4. Verhuisbewegingen
In dit hoofdstuk worden de verhuisbewegingen en het migratiesaldo van de verschillende gebieden in kaart gebracht. Dit wordt gedaan door de verhuizingen van particuliere huishoudens in deze gebieden te analyseren voor de periode 2014 tot en met 2023.
4.1 Verhuizingen
De verhuisbewegingen laten het percentage verhuizingen zien binnen het eigen risicogebied, naar een ander risicogebied en vanuit het risicogebied. Een verhuizing naar een ander risicogebied betekent voor huishoudens in het risicogebied met lage schade-intensiteit dat ze verhuizen naar een gebied met een hogere schade-intensiteit. Voor huishoudens in het risicogebied met hoge schade-intensiteit betekent dit juist dat ze verhuizen naar een gebied met een lagere schade-intensiteit.
Van alle huishoudens in het risicogebied met lage schade-intensiteit die verhuizen, verhuist iets minder dan de helft binnen hetzelfde risicogebied of naar een ander risicogebied. Het percentage huishoudens dat het risicogebied verlaat is iets gestegen naar bijna 54 procent. In het risicogebied met gemiddelde schade-intensiteit verlaat al jaren circa een derde van de huishoudens het risicogebied. Voor het risicogebied met hoge schade-intensiteit verhuist circa 60 procent van de huishoudens binnen hetzelfde risicogebied of naar een ander risicogebied, ook dit patroon is over de jaren heen nauwelijks veranderd.
Wat opvalt, is het verschil tussen de risicogebieden in het aandeel van de verhuisde huishoudens dat naar een ander risicogebied gaat (de donkerblauwe balkjes in figuur 4.1.1. en 4.1.2.). Door de jaren heen is telkens zichtbaar dat in het risicogebied met lage schade-intensiteit relatief weinig verhuizingen plaatsvinden naar een ander risicogebied (dat wil zeggen een gebied met een hogere schade-intensiteit). In 2023 is dat 8 procent van de verhuisde huishoudens. In het risicogebied met hoge schade-intensiteit ligt het percentage huishoudens dat naar een ander risicogebied verhuist (dat wil zeggen een risicogebied met een lagere schade-intensiteit) een stuk hoger, namelijk 22 procent van de verhuisde huishoudens in 2023. In het risicogebied met gemiddelde schade-intensiteit verhuist in 2023 circa 24 procent van de verhuisde huishoudens naar een ander risicogebied (dat kan een gebied met lagere of hogere schade-intensiteit zijn).
| Jaar | % dat in gebied blijft (%) | % dat naar ander risicogebied gaat (%) | % dat risicogebied verlaat (%) |
|---|---|---|---|
| 2014 | 43,4 | 6,41 | 50,19 |
| 2015 | 44,1 | 7,54 | 48,36 |
| 2016 | 46,92 | 6,16 | 46,92 |
| 2017 | 45,95 | 6,64 | 47,41 |
| 2018 | 45,44 | 7 | 47,56 |
| 2019 | 43,68 | 7,56 | 48,75 |
| 2020 | 42,39 | 8,15 | 49,46 |
| 2021 | 41,26 | 7,95 | 50,79 |
| 2022 | 42,62 | 8,5 | 48,88 |
| 2023 | 38,13 | 8,24 | 53,63 |
| "Periode" | % dat in gebied blijft (%) | % dat naar ander risicogebied gaat (%) | % dat risicogebied verlaat (%) |
|---|---|---|---|
| 2015 | 35,14 | 22,47 | 42,39 |
| 2015 | 36,32 | 23,47 | 40,21 |
| 2016 | 35,97 | 22,37 | 41,66 |
| 2017 | 38,22 | 23,15 | 38,63 |
| 2018 | 38,11 | 23,53 | 38,35 |
| 2019 | 36,14 | 24,44 | 39,42 |
| 2020 | 40,99 | 23,08 | 35,92 |
| 2021 | 38,93 | 21,95 | 39,13 |
| 2022 | 39 | 22,69 | 38,32 |
| 2023 | 38,66 | 22,24 | 39,11 |
4.2 Migratiesaldo
Het migratiesaldo is het aantal particuliere huishoudens dat zich in een gebied vestigt, verminderd met het aantal huishoudens dat uit een gebied vertrekt. Om te corrigeren voor verschillen in de omvang van de woningvoorraad, is het migratiesaldo berekend als percentage van de woningvoorraad. Het migratiesaldo wordt voor alle gebieden per kwartaal weergegeven en kan zowel positief als negatief zijn. Een negatief migratiesaldo houdt in dat er meer huishoudens vertrekken dan dat er zich vestigen.
