwarden | 12,68 |
Leiden | 14,11 |
Leiderdorp | 11,96 |
Leidschendam-Voorburg | 10,17 |
Lelystad | 9,32 |
Leudal | 13,4 |
Leusden | 7,91 |
Lingewaard | 11,11 |
Lisse | 12,25 |
Lochem | 9,7 |
Loon op Zand | 10,15 |
Lopik | 8,07 |
Losser | 9,53 |
Maasdriel | 10,79 |
Maasgouw | 12,44 |
Maassluis | 6,33 |
Maastricht | 14,94 |
Medemblik | 9,43 |
Meerssen | 12,45 |
Meierijstad | 9,6 |
Meppel | 12,04 |
Middelburg (Z.) | 10,61 |
Midden-Delfland | 6,73 |
Midden-Drenthe | 11,46 |
Midden-Groningen | 13,57 |
Mill en Sint Hubert | 9,11 |
Moerdijk | 12,39 |
Molenlanden | 10,49 |
Montferland | 11,81 |
Montfoort | 6,78 |
Mook en Middelaar | 8,64 |
Neder-Betuwe | 9,94 |
Nederweert | 11,82 |
Nieuwegein | 10,4 |
Nieuwkoop | 11,11 |
Nijkerk | 10,14 |
Nijmegen | 10,6 |
Nissewaard | 12,05 |
Noardeast-Fryslân | 9,09 |
Noord-Beveland | 8,53 |
Noordenveld | 10,49 |
Noordoostpolder | 8,3 |
Noordwijk | 12,55 |
Nuenen, Gerwen en Nederwet | 8,55 |
Nunspeet | 8,21 |
Oegstgeest | 10,16 |
Oirschot | 9,08 |
Oisterwijk | 9,6 |
Oldambt | 13,65 |
Oldebroek | 8,9 |
Oldenzaal | 9,12 |
Olst-Wijhe | 8,81 |
Ommen | 9,5 |
Oost Gelre | 12,66 |
Oosterhout | 11,48 |
Ooststellingwerf | 10,53 |
Oostzaan | 7,96 |
Opmeer | 7,72 |
Opsterland | 9,52 |
Oss | 13,31 |
Oude IJsselstreek | 12,82 |
Ouder-Amstel | 9,6 |
Oudewater | 7,67 |
Overbetuwe | 9,74 |
Papendrecht | 12,8 |
Peel en Maas | 9,33 |
Pekela | 13,64 |
Pijnacker-Nootdorp | 9,07 |
Purmerend | 10,15 |
Putten | 10,06 |
Raalte | 5,86 |
Reimerswaal | 9,22 |
Renkum | 12,11 |
Renswoude | 6,61 |
Reusel-De Mierden | 8,59 |
Rheden | 12,7 |
Rhenen | 7,52 |
Ridderkerk | 7,94 |
Rijssen-Holten | 10,78 |
Rijswijk (ZH.) | 9,77 |
Roerdalen | 13,13 |
Roermond | 13,05 |
Roosendaal | 11,79 |
Rotterdam | 7 |
Rozendaal | 8,23 |
Rucphen | 12,66 |
Schagen | 9,74 |
Scherpenzeel | 8,92 |
Schiedam | 5,41 |
Schiermonnikoog | 8,85 |
Schouwen-Duiveland | 10,14 |
Simpelveld | 10,48 |
Sint Anthonis | 8,65 |
Sint-Michielsgestel | 8,11 |
Sittard-Geleen | 15,26 |
Sliedrecht | 12,94 |
Sluis | 10,58 |
Smallingerland | 12,31 |
Soest | 9,37 |
Someren | 8,23 |
Son en Breugel | 9,85 |
Stadskanaal | 12,61 |
Staphorst | 4,96 |
Stede Broec | 11,35 |
Steenbergen | 11,42 |
Steenwijkerland | 10,33 |
Stein (L.) | 12,92 |
Stichtse Vecht | 8,66 |
Súdwest-Fryslân | 9,81 |
Terneuzen | 15,79 |
Terschelling | 11,46 |
Texel | 10,5 |
Teylingen | 12,33 |
Tholen | 10,25 |
Tiel | 20,51 |
Tilburg | 11,64 |
Tubbergen | 7,74 |
Twenterand | 10,86 |
Tynaarlo | 9,82 |
Tytsjerksteradiel | 9,3 |
Uden | 9,74 |
Uitgeest | 8,48 |
Uithoorn | 10,5 |
Urk | 5,73 |
Utrecht (gemeente) | 11,16 |
Utrechtse Heuvelrug | 9,82 |
Vaals | 10,43 |
Valkenburg aan de Geul | 14,22 |
Valkenswaard | 9,78 |
Veendam | 16,38 |
Veenendaal | 14,03 |
Veere | 7,92 |
Veldhoven | 10,88 |
Velsen | 11,95 |
Venlo | 10,58 |
Venray | 9,94 |
Vijfheerenlanden | 8,2 |
Vlaardingen | 6,42 |
Vlieland | 5,96 |
Vlissingen | 12,68 |
Voerendaal | 6,63 |
Voorschoten | 10,01 |
Voorst | 8,68 |
Vught | 8,68 |
Waadhoeke | 9,95 |
Waalre | 9,74 |
Waalwijk | 12,15 |
Waddinxveen | 8,95 |
Wageningen | 11,13 |
Wassenaar | 8,19 |
Waterland | 9,02 |
Weert | 12,41 |
Weesp | 6,56 |
West Betuwe | 10,88 |
West Maas en Waal | 10,56 |
Westerkwartier | 11,53 |
Westerveld | 11,48 |
Westervoort | 14,16 |
Westerwolde | 9,95 |
Westland | 9,58 |
Weststellingwerf | 9,54 |
Westvoorne | 5,45 |
Wierden | 7,69 |
Wijchen | 11,47 |
Wijdemeren | 9,11 |
Wijk bij Duurstede | 9,29 |
Winterswijk | 11,93 |
Woensdrecht | 11,7 |
Woerden | 8,25 |
Wormerland | 6,81 |
Woudenberg | 8,19 |
Zaanstad | 13,07 |
Zaltbommel | 12,56 |
Zandvoort | 8,99 |
Zeewolde | 12,48 |
Zeist | 11,17 |
Zevenaar | 12,56 |
