De Nederlandse economie in 2021

4. Bedrijfsleven

De groei van de Nederlandse economie is ook te meten via bedrijven en instellingen. Alles wat in Nederland aan waarde wordt toegevoegd door middel van productie plus het saldo van productgebonden belastingen en subsidies, telt op tot het bbp. De toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) van bedrijven en instellingen groeide in 2021 met 5,1 procent. Achter het positieve macrobeeld van de Nederlandse economie schuilen echter grote verschillen tussen bedrijfstakken.

4.1 Toegevoegde waarde naar bedrijfstak (volume)
Bedrijfstakt.o.v. 2020 (%-verandering)t.o.v. 2019 (%-verandering)
Energiebedrijven9,313,7
Handel, horeca, vervoer en opslag7,6-0,4
Informatie en communicatie 7,46,5
Industrie7,24,5
Zakelijke dienstverlening7,10,1
Overheid, onderwijs en zorg4,72,9
Bouwnijverheid2,41,5
Verhuur en handel in onroerend goed2,34,5
Waterbedrijven en afvalbeheer1,4-0,5
Landbouw, bosbouw en visserij0,81,2
Financiële instellingen-0,9-0,5
Cultuur, sport, recreatie en overig-3,2-27
Delfstoffenwinning-12,9-33,2

De toegevoegde waarde van de sector handel, vervoer en horeca lag vorig jaar 7,6 procent hoger dan in 2020. Vooral de horeca en vervoerssector groeiden in 2021, maar ook de toegevoegde waarde van de handel lag hoger dan een jaar eerder. Per saldo lag de toegevoegde waarde van de bedrijfstak handel, vervoer en horeca in 2021 echter nog wel iets lager dan in 2019. Dat is toe te schrijven aan de horeca en de vervoerssector.

De horeca behoorde in 2020 tot de zwaarst getroffen sectoren door de coronacrisis. Ook in het eerste kwartaal van 2021 kromp de horeca fors door een strenge lockdown. Zo mochten hotels wel open blijven, maar hun gasten geen eten opdienen of roomservice bieden. Ook restaurants, cafés en cateraars hadden veel last van de coronabeperkingen. Vanaf het tweede kwartaal trad echter een sterk herstel op, maar dat woog niet op tegen het verlies in 2020. In vergelijking met het pre-coronajaar 2019 was de toegevoegde waarde van de horeca in 2021 ruim 30 procent lager.

Ook de toegevoegde waarde van de vervoerssector was lager dan twee jaar eerder. De vervoerssector bestaat naast het goederenvervoer ook uit sterk door de coronacrisis getroffen branches als het openbaar vervoer en de luchtvaart. Sinds het voorjaar van 2021 was er door de versoepelingen wel herstel, maar niet genoeg om de krimp in 2020 goed te maken. Zo was het beeld voor de luchtvaart en daaraan gerelateerde diensten nog steeds somber in vergelijking met voor corona. In 2021 reisden 29 miljoen luchtvaartpassagiers van en naar een van de vijf luchthavens van nationaal belang in Nederland. Dat is bijna een kwart meer dan in 2020, maar veel minder dan de 81 miljoen uit 2019.

4.2 Passagiers van en naar de 5 nationale luchthavens in Nederland
JaarAantal passagiers (miljoen)
200850,4
200946,5
201048,6
201153,9
201255,7
201358
201460,9
201564,6
201670,3
201776,2
201879,6
201981,2
202023,6
202129,1

De handel presteerde wel beter dan in 2019. Dat is onder meer te danken aan de detailhandel, die in 2020 een van de meest opvallende branches was door een recordgroei te boeken. De verschillen binnen de detailhandel waren echter zeer groot; winkels met recordomzetten, maar ook winkels met recordverliezen zoals de kledingwinkels. In 2021 groeide de omzet van de detailhandel verder.

Daarnaast lag de onlineomzet in 2021 bijna 24 procent hoger, na in 2020 met bijna 44 procent gegroeid te zijn. Sinds het begin van de coronacrisis werd flink meer omgezet door internetverkopers. De winkelsluitingen legden de onlinehandelaren geen windeieren.

4.3 Omzet internetverkopen
JaarTotaal (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)Multi-channel (zwaartepunt niet online) (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)Webwinkels (%-verandering t.o.v. een jaar eerder)
201411,918,28,4
201522,12222,2
201620,116,522,3
201719,922,218,6
201817,926,312,9
20191721,314,1
202043,654,935,7
202123,629,418,9


Een andere zwaar getroffen sector in 2020 was de bedrijfstak cultuur, recreatie en overige diensten. Ook in 2021 kampte deze sector bijna het hele jaar met coronarestricties. Zo mochten evenementen, festivals, en voorstellingen en dergelijke een deel van het jaar niet, of slechts voor kleine groepen gehouden worden. Na de forse krimp in 2020 van bijna 25 procent kwam er in 2021 nog een krimp van ruim 3 procent overheen.

