3. Financiële situatie huishoudens
Personen die vertrekken uit Groningen-Noord hebben vaker een hoog inkomen, hoog vermogen en hogere welvaart dan de groep die naar of binnen het gebied verhuist. Ook vergeleken met de populatie in het gebied in 2022 is de financiële situatie beter voor de groep die Groningen-Noord verlaat.
In dit hoofdstuk wordt de financiële positie van de huishoudens beschreven voor de groepen die binnen, vanuit of naar het gebied Groningen-Noord zijn verhuisd tussen 2018 en 2022. Het gaat hierbij over het huishoudinkomen, het huishoudvermogen en de welvaart van het huishouden.
3.1 Inkomen van het huishouden
Het huishoudinkomen is bepaald op basis van het belastbaar inkomen. Het gaat hierbij om het inkomen uit box 1, 2 en 3 gesommeerd over alle leden van het huishouden. Het belastbaar inkomen wordt onderverdeeld in vier categorieën (laag, laag-midden, midden-hoog en hoog) op basis van de DAEB-norm2). Daarbij geldt dat de categorie ‘laag’ inkomens betreft die onder de DAEB-norm vallen, de categorie ‘laag-midden’ inkomens omvat van de DAEB-norm tot 28 procent boven de norm, de categorie ‘midden-hoog’ inkomens van 28 procent tot 50 procent boven de norm, en de categorie 'hoog' inkomens van minstens 50 procent boven de norm. De DAEB-norm wisselt per jaar, zie voor een overzicht de toelichting in de tabellenset.
Voor de groep die naar Groningen-Noord verhuist is het aandeel met een laag huishoudinkomen groter dan voor de groep die vertrekt. Voor de eerste groep geldt dat 71 procent van de huishoudens een laag inkomen heeft, voor de groep die vertrekt is dat minder dan de helft (43 procent). Het inkomen is hoger bij de groep die vertrekt: hier heeft ruim een derde van de groep een hoog inkomen. Bij de groep die naar het gebied verhuist en de hele populatie is dit respectievelijk 13 en 17 procent.
| verhuisbeweging | Laag (%) | Laag-midden (%) | Midden-hoog (%) | Hoog (%) | Onbekend (%) |
|---|---|---|---|---|---|
| Verhuisd binnen gebied | 65 | 8 | 5 | 15 | 7 |
| Verhuisd uit gebied | 43 | 9 | 6 | 36 | 5 |
| Verhuisd naar gebied | 71 | 7 | 4 | 13 | 5 |
| Populatie gebied 2022 | 63 | 10 | 6 | 17 | 4 |
3.2 Vermogen van het huishouden
Het huishoudvermogen is bepaald door alle Nederlandse particuliere huishoudens te verdelen in 100 groepen van gelijke omvang op basis van het vermogen. Vervolgens zijn de huishoudens ingedeeld in drie groepen, waarbij de categorie ‘laag’ de groep met de 33 procent van de huishoudens betreft met de laagste vermogens, ‘hoog’ de groep van 33 procent van de huishoudens met de hoogste vermogens en ‘midden’ de groep van 33 procent van de huishoudens daartussenin. Daarnaast is er een groep waarvan het vermogen onbekend is. In figuur 3.2.1 is de verdeling voor alle huishoudens in Groningen-Noord opgenomen.
Het huishoudvermogen van de personen in de groep die naar Groningen-Noord verhuist is vaker laag (75 procent) dan dat van de groep die het gebied verlaat (58 procent). Ook voor de populatie in het gebied geldt dat ruim 60 procent een laag vermogen heeft. Voor alle groepen geldt dat slechts een klein deel een vermogen heeft dat als hoog aangemerkt wordt. Voor de groep die vertrekt is dit het hoogst, namelijk 13 procent.
| verhuisbeweging | Laag (%) | Midden (%) | Hoog (%) | Onbekend (%) |
|---|---|---|---|---|
| Verhuisd binnen gebied | 73 | 16 | 3 | 7 |
| Verhuisd uit gebied | 58 | 24 | 13 | 5 |
| Verhuisd naar gebied | 75 | 17 | 3 | 5 |
| Populatie gebied 2022 | 62 | 24 | 10 | 4 |
3.3 Welvaart van het huishouden
De financiële welvaart van een huishouden is gebaseerd op zowel het inkomen als het vermogen van een huishouden. Zie Van Brakel en Gidding (2019) voor de achtergrond en berekenwijze van de financiële welvaart. Voor dit onderzoek zijn alle Nederlandse huishoudens geordend van lage naar hoge financiële welvaart, en opgedeeld in drie groepen van gelijke omvang. De categorie ‘laag’ omvat de 33 procent van de huishoudens met de laagste welvaart, en de categorie ‘hoog’ omvat de 33 procent van de huishoudens met de hoogste welvaart. De groep ‘midden’ zit ertussenin. Voor een deel van de huishoudens is het vermogen onbekend, deze zijn niet ingedeeld. In figuur 3.3.1 is de welvaartsverdeling voor alle huishoudens in Groningen-Noord opgenomen.
Figuur 3.3.1 laat zien dat de welvaart van een huishouden dat naar Groningen-Noord verhuist vaker laag is (69 procent) dan bij de groep die het gebied verlaat (41 procent). Voor de totale populatie in Groningen-Noord in 2022 geldt dat zes op de tien huishoudens een laag welvaartsniveau heeft.
| verhuisbeweging | Laag (%) | Midden (%) | Hoog (%) | Onbekend (%) |
|---|---|---|---|---|
| Verhuisd binnen gebied | 63 | 22 | 8 | 7 |
| Verhuisd uit gebied | 41 | 29 | 25 | 5 |
| Verhuisd naar gebied | 69 | 18 | 8 | 5 |
| Populatie gebied 2022 | 58 | 25 | 13 | 4 |