Zoetermeer | 12,07 |
Zoeterwoude | 11,31 |
Zuidplas | 10 |
Zundert | 8,37 |
Zutphen | 13,63 |
Zwartewaterland | 8,16 |
Zwijndrecht | 13,82 |
Zwolle | 10,17 |
Gemeente_naam | aandeelJH (%) |
---|---|
's-Gravenhage (gemeente) | 0,99 |
's-Hertogenbosch | 0,65 |
Aa en Hunze | 2,72 |
Aalsmeer | 0,69 |
Aalten | 1,32 |
Achtkarspelen | 0,75 |
Alblasserdam | 1,13 |
Albrandswaard | 0 |
Alkmaar | 1,3 |
Almelo | 1,34 |
Almere | 1,21 |
Alphen aan den Rijn | 1,65 |
Alphen-Chaam | 0 |
Altena | 0,53 |
Ameland | 0 |
Amersfoort | 1,22 |
Amstelveen | 0,73 |
Amsterdam | 1,88 |
Apeldoorn | 1,08 |
Arnhem | 1,13 |
Assen | 3,23 |
Asten | 0 |
Baarle-Nassau | 0 |
Baarn | 1,36 |
Barendrecht | 0,52 |
Barneveld | 0,75 |
Beek (L.) | 0 |
Beekdaelen | 0,44 |
Beemster | 0 |
Beesel | 1,85 |
Berg en Dal | 0,89 |
Bergeijk | 3,94 |
Bergen (L.) | 0 |
Bergen (NH.) | 0,57 |
Bergen op Zoom | 1,28 |
Berkelland | 0,62 |
Bernheze | 0,44 |
Best | 3,59 |
Beuningen | 1,04 |
Beverwijk | 1,21 |
Bladel | 2,7 |
Blaricum | 0 |
Bloemendaal | 0 |
Bodegraven-Reeuwijk | 0,89 |
Boekel | 0 |
Borger-Odoorn | 2,83 |
Borne | 0,63 |
Borsele | 0 |
Boxmeer | 0 |
Boxtel | 0,72 |
Breda | 0,81 |
Brielle | 0 |
Bronckhorst | 1,05 |
Brummen | 1,04 |
Brunssum | 0,87 |
Bunnik | 1,52 |
Bunschoten | 0 |
Buren | 0,63 |
Capelle aan den IJssel | 1,87 |
Castricum | 0,47 |
Coevorden | 2,13 |
Cranendonck | 3,89 |
Cuijk | 0 |
Culemborg | 0,89 |
Dalfsen | 0,5 |
Dantumadiel | 0,68 |
De Bilt | 0,87 |
De Fryske Marren | 0,55 |
De Ronde Venen | 0,64 |
De Wolden | 2,28 |
Delft | 0,91 |
Den Helder | 2,23 |
Deurne | 0,73 |
Deventer | 0,61 |
Diemen | 0,81 |
Dinkelland | 0,5 |
Doesburg | 0 |
Doetinchem | 1,16 |
Dongen | 0 |
Dordrecht | 1,35 |
Drechterland | 0 |
Drimmelen | 0 |
Dronten | 0,8 |
Druten | 0 |
Duiven | 0,73 |
Echt-Susteren | 2,33 |
Edam-Volendam | 0,51 |
Ede | 0,7 |
Eemnes | 0 |
Eemsdelta | 1,35 |
Eersel | 2,37 |
Eijsden-Margraten | 0 |
Eindhoven | 2,71 |
Elburg | 0,97 |
Emmen | 2,61 |
Enkhuizen | 0,93 |
Enschede | 0,77 |
Epe | 1,26 |
Ermelo | 1,17 |
Etten-Leur | 1,25 |
Geertruidenberg | 1,1 |
Geldrop-Mierlo | 2,3 |
Gemert-Bakel | 0 |
Gennep | 0 |
Gilze en Rijen | 0 |
Goeree-Overflakkee | 0,72 |
Goes | 1,18 |
Goirle | 0,67 |
Gooise Meren | 1,17 |
Gorinchem | 1,23 |
Gouda | 0,92 |
Grave | 1,39 |
Groningen (gemeente) | 0,49 |
Gulpen-Wittem | 0 |
Haaksbergen | 0 |
Haarlem | 1,69 |
Haarlemmermeer | 0,96 |
Halderberge | 1,16 |
Hardenberg | 0,72 |
Harderwijk | 0,69 |
Hardinxveld-Giessendam | 1,76 |
Harlingen | 0 |
Hattem | 0 |
Heemskerk | 0,92 |
Heemstede | 1,75 |
Heerde | 2,22 |
Heerenveen | 0,88 |
Heerhugowaard | 1,07 |
Heerlen | 1,28 |
Heeze-Leende | 2,64 |
Heiloo | 0,97 |
Hellendoorn | 0,51 |
Hellevoetsluis | 1 |
Helmond | 0,72 |
Hendrik-Ido-Ambacht | 0 |
Hengelo (O.) | 1,08 |
Het Hogeland | 1,27 |
Heumen | 0 |
Heusden | 1,25 |
Hillegom | 0 |
Hilvarenbeek | 0 |
Hilversum | 0,98 |
Hoeksche Waard | 0,79 |
Hof van Twente | 0 |
Hollands Kroon | 1,28 |
Hoogeveen | 3,14 |
Hoorn | 1,09 |
Horst aan de Maas | 0,92 |
Houten | 0,93 |
Huizen | 1,71 |
Hulst | 0 |
IJsselstein | 1,1 |
Kaag en Braassem | 3,7 |
Kampen | 0,81 |
Kapelle | 0 |
Katwijk | 0,94 |
Kerkrade | 1,11 |
Koggenland | 0,91 |
Krimpen aan den IJssel | 1,83 |
Krimpenerwaard | 0,78 |
Laarbeek | 0 |
Landerd | 0 |
Landgraaf | 1,56 |
Landsmeer | 1,65 |
Langedijk | 0,52 |
Lansingerland | 0,62 |
Laren (NH.) | 0 |
Leeuwarden | 0,73 |
Leiden | 0,7 |
Leiderdorp | 1,21 |
Leidschendam-Voorburg | 1,03 |
Lelystad | 1,1 |
Leudal | 4,47 |
Leusden | 0,72 |
Lingewaard | 0,68 |
Lisse | 1,89 |
Lochem | 0,64 |
Loon op Zand | 0,8 |
Lopik | 1,49 |
Losser | 0 |
Maasdriel | 0 |
Maasgouw | 3,11 |
Maassluis | 0,78 |
