Auteur: Irene Schrotenboer, Eefje Lammers, Fabio Bertelink
Toerisme in 2021 licht hersteld

3. Bestedingen

Bij de toerismerekeningen worden de bestedingen geraamd die zijn gedaan door toeristen (zie kader met de definitie van toerisme). De bestedingen aan alle vormen van toerisme zijn in 2021 gegroeid ten opzichte van 2020. Het gaat dan met name om reis- en verblijfskosten, uitgaven aan entreetickets en eten en drinken in de horeca. De totale toeristische bestedingen van ingezetenen en niet-ingezetenen in de Nederlandse economie in 2021 bedroegen 58,9 miljard euro. Dat is 5,7 miljard euro meer dan in 2020, het eerste coronajaar, maar 31,9 miljard euro minder dan in 2019. Dit is niet gecorrigeerd voor prijsveranderingen. Wordt hiervoor gecorrigeerd dan bedroeg de groei van toeristische bestedingen in 2021 6,0 procent. 

3.1 Toeristische bestedingen in de Nederlandse economie, lopende prijzen
JarenBinnenlands toerisme (mld euro)Inkomend toerisme (mld euro)Overige bestedingen (mld euro)
201041,81714,9002,799
201143,86915,5692,799
201244,65817,2392,795
201344,28418,9862,768
201445,52121,1212,799
201546,69123,9572,864
201647,37426,5682,901
201749,15330,0402,994
201851,17332,2293,051
201952,92434,7293,161
202034,18215,7443,326
202137,76517,8193,345

De toeristische bestedingen kunnen worden opgesplitst in vier categorieën: 

  1. Binnenlands toerisme betreft toeristische uitgaven van Nederlanders in de Nederlandse economie. Het kan hierbij ook gaan om bijvoorbeeld een pakketreis bij een Nederlands reisbureau, voor een reis met bestemming buitenland. 
  2. Inkomend toerisme betreft de uitgaven van buitenlandse toeristen in de Nederlandse economie. Hierbij gaat het om toeristen die daadwerkelijk naar Nederland komen, maar ook om buitenlandse toeristen die gebruik maken van Nederlandse bedrijven voor een bestemming in het buitenland. 
  3. Overige toeristische bestedingen omvatten uitgaven aan duurzame recreatiegoederen en sociale overdrachten. Dit zijn overdrachten van de overheid aan bijvoorbeeld musea voor kosten die niet uit entreegelden gedekt worden, alsmede toeristische bestedingen van instellingen zonder winstoogmerk, waaronder sportverenigingen.
  4. Uitgaand toerisme is het toerisme van Nederlanders in en naar het buitenland, waarvoor gebruik gemaakt wordt van bedrijven buiten de Nederlandse economie (grafiek 3.2)

Van de toeristische bestedingen in 2021 in de Nederlandse economie werd 64,1 procent gedaan door Nederlandse ingezetenen (binnenlands toerisme). Deze bestedingen lagen, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 5,3 procent hoger dan in 2020, toen er een forse krimp was van 36,1 procent vanwege de coronapandemie. Ook in 2021 beperkten diverse coronamaatregelen echter de mogelijkheden voor binnenlands toerisme. 

De bestedingen van buitenlanders in de Nederlandse economie (inkomend toerisme) stegen in 2021 met 8,6 procent ten opzichte van 2020 en waren goed voor ruim 30 procent van de totale toeristische bestedingen in de Nederlandse economie. Het inkomend toerisme was in de periode van 2010 tot en met 2019 het hardst gegroeid en werd steeds belangrijker voor de Nederlandse economie. In de periode van 2010 tot en met 2019 was het aandeel van buitenlandse toeristen in de totale toeristische bestedingen in de Nederlandse economie opgelopen van 25 procent naar 38,2 procent. In 2020 was dit aandeel ingezakt naar 29,6 procent. In 2021 golden er evenals in 2020 diverse vliegverboden vanuit bepaalde landen naar Nederland. 

