Verhuisbewegingen Groningen-Noord 2018-2022

Over deze publicatie

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft in opdracht van de gemeente Groningen de verhuisdynamiek in het gebied Groningen-Noord in kaart gebracht voor de periode 2018-2022. Deze longread is een aanvulling op de gepubliceerde tabellenset (CBS, 2025).

In deze longread beschrijft het CBS de achtergrond van het onderzoek en de gebruikte persoons-, huishoudens- en woningkenmerken van de groepen die binnen, vanuit of naar het gebied Groningen-Noord zijn verhuisd in de onderzoeksperiode en van de populatie die woonachtig is in het gebied.

1. Introductie

Een verhuizing gaat vaak gepaard met een specifieke verandering in iemands levensloop. Mensen gaan samenwonen of juist uit elkaar en kinderen gaan het huis uit. Migratie kan dus verschillende redenen en oorzaken hebben. Selectieve migratie is een demografisch fenomeen dat invloed heeft op de sociaaleconomische structuur van gebieden. In de context van deze longread verwijst selectieve migratie naar het wegtrekken van een specifieke groep mensen – vaak mensen met een hbo- of universitair niveau en mensen met een hoger inkomen – die afwijkt van de totale bevolkingssamenstelling van een gebied. Dit proces kan leiden tot sociaaleconomische veranderingen en kan de regionale ontwikkeling beïnvloeden.

Uit onderzoek blijkt dat migratiepatronen vaak ongelijk verdeeld zijn. Hbo’ers en universitair geschoolden en mensen met een hoger inkomen zijn doorgaans mobieler en hebben meer mogelijkheden om naar economisch aantrekkelijke regio’s te verhuizen, waar betere carrièremogelijkheden en voorzieningen beschikbaar zijn (CBS, 2024, Van Ham en Feijten, 2008).

Uit een ander onderzoek (Van Huis en Van Agtmaal-Wobma, 2009) bleek al dat het verhuispatroon van studentensteden afwijkt van het landelijke patroon. Het zogenaamde ‘studentenpatroon’ kenmerkt zich door de instroom van jonge vestigers. Wanneer de studie is afgerond verlaten afgestudeerden de studentenstad. Er wordt bovendien gesteld dat deze ‘studentenpatronen’ wel sterk verschillen tussen de studentensteden: het hangt sterk samen met perifere of centrale ligging en het inwonertal van de stad. Zo stellen de onderzoekers dat het studentenpatroon van Leiden veel minder uitgesproken is dan dat van Groningen.

Ook uit onderzoek van Latten, Das en Chkalova (2008) bleek al dat de drie noordelijke provincies zeer verschillende verhuispatronen hebben. “Het stadsgewest Groningen functioneert als ‘opwerkfabriek’ voor jongeren die uit alle uithoeken van Noord-Nederland naar het stadsgewest trekken. Na enkele jaren van vergaren van kenniskapitaal stromen de dan wat oudere jongeren weer uit. Ze vertrekken vooral naar West-Nederland, waar ze een grotere kans maken op inkomensstijging”.

Een gebied waar zich mogelijk selectieve migratie voordoet, is Groningen-Noord (ca. 52 duizend inwoners), dat is aangemerkt als aandachtsgebied binnen het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). In Groningen-Noord staan de leefbaarheid en veiligheid onder druk. Inwoners hebben te maken met een opeenstapeling van problemen rondom onderwijs, armoede, gezondheid, wonen en veiligheid (Gemeenteraad Groningen, 2023).

“Groningen als stad heeft veel aantrekkingskracht op mensen uit het Ommeland (het omliggende gebied). De stad kan deze bevolkingsgroei niet bijhouden, met als mogelijk gevolg toenemende ongelijkheid in de wijken en selectieve migratie vanuit onder andere de wijken in Groningen-Noord naar nieuwe wijken aan de westzijde van de stad (bijvoorbeeld De Held en Gravenburg). De prijs van het wonen en leven wordt hierdoor hoger en verdringing dreigt in bestaande en nieuwe wijken. Daardoor wordt een aantal wijken veel minder toegankelijk voor mensen met een smalle beurs. Tegelijkertijd vindt er in andere wijken een concentratie van kansarmen plaats. Deze processen voltrekken zich sluipenderwijs en dragen bij aan een tweedeling tussen arm en rijk, tussen mensen met kansen en mensen met minder kansen op werk, en vormen een voedingsbodem voor ondermijning. Daarmee dreigt de stad zich op termijn op te delen in kansrijke en kansarme wijken, zonder dat iemand daar op uit is” (Gemeenteraad Groningen, 2021).

Het gebied Groningen-Noord

Het gebied Groningen-Noord bestaat uit de wijken Vinkhuizen, Paddepoel, Selwerd/Tuinwijk, Indische Buurt, De Hoogte, de Professorenbuurt en de Oosterparkwijk.