Maastricht | 0,45 |
Medemblik | 0,77 |
Meerssen | 0 |
Meierijstad | 0,58 |
Meppel | 3,42 |
Middelburg (Z.) | 1,62 |
Midden-Delfland | 1,52 |
Midden-Drenthe | 2,83 |
Midden-Groningen | 1,21 |
Mill en Sint Hubert | 0 |
Moerdijk | 0,57 |
Molenlanden | 1,13 |
Montferland | 0,78 |
Montfoort | 0,97 |
Mook en Middelaar | 0 |
Neder-Betuwe | 1,22 |
Nederweert | 3,25 |
Nieuwegein | 1,58 |
Nieuwkoop | 0,46 |
Nijkerk | 0,74 |
Nijmegen | 0,78 |
Nissewaard | 4,69 |
Noardeast-Fryslân | 1,26 |
Noord-Beveland | 0 |
Noordenveld | 2,03 |
Noordoostpolder | 0,68 |
Noordwijk | 1,29 |
Nuenen, Gerwen en Nederwet | 3,71 |
Nunspeet | 0,85 |
Oegstgeest | 0,93 |
Oirschot | 1,86 |
Oisterwijk | 0,49 |
Oldambt | 1,39 |
Oldebroek | 0 |
Oldenzaal | 0,5 |
Olst-Wijhe | 0 |
Ommen | 0,76 |
Oost Gelre | 1,17 |
Oosterhout | 0,63 |
Ooststellingwerf | 1,02 |
Oostzaan | 0 |
Opmeer | 0 |
Opsterland | 1,52 |
Oss | 0,71 |
Oude IJsselstreek | 0,84 |
Ouder-Amstel | 1,08 |
Oudewater | 0 |
Overbetuwe | 0,95 |
Papendrecht | 0,88 |
Peel en Maas | 1,38 |
Pekela | 0 |
Pijnacker-Nootdorp | 0,91 |
Purmerend | 1,04 |
Putten | 0,87 |
Raalte | 0,62 |
Reimerswaal | 0,95 |
Renkum | 1,16 |
Renswoude | 0 |
Reusel-De Mierden | 2,53 |
Rheden | 0,94 |
Rhenen | 0 |
Ridderkerk | 1,16 |
Rijssen-Holten | 0,83 |
Rijswijk (ZH.) | 1,2 |
Roerdalen | 2,68 |
Roermond | 4,01 |
Roosendaal | 1,58 |
Rotterdam | 1,71 |
Rozendaal | 0 |
Rucphen | 2,2 |
Schagen | 1,14 |
Scherpenzeel | 0 |
Schiedam | 0,84 |
Schiermonnikoog | 0 |
Schouwen-Duiveland | 0,58 |
Simpelveld | 0 |
Sint Anthonis | 0 |
Sint-Michielsgestel | 0 |
Sittard-Geleen | 0,87 |
Sliedrecht | 0,93 |
Sluis | 0,97 |
Smallingerland | 1,78 |
Soest | 0,78 |
Someren | 0,69 |
Son en Breugel | 3,24 |
Stadskanaal | 0,94 |
Staphorst | 0 |
Stede Broec | 0,61 |
Steenbergen | 1,43 |
Steenwijkerland | 0,68 |
Stein (L.) | 0 |
Stichtse Vecht | 0,94 |
Súdwest-Fryslân | 1,19 |
Terneuzen | 2 |
Terschelling | 0 |
Texel | 2,48 |
Teylingen | 1,4 |
Tholen | 0,55 |
Tiel | 2,18 |
Tilburg | 0,62 |
Tubbergen | 0,56 |
Twenterand | 1,12 |
Tynaarlo | 1,26 |
Tytsjerksteradiel | 1,11 |
Uden | 0,45 |
Uitgeest | 0,92 |
Uithoorn | 1 |
Urk | 0,47 |
Utrecht (gemeente) | 3,53 |
Utrechtse Heuvelrug | 1,47 |
Vaals | 0 |
Valkenburg aan de Geul | 0 |
Valkenswaard | 3,13 |
Veendam | 1,34 |
Veenendaal | 1,47 |
Veere | 0,65 |
Veldhoven | 2,87 |
Velsen | 1,51 |
Venlo | 1,71 |
Venray | 0,6 |
Vijfheerenlanden | 0,75 |
Vlaardingen | 1,11 |
Vlieland | 0 |
Vlissingen | 1,18 |
Voerendaal | 0 |
Voorschoten | 0,59 |
Voorst | 1,45 |
Vught | 0 |
Waadhoeke | 1,02 |
Waalre | 1,99 |
Waalwijk | 0,71 |
Waddinxveen | 1,13 |
Wageningen | 0,16 |
Wassenaar | 0,72 |
Waterland | 0,97 |
Weert | 5,34 |
Weesp | 0 |
West Betuwe | 0,82 |
West Maas en Waal | 0 |
Westerkwartier | 0,84 |
Westerveld | 2,36 |
Westervoort | 0 |
Westerwolde | 1,18 |
Westland | 1,21 |
Weststellingwerf | 0 |
Westvoorne | 0 |
Wierden | 0,86 |
Wijchen | 1,01 |
Wijdemeren | 0 |
Wijk bij Duurstede | 2,14 |
Winterswijk | 1,47 |
Woensdrecht | 1,29 |
Woerden | 1,16 |
Wormerland | 0 |
Woudenberg | 1,37 |
Zaanstad | 4,85 |
Zaltbommel | 3,8 |
Zandvoort | 0 |
Zeewolde | 0,97 |
Zeist | 1,74 |
Zevenaar | 0,94 |
Zoetermeer | 0,83 |
Zoeterwoude | 0 |
Zuidplas | 0,82 |
Zundert | 1 |
Zutphen | 1,36 |
Zwartewaterland | 0,7 |
Zwijndrecht | 1,36 |
Zwolle | 0,73 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 11,66 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 10,64 |
Amsterdam-Amstelland | 10,52 |
CentraalGelderland | 11,47 |
Drenthe | 11,9 |
Eemland | 9,21 |
Flevoland | 9,39 |
FoodValley | 9,81 |
Friesland(Fryslân) | 10,42 |
GooienVechtstreek | 9,52 |
Groningen | 12,61 |