De overige toeristische bestedingen vormen doorgaans een relatief klein gedeelte van de toeristische bestedingen. Gecorrigeerd voor prijsveranderingen lagen deze bestedingen in 2021 wel iets lager dan voor corona, maar er was geen sprake van een grote terugval. Binnen de categorie overig traden wel verschuivingen op in de bestedingen aan bijvoorbeeld kleding, campers en kampeerartikelen, en de sociale overdrachten waren lager dan voorheen.

3.2 Toeristische bestedingen Nederlanders in het buitenland, lopende prijzen
JarenTotaal uitgaand toerisme (mld euro)
201014,579
201114,923
201215,481
201315,753
201415,398
201515,746
201615,769
201716,985
201817,004
201917,584
20205,520
20217,451

Nederlandse toeristen geven uiteraard ook geld uit in het buitenland, aan buitenlandse bedrijven. In de toerismerekeningen heet dit uitgaand toerisme. Deze categorie bestedingen had in het eerste coronajaar de grootste daling binnen de totale toeristische bestedingen door Nederlandse ingezetenen. Gecorrigeerd voor prijsveranderingen was de daling in het eerste coronajaar 68,5 procent, en de stijging in het tweede coronajaar 25,6 procent. Deze sterke daling en het gedeeltelijke herstel hangen samen met het negatief reisadvies in zowel 2020 als in 2021. Dit advies werd in mei 2021 opgeheven. Daarna was reizen weer mogelijk naar landen met een groen of geel reisadvies, ook voor niet-essentiële reizen. 

In voorgaande alinea’s ging het om toeristische bestedingen voor recreatieve en zakelijke motieven samen. Bij de analyse van toeristische bestedingen kunnen echter ook de Nederlandse huishoudens centraal worden gesteld door te kijken naar de recreatieve bestedingen. In totaal bedroegen de recreatieve bestedingen van Nederlandse huishoudens gedaan bij binnenlandse en buitenlandse bedrijven in toerisme 42,9 miljard euro in 2021. Dat is beduidend lager dan voor de coronapandemie, maar wel ruim 5 miljard meer dan in 2020. De recreatieve bestedingen vormden in 2021 11,9 procent van de totale bestedingen van Nederlandse huishoudens, terwijl dat percentage voor de coronapandemie jarenlang rond de 18 procent lag. In 2019 was het bestede bedrag aan toerisme in Nederland veruit het hoogst per capita binnen de EU en het dubbele van het EU-gemiddelde.

Nederlandse huishoudens besteden doorgaans meer aan binnenlandse bestemmingen dan aan toeristische bestemmingen in het buitenland. In verhouding was dat in 2020 en 2021 nog meer dan voor de coronapandemie. 

De relatieve populariteit van binnenlands toerisme wordt bevestigd met de CBS-statistiek logiesaccommodaties, waaruit blijkt dat het aantal Nederlandse gasten in logiesaccommodaties in augustus en september 2021 zelfs nog hoger was dan in dezelfde maanden van 2019. Er waren wel grote regionale verschillen: op sommige plaatsen (zoals in bijvoorbeeld Amsterdam) is het verlies aan buitenlands bezoek in mindere mate opgevangen met Nederlands toerisme dan in andere plaatsen.

Recreatief toerisme is in 2021 veel harder teruggeveerd dan zakelijk toerisme. Voor zakelijk toerisme lijken online alternatieven te zijn gevonden voor bepaalde activiteiten. Verder is het meerdaags recreatief toerisme sterker hersteld dan het eendaags toerisme. Aan het begin van 2021 was er een avondklok en er waren in 2021 beperkingen voor onder andere festivals en evenementen, terwijl het wel mogelijk was om een hotel te boeken, een huisje te huren of te kamperen. Dat het meerdaags toerisme ondanks de groei toch nog ver onder het precoronaniveau zat, wordt weerspiegeld door de NBTC Vakantie Sentiment Monitor van juli 2022, waarin 29 procent van de Nederlandse respondenten aangeeft vakanties te willen inhalen die tijdens de coronapandemie niet mogelijk waren (NBTC 2022).