1.1 Het gebied Groningen-Noord
BuurtGroningen-Noord
Binnenstad-Zuid
Binnenstad-Oost
Binnenstad-West
Noorderplantsoen
Hortusbuurt-Ebbingekwartier
UMCG
Stationsgebied
De Meeuwen
Oosterpoort
Herewegbuurt
Rivierenbuurt
Grunobuurt
Badstratenbuurt
Zeeheldenbuurt
Laanhuizen
Stadspark
Martini Trade Park
Peizerweg
Oranjebuurt
Noorderplantsoenbuurt
Schildersbuurt
Kostverloren
De HoogteIs onderdeel van Groningen-Noord
Indische buurtIs onderdeel van Groningen-Noord
ProfessorenbuurtIs onderdeel van Groningen-Noord
GorechtbuurtIs onderdeel van Groningen-Noord
VogelbuurtIs onderdeel van Groningen-Noord
BloemenbuurtIs onderdeel van Groningen-Noord
FlorabuurtIs onderdeel van Groningen-Noord
DamsterbuurtIs onderdeel van Groningen-Noord
De Linie
Europapark
Eemskanaal
Kop van Oost
Woonschepenhaven
Driebond
Eemspoort
Euvelgunne
Winschoterdiep
Stainkoel'n
Roodehaan
Waterhuizen
Sterrebosbuurt
Coendersborg
Klein Martijn
Villabuurt
Helpman
De Wijert
De Wijert-Zuid
Corpus den Hoorn
Hoornse Meer
Hoornse Park
Van Swieten
Piccardthof
Bruilweering
Hoogkerk Dorp
Hoogkerk-Zuid
Westpoort
Vierverlaten
Zuidwending
Leegkerk
Gravenburg
Bangeweer
De Buitenhof
Kranenburg
De Kring
Vinkhuizen-NoordIs onderdeel van Groningen-Noord
Vinkhuizen-ZuidIs onderdeel van Groningen-Noord
Hoendiep
Friesestraatweg
Reitdiep
Dorkwerd
De Held
Westpark
De Suikerzijde-Noord
De Suikerzijde-Zuid
SelwerdIs onderdeel van Groningen-Noord
Paddepoel-ZuidIs onderdeel van Groningen-Noord
Paddepoel-NoordIs onderdeel van Groningen-Noord
Zernike Campus
Selwerderhof
TuinwijkIs onderdeel van Groningen-Noord
Beijum-West
Beijum-Oost
De Hunze
Van Starkenborgh
Noorderhoogebrug
Het Witte Lam
Koningslaagte
Hunzeboord
Lewenborg-Noord
Lewenborg-Zuid
Lewenborg-West
Oosterhoogebrug
Ulgersmaborg
Hunzepark
Zilvermeer
Kardinge
Drielanden
Noorddijk
Ruischerbrug
Ruischerwaard
Middelbert
Engelbert
Klein Harkstede
Meeroevers
Harkstede GN
Lageland GN
Groenewei
Tersluis
De Zeilen
De Wierden
Ten Boer Dorp
Buitengebied Ten Boer-Zuid
Garmerwolde
Thesinge
Sint Annen
Buitengebied Ten Boer-Noord
Bedrijventerrein Ten Boer
Ten Post Dorp
Lellens
Woltersum
Winneweer
Wittewierum
Buitengebied Ten Post
Haren-Centrum
Haren-Zuidwest
Haren-Zuidoost
Haren-Noord
Essen
Buitengebied Haren-Noordwest
Nesciopark
Paterswoldsemeer
Buitengebied Haren-Zuidoost
Wolddeelen
Buitengebied Haren-Zuidwest
Oosterhaar
Tuindorp
Felland
Buitengebied Haren-Noordoost
Glimmen Dorp
Onnen Dorp
Noordlaren Dorp
Buitengebied Glimmen
Buitengebied Onnen
Buitengebied Noordlaren
Zuidlaardermeer
Noordlaarderbos
Appelbergen Glimmen
Appelbergen Onnen

Binnen Groningen-Noord is er een onderscheid aan te brengen tussen verschillende typen wijken. “In de periode 1960-1970 werden, vanwege de woningnood, in rap tempo drie nieuwe wijken aan de noordzijde van de stad gebouwd: Selwerd, Paddepoel en Vinkhuizen. Deze wijken kenmerken zich door onder andere het hoge percentage corporatieve woningbouw, functionele wijkwinkelcentra en een ruime opzet met ruimte voor auto’s en groen. De Oosterparkwijk, De Hoogte en de Indische Buurt zijn al ontwikkeld in de jaren twintig van de vorige eeuw, toen er behoefte ontstond aan ruimere en betere woningen voor arbeiders. Kenmerkend voor deze wijken is de kleinschaligheid en het individuele karakter. Deze verschillen in ontstaansgeschiedenis zorgen ervoor dat de wijken in Groningen-Noord momenteel in andere ontwikkelfasen zitten, en ook voor deels andere opgaven staan. Het gebied omvat verschillende typen stadswijken, maar is vergelijkbaar in de gebieden waar problematiek zich voordoet: armoede, gezondheid, opleiding, werkeloosheid, veiligheid, ondermijning, zelfredzaamheid en woonkwaliteit” (Gemeenteraad Groningen, 2021).