Haaglanden | 10,59 |
Haarlemmermeer | 10,3 |
HollandRijnland | 12,09 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 11,27 |
IJsselland | 9,27 |
KopvanNoord-Holland | 12,09 |
Lekstroom | 9,31 |
Midden-Brabant | 11,23 |
Midden-LimburgOost | 13,34 |
Midden-LimburgWest | 12,65 |
MiddenHolland | 10,66 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 11,05 |
Noord-Limburg | 10,57 |
Noord-Veluwe | 10,3 |
NoordoostBrabant | 10,06 |
RijkvanNijmegen | 10,69 |
Rijnmond | 7,63 |
Rivierenland | 12,62 |
Twente | 10,24 |
UtrechtStad | 11,16 |
UtrechtWest | 7,95 |
WestBrabantOost | 10,93 |
WestBrabantWest | 11,85 |
WestFriesland | 9,91 |
Zaanstreek-Waterland | 10,83 |
Zeeland | 11,43 |
Zuid-HollandZuid | 11,49 |
Zuid-Limburg | 13,52 |
ZuidKennemerland | 9,05 |
Zuidoost-Brabant | 9,69 |
ZuidoostUtrecht | 9,49 |
Jeugdzorgregios_naam | statcode |
---|---|
Achterhoek | 1,02 |
Alkmaar(Noord-Kennemerland) | 0,96 |
Amsterdam-Amstelland | 1,67 |
CentraalGelderland | 0,85 |
Drenthe | 2,69 |
Eemland | 1,04 |
Flevoland | 1,03 |
FoodValley | 0,84 |
Friesland(Fryslân) | 0,96 |
GooienVechtstreek | 1,03 |
Groningen | 0,75 |
Haaglanden | 0,98 |
Haarlemmermeer | 0,96 |
HollandRijnland | 1,17 |
IJmond(MiddenKennemerland) | 1,28 |
IJsselland | 0,68 |
KopvanNoord-Holland | 1,62 |
Lekstroom | 1,13 |
Midden-Brabant | 0,65 |
Midden-LimburgOost | 3,28 |
Midden-LimburgWest | 4,68 |
MiddenHolland | 0,89 |
MiddenIJssel/OostVeluwe | 1,15 |
Noord-Limburg | 1,24 |
Noord-Veluwe | 0,8 |
NoordoostBrabant | 0,56 |
RijkvanNijmegen | 0,79 |
Rijnmond | 1,58 |
Rivierenland | 1,41 |
Twente | 0,8 |
UtrechtStad | 3,53 |
UtrechtWest | 0,93 |
WestBrabantOost | 0,72 |
WestBrabantWest | 1,31 |
WestFriesland | 0,86 |
Zaanstreek-Waterland | 2,7 |
Zeeland | 1,09 |
Zuid-HollandZuid | 1,1 |
Zuid-Limburg | 0,73 |
ZuidKennemerland | 1,5 |
Zuidoost-Brabant | 2,25 |
ZuidoostUtrecht | 1,54 |
In relatie tot de bevolkingsomvang van de gemeente, werd de meeste jeugdhulp verleend in gemeenten met 100 tot 150 duizend inwoners (tabel 1.6.5). Van de jongeren tot en met 17 jaar uit die gemeenten ontving 11,5 procent jeugdhulp. Het percentage jongeren van 18 tot en met 22 jaar met jeugdhulp was het hoogst in de vier grote steden met meer dan 250 duizend inwoners.
% van het totale aantal personen van 0 tot en met | % van het totale aantal personen van 18 tot en met | |
---|---|---|
Totaal Nederland | 10,50 | 1,27 |
Gemeenten met minder dan 5 000 inwoners | 9,45 | 0,23 |
Gemeenten met 5 000 tot 10 000 inwoners | 8,70 | 0,75 |
Gemeenten met 10 000 tot 20 000 inwoners | 9,43 | 1,12 |
Gemeenten met 20 000 tot 50 000 inwoners | 10,47 | 1,10 |
Gemeenten met 50 000 tot 100 000 inwoners | 10,72 | 1,30 |
Gemeenten met 100 000 tot 150 000 inwoners | 11,55 | 1,00 |
Gemeenten met 150 000 tot 250 000 inwoners | 10,69 | 1,23 |
Gemeenten met 250 000 inwoners of meer | 9,82 | 1,91 |
Bron: CBS. |
2. Jeugdhulptrajecten
2.1 Aantal hulptrajecten in 2021 toegenomen
In het eerste halfjaar van 2021 waren ruim 476 duizend jeugdhulptrajecten actief. Dat waren er bijna 20 duizend meer dan in het eerste halfjaar van 2020. Het aantal trajecten jeugdhulp door het wijk- of buurtteam daalde met 10 procent, de overige jeugdhulp zonder verblijf nam met 7,6 procent toe en de jeugdhulp met verblijf steeg licht met 0,7 procent (figuur 2.1.1). In het vorige hoofdstuk bleek al dat de uitbreiding van de populatie tot een toename heeft geleid van ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieders en van gezinsgerichte jeugdhulp. Daarnaast zullen, zo leert de ervaring, de definitieve cijfers ongeveer 5 procent hoger liggen dan de voorlopige uitkomsten.
