Inkomens verdeeld, 40 jaar in vogelvlucht

2. Inkomens(verdeling)

Wie zit waar in de inkomensverdeling?

Uit de indeling van huishoudens op volgorde van hun bruto inkomen in honderd even grote groepen (percentielgroepen) blijkt dat studenten zich veelal aan de onderkant van de inkomensverdeling bevinden. Zelfstandigen worden relatief vaak aan zowel de onderkant als de bovenkant van de inkomensverdeling waargenomen. Zij kunnen immers veel winst, maar ook grote verliezen hebben. Werknemers hebben doorgaans een midden- of een hoog inkomen, terwijl senioren vaker dan gemiddeld onder de lagere en middeninkomens worden waargenomen. Huishoudens die zijn aangewezen op een sociale uitkering bevinden zich vaak in de lagere inkomensgroepen.

2.1 Samenstelling inkomensgroepen, 2019*
 Inkomen als werknemer (% huishoudens)Inkomen als zelfstandige (% huishoudens)Uitkering werklooosheid (% huishoudens)Uitkering arbeidsongeschiktheid (% huishoudens)Uitkering pensioen (% huishoudens)Uitkering sociale voorziening (% huishoudens)Studiefinanciering (% huishoudens)
0
149,113,50,70,572,926,3
253,310,410,713,39,212,2
347,713,711,220,96,78,8
446,216,81,12,120,78,84,4
534,714,11,12,53510,42,3
620,48,80,82,235,231,70,9
714,56,20,72,250,425,50,5
89,63,90,62,951,731,10,3
98,23,10,52,243,242,40,3
108,32,90,52,636,848,60,2
118,93,10,63,434,249,60,2
1211,53,70,95,443,634,70,2
13144,21,19,856,913,80,3
1414,34,21,111,858,79,80,2
1514,73,919,862,18,40,2
1616,24,11861,98,70,1
1717,54,117,957,711,60,1
1818,44,11,17,651,117,60,1
1920,94,41,17,849,716,10,1
2023,44,61,38,549,312,90,1
2124,74,51,38,648,612,10,1
2224,54,41,28,947,9130,1
2325,44,21,18,449,910,90
2426,44,31,17,450,210,50,1
2527,44,41,1751,38,80
2627,64,316,752,28,10
2727,84,41,16,852,96,90
2828,94,91,16,752,16,20
2930,54,91,16,950,95,60
3031,851,16,949,95,20
3132,55,316,7504,50
3234,35,41,16,648,83,90
3334,75,516,548,83,50
3436,35,916,347,43,10
3537,95,71,16,146,52,70
3639,461,15,745,32,40
3741615,643,92,30
3842,56,115,3432,10
3943,66,215,442,11,80
4044,86,415,140,91,70
4146,16,81539,71,40
4247,37,114,938,51,20
4348,77,214,937,11,20
4449,87,114,736,410
4550,97,414,535,30,90
4652,17,614,534,10,80
4753,27,614,333,30,70
4854,57,61432,30,60
4955,27,914,131,30,50
5056,5813,830,20,50
5157,98,20,83,728,90,40
52598,30,83,627,80,40
53608,50,83,526,80,30
5460,98,80,73,425,90,30
5562,38,90,73,224,60,30
5663,29,20,73,123,60,20
5764,69,30,72,822,40,20
5865,69,60,72,721,20,20
5966,59,50,72,720,50,10
6067,79,60,72,519,40,10
61699,90,62,318,10,10
6269,510,10,62,317,40,10
6370,910,10,62,116,20,10
6471,510,30,6215,50,10
6572,710,10,6214,60,10
6673,410,50,51,813,800
6774,410,50,51,712,900
6875,210,40,51,512,40,10
6975,710,50,41,511,800
7076,510,70,41,4110,10
7176,6110,41,410,600
7277,510,90,41,39,900
7378,110,80,31,29,500
7478,311,40,31,18,800
7578,811,30,31,18,500
7679,211,50,318,100
7779,511,60,20,97,800
7879,911,80,20,97,200
7980,111,80,20,87,100
8080,711,70,20,76,700
8180,911,90,20,66,400
8281,112,20,20,65,900
8381,112,40,10,55,800
8481,512,30,10,55,600
8581,812,40,10,55,300
8681,512,90,10,45,100
8781,7130,10,44,800
8881,813,10,10,34,700
8981,713,40,10,34,500
9081,613,60,10,34,400
9181,613,800,34,300
9280,914,600,24,300
9380,71500,24,100
948015,700,2400
9579,216,400,14,200
9678,517,100,14,200
9776,818,600,14,500
98742100,14,800
9969,624,400,25,900
10053,932,100,113,800
 