De productie van de industrie lag in 2021 op recordniveau. De industrie profiteerde van de exportgroei. De toegevoegde waarde was ruim 7 procent hoger dan in 2020. Vooral de machine-, de metaal- en de chemische industrie droegen hieraan bij. De machine-industrie heeft door het wereldwijde tekort aan computerchips geprofiteerd van de vraag naar chipmachines. Weliswaar kampte de industrie in 2021 met materiaaltekorten en leveringsproblemen, maar de zwaarst door leveringsproblemen getroffen sectoren, zoals de auto-industrie, maken maar een relatief klein deel uit van de Nederlandse industrie.

4.4 Seizoengecorrigeerde gemiddelde dagproductie industrie (volume)
jaarmaandindex (2015=100)
2019januari109,6
2019februari109,2
2019maart108,8
2019april108,9
2019mei108,5
2019juni107,3
2019juli107,5
2019augustus107,8
2019september109,5
2019oktober109,7
2019november108,4
2019december106,5
2020januari109
2020februari108,4
2020maart106
2020april97,4
2020mei96,5
2020juni99,4
2020juli103,4
2020augustus104
2020september104,2
2020oktober106,2
2020november106,3
2020december107,1
2021januari109,6
2021februari106,7
2021maart109,8
2021april111,0
2021mei112,2
2021juni115,3
2021juli116,7
2021augustus114,2
2021september116,0
2021oktober117,3
2021november118,0
2021december119,9

Ook de toevoegde waarde van de zakelijke dienstverlening groeide met ruim 7 procent. Binnen de deze bedrijfstak vallen twee andere zwaar door corona getroffen branches, de reissector en de uitzendbranche. De reisbureaus groeiden zeer fors in 2021, maar zijn desondanks nog heel ver verwijderd van het pre-coronaniveau. Ook de uitzendbranche herstelde, maar produceerde ook nog minder dan in 2019. In vergelijking met twee jaar eerder was de toegevoegde waarde van de totale zakelijke dienstverlening nagenoeg gelijk.

De toegevoegde waarde van de gezondheids- en welzijnszorg was bijna 9 procent hoger dan in 2020. De gemeentelijke gezondheidsdiensten realiseerden een fors hogere zorgproductie door onder meer de vaccinatieprogramma’s en de coronatesten. In 2020 daalde de toegevoegde waarde van de zorg doordat er per saldo minder gezondheids- en zorgdiensten werden geleverd. Zo zijn toen in ziekenhuizen veel afspraken en operaties uitgesteld of geannuleerd.

De steun van de overheid voor bedrijven liep ook in 2021 door, mede hierdoor daalde het aantal faillissementen verder tot een historisch laag niveau. Vorig jaar zijn 1.536 bedrijven en instellingen (excl. eenmanszaken) failliet verklaard. Dat is 43 procent minder dan in 2020. Net als in 2020 hadden ook in 2021 veel bedrijven het moeilijk door de coronacrisis, maar het aantal faillissementen lag bijna op het laagste niveau sinds de start van de statistiek in 1981. Alleen in 1990 was het aantal faillissementen met 1.527 net wat lager dan in 2021.

Het aantal faillissementen bereikte in 2013 een piek van 8.376. Vervolgens is het aantal faillissementen vijf jaar achter elkaar afgenomen. In 2019 nam het aantal faillissementen weliswaar weer iets toe, maar het niveau bleef laag. Daarna is het aantal faillissementen echter weer afgenomen. Het aantal faillissementen in 2021 was het laagste in 31 jaar.

4.5 Aantal faillissementen van bedrijven en instellingen (excl. eenmanszaken)
 Aantal
20013333
20024085
20035235
20045267
20055083
20064228
20073589
20083842
20096942
20106162
20116117
20127349
20138376
20146645
20155271
20164399
20173291
20183145
20193209
20202703
20211536

Het herstel van de economie in 2021 ging zo snel dat het bedrijfsleven niet alleen last kreeg van een tekort aan productiemiddelen, materiaal en ruimte, maar ook steeds meer van de zeer krappe arbeidsmarkt. In de Conjunctuurenquête van het CBS, KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw, MKB-Nederland en VNO-NCW wordt elk kwartaal gevraagd welke belemmeringen ondernemers ervaren bij de productie en bij zakelijke activiteiten. De belemmering waarmee ondernemers begin 2022 het meest mee werden geconfronteerd was personeelstekort. Het percentage dat aangeeft een tekort aan arbeidskrachten als belemmering te ondervinden voor hun activiteiten, stijgt al meerdere kwartalen op een rij en lag begin 2022 op bijna 28 procent.