1e hj 2021* (x 1 000) | 1e hj 2020 (x 1 000) | 1e hj 2019 (x 1 000) | 1e hj 2018 (x 1 000) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 476,405 | 456,625 | 476,7 | 446,695 |
Wijk- of buurtteam | 62,19 | 69,13 | 71,21 | 68,045 |
Overig zonder verblijf | 372,44 | 346,035 | 361,305 | 335,555 |
Met verblijf | 41,775 | 41,465 | 44,18 | 43,095 |
1)Trajecten die over meerdere perioden liepen komen meerdere malen in de figuur voor. |
Gedurende de eerste zes maanden van 2021 zijn meer jeugdhulptrajecten begonnen dan er zijn beëindigd. Bij aanvang van het jaar waren ruim 326 duizend jeugdhulptrajecten actief en op 30 juni waren dat er 362 duizend, een toename van 11 procent (tabel 2.1.2).
Beginstand (1 januari 2021) | Instroom | Uitstroom | Eindstand (30 juni 2021) | Actief in 20212) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal aantal jeugdhulptrajecten | 326 570 | 149 835 | 114 085 | 362 320 | 476 405 |
Totaal zonder verblijf | 293 490 | 141 140 | 106 780 | 327 845 | 434 630 |
waarvan | |||||
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam | 47 480 | 14 715 | 17 115 | 45 075 | 62 190 |
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder | 177 350 | 92 705 | 67 200 | 202 855 | 270 055 |
Daghulp op locatie van de aanbieder | 18 830 | 8 070 | 4 445 | 22 455 | 26 900 |
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige | 49 830 | 25 650 | 18 025 | 57 460 | 75 485 |
Totaal met verblijf | 33 080 | 8 695 | 7 300 | 34 470 | 41 775 |
waarvan | |||||
Pleegzorg | 17 990 | 2 090 | 1 820 | 18 260 | 20 075 |
Gezinsgericht | 3 970 | 1 175 | 820 | 4 325 | 5 145 |
Gesloten plaatsing | 775 | 700 | 675 | 800 | 1 475 |
Overig met verblijf3) | 10 345 | 4 730 | 3 985 | 11 090 | 15 075 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar. 2) Jeugdhulptrajecten die op enig moment tijdens het eerste halfjaar van 2021 liepen. 3) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
In totaal zijn ruim 476 duizend hulptrajecten actief geweest, deze trajecten liepen op enig moment tijdens het eerste halfjaar van 2021. Daarvan betrof het 435 duizend keer een hulptraject zonder verblijf en bijna 42 duizend keer een hulptraject met verblijf. De relatieve uitstroom, dat wil zeggen de uitstroom ten opzichte van het totale aantal actieve hulptrajecten, is het grootst bij gesloten plaatsing. Van alle trajecten die in de eerste zes maanden van 2021 actief waren, is 46 procent in deze periode afgesloten. Gesloten plaatsing vindt meestal plaats op basis van een beschikking van de kinderrechter voor de duur van 3 of 6 maanden.
1e hj 2018 | 1e hj 2019 | 1e hj 2020 | 1e hj 2021* | ||
---|---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulptrajecten | aantal | 211 510 | 165 645 | 141 100 | 149 835 |
Totaal zonder verblijf | % | 93,6 | 93,3 | 93,2 | 94,2 |
waarvan | % | ||||
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam | % | 10,3 | 13,5 | 13,3 | 9,8 |
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder | % | 64,0 | 59,2 | 56,8 | 61,9 |
Daghulp op locatie van de aanbieder | % | 5,1 | 5,3 | 5,4 | 5,4 |
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige | % | 14,2 | 15,3 | 17,8 | 17,1 |
Totaal met verblijf | % | 6,4 | 6,7 | 6,8 | 5,8 |
waarvan | % | ||||
Pleegzorg | % | 1,6 | 1,5 | 1,5 | 1,4 |
Gezinsgericht | % | 0,9 | 0,9 | 0,8 | 0,8 |
Gesloten plaatsing | % | 0,6 | 0,7 | 0,5 | 0,5 |
Overig met verblijf2) | % | 3,2 | 3,6 | 4,0 | 3,2 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
In het eerste halfjaar van 2021 zijn bijna 150 duizend nieuwe jeugdhulptrajecten gestart. Dat is een toename van ruim 6 procent ten opzichte van het eerste halfjaar van 2020. Na de sterke daling van het aantal nieuw gestarte trajecten in de eerste helft van 2020, mede vanwege corona, nam de instroom aan het begin van 2021 weer iets toe. Deze instroom is echter nog steeds een stuk lager dan die in de eerste helft van 2019.
Ruim 27 procent van de nieuwe jeugdhulptrajecten in de eerste helft van 2021 was herhaald beroep (figuur 2.1.4). Dat wil zeggen dat 27 procent van de jongeren die in de eerste zes maanden van 2021 een jeugdhulptraject startten, in de vijf voorafgaande jaren al eerder jeugdhulp hadden. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt naar het soort jeugdhulp dat eerder is ontvangen.
Het aandeel herhaald beroep van de nieuwe jeugdhulptrajecten zonder verblijf nam in de eerste helft van 2021 toe ten opzichte van het eerste halfjaar van 2020. Het aandeel herhaald beroep van trajecten jeugdhulp met verblijf nam in dezelfde periode af.