Het gebied met lage schade-intensiteit heeft het vaakst een positief migratiesaldo, namelijk in ongeveer de helft van de kwartalen (21 van de 40). Voor het gebied met gemiddelde schade-intensiteit is dat tien kwartalen en voor het gebied met hoge schade-intensiteit slechts twee kwartalen. In het referentiegebied zijn er tien kwartalen met een positief migratiesaldo.
Hoewel het migratiesaldo een wat positiever beeld liet zien rond 2021 en 2022 voor zowel de risicogebieden met lage en hoge schade-intensiteit als voor het referentiegebied, zien we in 2023 in alle risicogebieden en het referentiegebied weer een overwegend negatief migratiesaldo. Zo was het migratiesaldo in het risicogebied met lage schade-intensiteit in 2021 en 2022 overwegend positief, maar zien we in 2023 een overwegend negatief migratiesaldo (zie figuur 4.2.1). Het risicogebied met hoge schade-intensiteit was tot 2020 (sterk) negatief (zie figuur 4.2.2). Vanaf 2020 nam het migratiesaldo hier iets toe, met zelfs een positief migratiesaldo in twee kartalen in 2021. Ook hier zien we echter weer een sterker negatief migratiesaldo in 2023. Op het risicogebied met hoge schade-intensiteit na, laten alle gebieden in het laatste kwartaal van 2023 weer een licht positief migratiesaldo zien.
Uit de krimpanalyse blijkt dat in het risicogebied met lage schade-intensiteit het migratiesaldo negatiever is in de niet-krimpgebieden. In het risicogebied met hoge schade-intensiteit is het migratiesaldo negatief in zowel gebieden met als zonder krimp.
| "Periode" | "Periode2" | % Migratiesaldo t.o.v. de woningvooraad (%) |
|---|---|---|
| 2014 | I | 0,01 |
| 2014 | II | -0,03 |
| 2014 | III | -0,26 |
| 2014 | IV | -0,06 |
| 2015 | I | -0,1 |
| 2015 | II | 0,02 |
| 2015 | III | -0,29 |
| 2015 | IV | 0,02 |
| 2016 | I | 0,04 |
| 2016 | II | 0,22 |
| 2016 | III | 0,08 |
| 2016 | IV | 0,02 |
| 2017 | I | -0,12 |
| 2017 | II | 0,16 |
| 2017 | III | -0,09 |
| 2017 | IV | 0,18 |
| 2018 | I | -0,14 |
| 2018 | II | -0,02 |
| 2018 | III | 0,09 |
| 2018 | IV | 0,24 |
| 2019 | I | -0,12 |
| 2019 | II | -0,03 |
| 2019 | III | -0,01 |
| 2019 | IV | 0,03 |
| 2020 | I | -0,04 |
| 2020 | II | 0,07 |
| 2020 | III | -0,22 |
| 2020 | IV | -0,04 |
| 2021 | I | -0,04 |
| 2021 | II | 0,18 |
| 2021 | III | 0,23 |
| 2021 | IV | 0,08 |
| 2022 | I | 0,14 |
| 2022 | II | 0,16 |
| 2022 | III | 0,24 |
| 2022 | IV | 0,09 |
| 2023 | I | -0,13 |
| 2023 | II | -0,15 |
| 2023 | III | -0,23 |
| 2023 | IV | 0,04 |
| Periode | Periode2 | % Migratiesaldo t.o.v. de woningvooraad (%) |
|---|---|---|
| 2014 | I | -0,42 |
| 2014 | II | -0,28 |
| 2014 | III | -0,46 |
| 2014 | IV | -0,33 |
| 2015 | I | -0,36 |
| 2015 | II | -0,24 |
| 2015 | III | -0,43 |
| 2015 | IV | -0,33 |
| 2016 | I | -0,47 |
| 2016 | II | -0,34 |
| 2016 | III | -0,2 |
| 2016 | IV | -0,18 |
| 2017 | I | -0,37 |
| 2017 | II | -0,32 |
| 2017 | III | -0,31 |
| 2017 | IV | -0,24 |
| 2018 | I | -0,19 |
| 2018 | II | -0,16 |
| 2018 | III | -0,31 |
| 2018 | IV | -0,21 |
| 2019 | I | -0,34 |
| 2019 | II | -0,24 |
| 2019 | III | -0,35 |
| 2019 | IV | -0,32 |
| 2020 | I | -0,24 |
| 2020 | II | -0,17 |
| 2020 | III | -0,13 |
| 2020 | IV | 0 |
| 2021 | I | 0,01 |
| 2021 | II | -0,15 |
| 2021 | III | -0,03 |
| 2021 | IV | 0,01 |
| 2022 | I | -0,15 |
| 2022 | II | -0,07 |
| 2022 | III | -0,09 |
| 2022 | IV | -0,05 |
| 2023 | I | -0,19 |
| 2023 | II | -0,27 |
| 2023 | III | -0,27 |
| 2023 | IV | -0,17 |