Veranderingen in de inkomensverdeling

Diverse economische, demografische en maatschappelijke ontwikkelingen hebben er voor gezorgd dat de samenstelling van het bruto inkomen in de loop van de tijd is gewijzigd. Zo steeg het aandeel van inkomen uit pensioen (inclusief AOW) van 13 procent in 1977 naar 17 procent in 2019. Ook het inkomen uit vermogen steeg sterk: van 1,5 procent naar 5,4 procent. De toename van het aandeel pensioenen en het inkomen uit vermogen is voor een groot deel toe te rekenen aan de vergrijzing. Ouderen beschikken relatief vaak over een eigen woning waarop geen of nauwelijks hypotheekschuld rust. Het volume van de opbrengsten uit de eigen woning neemt door de vergrijzing dus verder toe waardoor het aandeel inkomen uit vermogen in het totale bruto inkomen alsmaar groter wordt. Wel hebben de verhoging van de pensioenleeftijd en de minder gunstige regelingen voor vervroegde uittreding de groei van pensioenen afgevlakt. Ondanks de toename van het aantal zelfstandigen bleef hun inkomensaandeel in de loop van de tijd stabiel. Het aandeel dat voornamelijk inkomen als werknemer had, daalde van 69 procent in 1977 naar 63 procent in 2019. Ook het aandeel inkomen uit loondervingsregelingen voor werkloosheid, ziekte en arbeidsongeschiktheid daalde in de periode 1977-2019. 

2.2 Samenstelling bruto inkomen
   Inkomen als werknemer (%)Inkomen als zelfstandige (%)Inkomen uit vermogen (%)Uitkering inkomensverzekeringen
(excl. pensioen) (%)
Uitkering pensioen (%)Uitkering sociale voorziening en overig (%)
'77-'00197768,87,31,54,713,14,6
'77-'00198167,45,81,65,813,85,6
'77-'00198564,65,71,75,2157,8
'77-'00198964,261,96,2156,7
'77-'00199064,26,12,15,915,16,6
'77-'00199164,35,92,2615,16,5
'77-'00199264,75,42,36,315,36,1
'77-'001993654,82,16,615,65,9
'77-'00199465,351,96,515,65,7
'77-'00199565,45,626,215,55,4
'77-'00199666,351,9615,75
'77-'0019976751,65,415,95,2
'77-'00199868,451,34,715,55,1
'77-'00199969,751,14,115,15
'77-'00200069,350,84,215,45,3
'00-'11200069,35,81,74,3153,9
'00-'11200168,35,53,14,115,23,8
'00-'11200268,65,22,74,315,43,8
'00-'11200368,74,82,14,615,93,9
'00-'11200467,75,32,34,716,13,9
'00-'11200567,45,924,716,23,8
'00-'11200667,362,1416,93,7
'00-'11200766,26,33,83,616,73,5
'00-'11200866,96,62,53,4173,6
'00-'11200966,95,72,63,817,53,6
'00-'11201066,55,72,33,917,93,7
'00-'11201166,65,81,73,918,23,8
'11-19*201165,862,6417,93,8
'11-19*201265,25,82,94,118,13,7
'11-19*201365,35,634,617,63,9
'11-19*201463,35,84,94,517,63,9
'11-19*2015646,23,34,4184,2
'11-19*201663,26,544,1184,1
'11-19*201762,26,64,43,918,84
'11-19*201862,975,13,717,43,9
'11-19*2019*63,17,15,43,617,13,7

Gemiddeld inkomen gegroeid

Het gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is in de periode 1977-2019 met 44 procent toegenomen ondanks perioden van conjuncturele neergang, de vergrijzing en de toename van alleenstaanden. Gerekend vanaf 1985, het historisch dieptepunt in de welvaart in de periode 1977-2019 als gevolg van de oliecrises in de jaren zeventig, was de toename 58 procent. De groei in het (gestandaardiseerd) bruto en besteedbaar inkomen is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de gestegen arbeidsdeelname van vrouwen.

2.3 Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen1)
   Bruto inkomen (1 000 euro (prijzen 2019))Besteedbaar inkomen (1 000 euro (prijzen 2019))
'77-'00197736,621,4
'77-'00198136,721,3
'77-'00198534,419,5
'77-'00198936,921,6
'77-'00199038,322,6
'77-'00199138,622,7
'77-'0019923922,5
'77-'00199338,622,4
'77-'0019943822,5
'77-'00199538,222,9
'77-'00199638,223
'77-'00199738,323,3
'77-'00199839,123,7
'77-'00199940,323,9
'77-'00200041,324,6
'00-'11200042,825,6
'00-'11200143,527,4
'00-'11200243,727,4
'00-'11200343,727
'00-'11200444,627,3
'00-'11200544,827,3
'00-'11200644,626,7
'00-'11200746,128,1
'00-'1120084627,8
'00-'11200945,827,8
'00-'11201045,627,4
'00-'11201144,926,7
'11-'19*201145,927,5
'11-'19*201245,326,9
'11-'19*201346,127,8
'11-'19*201447,629,2
'11-'19*201546,528,8
'11-'19*201647,629,8
'11-'19*201749,130,4
'11-'19*201848,730,2
'11-'19*2019*49,430,7
1)Geen gegevens beschikbaar over de jaren '78-'80, '82-'84 en '86-'88.