1e hj 2021* (%) | 1e hj 2020 (%) | 1e hj 2019 (%) | 1e hj 2018 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 27,4 | 25,9 | 29,9 | 31,4 |
Wijk- of buurtteam | 27,3 | 27,2 | 21,7 | 26,2 |
Overig zonder verblijf | 28 | 26,2 | 31,6 | 32,5 |
Met verblijf | 19,2 | 20,1 | 26,3 | 24,7 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
Bij 4 procent van de 150 duizend trajecten die vanaf 1 januari 2021 zijn gestart, was sprake van crisis bij aanvang. Dat gold met name bij trajecten jeugdhulp met verblijf. Daar is 18 procent van de trajecten gestart met crisis.
De Beleidsinformatie Jeugd is sinds 2018 uitgebreid met de vraag of er sprake was van crisis bij aanvang van het traject. Niet alle jeugdhulpverleners hebben dit gegeven meteen in hun administratie opgenomen. Hierdoor moet de vergelijking met eerdere jaren met voorzichtigheid worden behandeld.
1e hj 2021* (%) | 1e hj 2020 (%) | 1e hj 2019 (%) | 1e hj 2018 (%) | |
---|---|---|---|---|
Totaal jeugdhulp | 4 | 3,6 | 4,1 | 3,3 |
Wijk- of buurtteam | 0,9 | 0,5 | 1,2 | 2,7 |
Overig zonder verblijf | 3,4 | 2,9 | 3,2 | 2,3 |
Met verblijf | 18 | 17,2 | 20,6 | 17,1 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. |
2.2 Meeste jeugdhulp doorverwezen door de huisarts
In het eerste halfjaar van 2021 werd 40 procent van de jeugdhulptrajecten gestart na verwijzing door een huisarts en bijna 34 procent via een gemeentelijke toegang (figuur 2.2.1). In de eerste helft van 2020 waren evenveel nieuwe trajecten verwezen door de huisarts als door de gemeente.
Er waren bijna 13 duizend jeugdhulptrajecten (8,4 procent) zonder verwijzer. Dit betreft jeugdhulptrajecten waarvoor geen verwijzing nodig is, de zogenaamde vrij toegankelijke jeugdhulp. In het eerste halfjaar van 2020 was 10,6 procent van de nieuwe trajecten vrij toegankelijke hulp. De gemeente bepaalt zelf welke jeugdhulp vrij toegankelijk is. Dat kan dus per gemeente anders zijn.
1e hj 2021* (%) | 1e hj 2020 (%) | 1e hj 2019 (%) | 1e hj 2018 (%) | |
---|---|---|---|---|
Huisarts | 40,16 | 35,59 | 38,63 | 38,97 |
Gemeentelijke toegang | 33,67 | 35,61 | 32,35 | 28,93 |
Gecertificeerde instelling | 8,85 | 9,49 | 8,49 | 8,26 |
Geen verwijzer | 8,4 | 10,57 | 11,1 | 7,82 |
Medisch specialist | 4,93 | 4,9 | 4,85 | 5,98 |
Jeugdarts | 3,22 | 2,94 | 2,75 | 2,27 |
Justitie | 0,46 | 0,39 | 0,44 | 0,25 |
Onbekend | 0,32 | 0,51 | 1,38 | 7,52 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn gestart in de verslagperiode. Trajecten onder Geen verwijzer betreft vrij toegankelijke jeugdhulp. |
Verbeteringen in de registratie hebben ertoe geleid dat het aantal trajecten met onbekende verwijzer sterk is gedaald. Deze categorie is bedoeld voor trajecten die voor 1 januari 2015 zijn begonnen en waarvan de verwijzer niet meer te achterhalen was, maar werd door sommige jeugdhulpaanbieders ook gebruikt voor trajecten met een latere aanvangsdatum.
2.3 Jeugdhulptrajecten duren meestal korter dan een jaar
Van alle 114 duizend jeugdhulptrajecten die in het eerste halfjaar van 2021 zijn beëindigd (de uitstroom, zie tabel 2.1.2), hebben er ruim 34 duizend tussen 1 en 3 jaar geduurd (30,2 procent). Bijna twee op de drie afgesloten jeugdhulptrajecten duurde korter dan een jaar.
Duur van het jeugdhulptraject | |||||
---|---|---|---|---|---|
0 tot | 3 tot | 6 tot | 12 tot | langer dan | |
Totaal aantal jeugdhulptrajecten | 21 515 | 21 215 | 30 360 | 34 440 | 6 555 |
Zonder verblijf | 19 165 | 20 100 | 28 985 | 32 835 | 5 695 |
waarvan: | |||||
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam | 3 260 | 2 915 | 3 525 | 5 545 | 1 865 |
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder | 11 685 | 13 070 | 18 605 | 20 895 | 2 940 |
Daghulp op locatie van de aanbieder | 675 | 945 | 1 400 | 1 155 | 265 |
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige | 3 545 | 3 165 | 5 450 | 5 240 | 625 |
Totaal met verblijf | 2 350 | 1 115 | 1 375 | 1 605 | 860 |
waarvan: | |||||
Pleegzorg | 350 | 235 | 250 | 440 | 540 |
Gezinsgericht | 185 | 120 | 210 | 215 | 90 |
Gesloten plaatsing | 235 | 170 | 175 | 95 | 5 |
Overig met verblijf2) | 1 580 | 590 | 740 | 850 | 220 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in het eerste halfjaar van 2021. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
Een in de eerste zes maanden van 2021 afgesloten jeugdhulptraject duurde gemiddeld 393 dagen (tabel 2.3.2). Dat is 29 dagen langer dan de afgesloten trajecten in de eerste helft van 2020. Trajecten met gesloten plaatsing duren met gemiddeld 203 dagen in het eerste halfjaar van 2021 het kortst. Afgesloten pleegzorgtrajecten duurden het langst, gemiddeld 1 038 dagen. In het eerste halfjaar van 2020 duurde een gemiddeld pleegzorgtraject nog ruim 200 dagen korter. Dit is het gevolg van de eerdergenoemde verlenging van de leeftijdgrens bij pleegzorg van maximaal 18 naar 21 jaar. De gemiddelde duur van een afgesloten pleegzorgtraject van een jongere tot 18 jaar steeg van 720 dagen in de eerste helft van 2020 naar 737 in de eerste zes maanden van 2021. Voor jongeren van 18 jaar en ouder nam de gemiddelde duur in deze periode toe van 1 909 dagen naar 2 383 dagen.
De gemiddelde duur van jeugdhulptrajecten zonder verblijf steeg in de eerste helft van 2021 ten opzichte van de eerste helft van 2020 met 24 dagen. Vooral de gemiddelde duur van wijkhulp nam sterk toe. Nadere analyse leert dat er grote verschillen bestaan tussen jeugdhulpverleners die deze vorm van jeugdhulp leveren.
1e hj 2018 | 1e hj 2019 | 1e hj 2020 | 1e hj 2021* | ||
---|---|---|---|---|---|
Afgesloten jeugdhulptrajecten | aantal | 90 000 | 110 695 | 114 835 | 114 085 |
Totaal jeugdhulp | dagen | 320 | 344 | 364 | 393 |
Totaal zonder verblijf | dagen | 313 | 340 | 361 | 385 |
waarvan: | |||||
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam | dagen | 346 | 352 | 389 | 466 |
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder | dagen | 319 | 350 | 362 | 373 |
Daghulp op locatie van de aanbieder | dagen | 277 | 319 | 371 | 384 |
Jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige | dagen | 262 | 294 | 325 | 350 |
Totaal met verblijf | dagen | 383 | 386 | 411 | 513 |
waarvan: | |||||
Pleegzorg | dagen | 833 | 812 | 878 | 1.083 |
Gezinsgericht | dagen | 315 | 384 | 407 | 470 |
Gesloten plaatsing | dagen | 149 | 163 | 200 | 203 |
Overig met verblijf2) | dagen | 254 | 230 | 258 | 315 |
Bron: CBS. 1) Jeugdhulptrajecten van personen van 0 tot en met 22 jaar, die zijn beëindigd in de verslagperiode. 2) Verblijf bij een jeugdhulpaanbieder anders dan pleegzorg, gezinsgerichte jeugdhulp of gesloten plaatsing. |
2.4 Jeugdhulptraject vaak volgens plan beëindigd
Van alle jeugdhulptrajecten die in de eerste zes maanden van 2021 werden afgesloten, werden bijna 93 duizend beëindigd volgens plan. Dit komt overeen met 81,9 procent van de afgesloten trajecten (figuur 2.4.1). Naast het beëindigen volgens plan werd 11,2 procent van de trajecten voortijdig afgesloten in overeenstemming tussen cliënt en aanbieder. Eenzijdige beëindiging door de jeugdige of door de aanbieder kwam veel minder vaak voor: respectievelijk in 3,1 en 1,4 procent van de gevallen. Het aandeel wegens externe omstandigheden afgesloten trajecten daalde licht van 2,7 procent in de eerste helft van 2020 naar 2,4 procent in de eerste helft van 2021.
1e hj 2021* (%) | 1e hj 2020 (%) | 1e hj 2019 (%) | 1e hj 2018 (%) | |
---|---|---|---|---|
Beëindigd volgens plan | 81,9 | 81,7 | 80,2 | 78,5 |
Voortijdig in over- eenstemming | 11,2 | 10,6 | 11,7 | 12 |
Voortijdig door cliënt | 3,1 | 3,5 | 3,7 | 4,3 |
Voortijdig wegens externe omstandigheden | 2,4 | 2,7 | 2,8 | 3,2 |
Voortijdig door aanbieder | 1,4 | 1,6 | 1,6 | 2 |
1)Jeugdhulptrajecten die zijn beëindigd in de verslagperiode. |
Meer informatie over jeugdhulp kunt u vinden op de website van het CBS
Onderzoeksbeschrijving Beleidsinformatie Jeugd
Uitgebreide beschrijving van de methodewijzigingen en de gevolgen.
Beschrijving van de ontwikkelingen Jeugdzorg 2011-2016.
Privacy is een groot goed. Ook als je niks te verbergen hebt, heb je heel wat te beschermen. Het CBS is het Statistisch Bureau van Nederland dat onafhankelijk onderzoek uitvoert. Het CBS werkt bij elk onderzoek met strenge eisen om data op een veilige manier te verwerven, te verwerken en te publiceren en is transparant over de manier van werken en de methodieken.
Het CBS verzamelt gegevens van natuurlijke personen, bedrijven en instellingen. Dit is wettelijk vastgelegd in de CBS-wet en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Identificerende persoonskenmerken worden na ontvangst direct gepseudonimiseerd. Hierdoor kan het onderzoek alleen worden uitgevoerd op gegevens met een pseudosleutel. Bij publicatie zorgt het CBS er bovendien voor dat natuurlijke personen of bedrijven niet herkenbaar of herleidbaar zijn. Ook hanteert het CBS diverse maatregelen tegen diefstal, verlies of misbruik van persoonsgegevens. Het CBS levert geen herkenbare gegevens aan derden, ook niet aan andere overheidsinstellingen. Wel kunnen sommige (wetenschappelijke) instellingen onder strenge voorwaarden toegang krijgen tot gegevens met pseudosleutel op persoons- of bedrijfsniveau. Dit noemen we microdata.
Voor meer informatie, zie onze website: www.cbs.nl/privacy.
Begrippenlijst
Jeugdhulp
Conform artikel 1.1 van de Jeugdwet is jeugdhulp:
1°. ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jongeren en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders;
2°. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jongeren met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en
3°. het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jongeren met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht;
In de Jeugdwet zijn randvoorwaarden en kwaliteitseisen opgenomen waaraan de jeugdhulp en/of jeugdhulpaanbieders moeten voldoen, zoals dossiervorming, een plan (hulpverleningsplan, behandelplan) en bewaking en beheersing van de kwaliteit. Voor de jeugdhulp waarover aan het CBS gerapporteerd moet worden gelden al deze randvoorwaarden en eisen.
Als een jeugdhulpaanbieder een jeugdige (anonieme) adviezen of consulten biedt, ook al is dat voorafgaande aan de start van jeugdhulp, dan geldt dit niet als jeugdhulp waarover gegevens verstrekt moeten worden aan het CBS. Dit geldt tevens voor het verstrekken van folders en overige vormen van informatie
De volgende vormen van jeugdhulp worden onderscheiden:
Jeugdhulp zonder verblijf
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft thuis, in het eigen gezin. Of anders gezegd, de jongere slaapt thuis. In ieder geval formeel. Het kan zijn dat de jongere bij opa en oma slaapt of bij iemand anders, echter dit is dan niet formeel zo geregeld.
Uitgevoerd door het wijk- of buurtteam - Nagenoeg elke gemeente werkt met de inzet van wijk- of buurtteams. Soms beperken deze teams zich tot het coördineren van de hulp aan de jongere, maar veelal bieden deze teams ook zelf hulp. De jeugdhulp die door een wijk- of buurtteam wordt uitgevoerd bevindt zich vaak op de grens tussen het voorkomen van problemen (preventie) en de hulp bij problemen (jeugdhulp). In principe wordt preventie niet tot de jeugdhulp gerekend zoals het CBS daarover rapporteert. Een gemeente mag echter bij de aanlevering van gegevens aan het CBS zelf bepalen welke activiteiten zij tot de jeugdhulp rekent.
Ambulante jeugdhulp op locatie van de aanbieder - Ambulante jeugdhulp op locatie betreft ambulante hulp of groepsgesprekken op het kantoor waarbij in principe één (algemene) expertise tegelijkertijd binnen de hulpverlening wordt ingezet.
Daghulp op locatie van de aanbieder - Bij daghulp is een begeleider of hulpverlener minimaal een dagdeel in de nabije omgeving van de jongere. De hulp kan individueel plaatsvinden, maar ook in een groep. Dagbesteding en dagstructurering vallen hier ook onder. Daghulp vindt plaats op de locatie van de aanbieder. Een belangrijk kenmerk van de dagbehandeling is dat een multidisciplinair team voor de dagbehandeling wordt ingezet. Het gaat bijvoorbeeld om een combinatie van fysiotherapie, gedragstherapie en psychotherapie die tijdens de dagbehandeling wordt ingezet.
Jeugdhulp in het netwerk van de jongere - Jeugdhulp in het netwerk van de jongere vindt plaats bij de jongere thuis, op school of elders in het netwerk van de jongere. In ieder geval niet op locatie bij de aanbieder. De intensiteit kan variëren van één of enkele uren tot 24 uur per dag.
Jeugdhulp met verblijf
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De jongere verblijft elders. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel niet thuis in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Ook verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de week, vallen onder jeugdhulp met verblijf.
Pleegzorg - Vorm van jeugdhulp waarbij een jongere (tijdelijk) wordt opgenomen in een pleeggezin en waarbij pleegkind, pleegouders en eigen ouders worden begeleid door een pleegzorgaanbieder.
Gezinsgericht - Alle vormen van verblijf die een gezinssituatie benaderen, maar geen pleegzorg zijn. Te denken valt aan gezinshuizen, logeerhuizen en zorgboerderijen waar overnacht wordt.
Gesloten plaatsing - De jongere verblijft bij een jeugdhulpaanbieder op basis van een machtiging gesloten jeugdzorg of op basis van een machtiging BOPZ (Wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen, t/m 2019) of machtiging Wvggz (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, vanaf 2020).
Overig verblijf bij een jeugdhulpaanbieder - De jongere verblijft op de accommodatie van de jeugdhulpaanbieder, veelal in een groep met andere jongeren. In feite betreft het alle vormen van verblijf die niet onder een van de voorgaande categorieën vallen. Hieronder vallen ook begeleid wonen en kamertraining.
Herhaald beroep
Een jeugdhulptraject wordt als herhaald beroep gezien, als de desbetreffende jongere in de vijf jaar voorafgaand aan de verslagperiode jeugdhulp heeft ontvangen.
Gestart met crisis
De hulpverlening is aangevangen met het stabiliseren van een crisissituatie. Of de jeugdhulp al dan niet is aangevangen met het stabiliseren van een crisissituatie is het professionele oordeel van de jeugdhulpprofessional. Er is daarmee geen vaste definitie van crisis. Iedere professional heeft een beeld bij het onderscheid crisis-geen crisis.
Gecertificeerde instelling
Gecertificeerde instellingen zijn organisaties die, conform de Jeugdwet, maatregelen van jeugdbescherming en jeugdreclassering uitvoeren. Deze instellingen moeten in het bezit zijn van een certificaat. Daarvoor moeten zij aan een aantal eisen voldoen gericht op het borgen van de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Jeugdbescherming
Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Dat gebeurt als een gezonde en veilige ontwikkeling van een kind of jeugdige wordt bedreigd en vrijwillige hulp niet of niet voldoende helpt. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of ‘onder voogdij geplaatst’.
Jeugdreclassering
Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de overtreding of het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.
Verwijzer
De organisatie of persoon die de jongere en/of zijn/haar ouders heeft verwezen naar de jeugdhulp. Het betreft organisaties of personen die rechtstreeks jongeren en hun ouders op grond van de Jeugdwet kunnen doorverwijzen naar jeugdhulp. De Jeugdwet stelt dat tussen gemeenten en betrokkenen afspraken worden gemaakt over de voorwaarden waaronder en wijze waarop de rechtstreekse verwijzing verloopt.
Gemeentelijke toegang - De jongere is door de gemeente of een gemeentelijke organisatie aangemeld bij een jeugdhulpaanbieder. Hieronder vallen ook de verwijzingen van de politie, Veilig Thuis organisaties en het onderwijs.