Onderzoeksvraag

In dit onderzoek is gekeken naar de verschillen in kenmerken tussen in- en uitstroom van personen in Groningen-Noord. Daarnaast zijn de interne verhuisbewegingen binnen dit gebied en de kenmerken van de totale bevolkingssamenstelling in Groningen-Noord in kaart gebracht.

De centrale vraag is: verschilt de uitstromende populatie van de instromende populatie en van de totale bevolking van Groningen-Noord?

Door de migratiedynamiek te bestuderen, kan inzicht worden verkregen in de factoren die bijdragen aan selectieve migratie en de mogelijke maatregelen die gebieden zoals Groningen-Noord kunnen nemen om talent te behouden of aan te trekken. Dit onderzoek draagt daardoor bij aan de bredere discussie over regionale ongelijkheid en sociaaleconomische ontwikkeling in Nederland.

Populatieafbakening

De populatie bestaat uit verhuisde personen van 18 jaar of ouder die binnen, vanuit of naar Groningen-Noord zijn verhuisd gedurende periode van 2018 tot en met 2022, deze wordt vergeleken met de totale bevolkingssamenstelling van het gebied. Daarbij wordt er per jaar gekeken naar de veranderingen tussen 1 januari en 31 december. Tussentijdse verhuizingen en veranderingen binnen een jaar worden buiten beschouwing gelaten. In de longread worden alleen figuren getoond en besproken over de totale periode (2018-2022) en niet die van individuele jaren.

De aantallen en percentages in deze tabellen zijn gebaseerd op verhuizingen van personen en niet op verhuizingen van huishoudens. Een paar dat is verhuisd bestaande uit twee mensen komt dus twee keer terug in de cijfers.

Voor de persoonskenmerken is de peildatum 31 december van het verslagjaar (2018-2022). Voor de woningkenmerken is de peildatum voor de achtergelaten woning 1 januari en voor de nieuw betrokken woning 31 december van het verslagjaar.

Onderzoeksmethode

De CBS Woonbase (CBS, 2023) vormt de basis van dit onderzoek. De Woonbase is een microdatabestand met een combinatie van woning- en bewonerskenmerken. Het doel van Woonbase is om makkelijker en eenduidiger informatie te generen over “wie woont waar” met daarbij een beschrijving van de woningen, bewoners en vooral ook de combinatie daarvan.

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 worden de persoons- en huishoudenskenmerken van de verhuisde personen binnen, vanuit of naar het gebied Groningen-Noord besproken. In hoofdstuk 3 wordt de financiële situatie van de huishoudens waarin deze personen wonen in kaart gebracht. Hoofdstuk 4 gaat in op de woningkenmerken van deze groepen voor zowel de achtergelaten als de betrokken woning. Tenslotte wordt er in de conclusie teruggegrepen op de geformuleerde onderzoeksvraag.

2. Persoons- en huishoudenskenmerken

Personen die vertrekken uit het gebied Groningen-Noord zijn ouder en hoger opgeleid dan personen die naar of binnen het gebied verhuizen. Bovendien hebben zij op het moment van verhuizen vaker kinderen. Personen die naar het gebied verhuizen zijn vaker voltijdstudent, namelijk in bijna de helft van de gevallen. Het gaat dan ook vaker om eenpersoonshuishoudens dan bij de groep die Groningen-Noord verlaat: een derde van de groep die in Groningen-Noord komt wonen was een thuiswonend kind dat uit huis ging.

In dit hoofdstuk worden persoons- en huishoudenskenmerken beschreven van de groepen die verhuizen binnen, vanuit of naar het gebied Groningen-Noord tussen 2018 en 2022. Het gaat hierbij om de leeftijd van de bevolking, het onderwijsniveau, de studentstatus en het type huishouden. Daarnaast wordt de verdeling van de totale populatie voor dit gebied in 2022 weergegeven over de genoemde kenmerken.

2.1 Leeftijd

Figuur 2.1.1 laat zien dat veruit de grootste groep die naar Groningen-Noord verhuist jonger is dan 30 jaar, namelijk 76 procent. De groep 18- tot 30-jarigen is ook het grootst bij de verhuizers binnen en uit het gebied. Bij de vertrekkers is de groep 30- tot 45-jarigen relatief groot (23 procent) vergeleken met de groep die naar Groningen-Noord migreert (15 procent).

Zowel de groep die naar het gebied verhuist als de groep die het gebied verlaat wijkt af van de populatie die er woont: daarvan is slechts 39 procent jonger dan 30 jaar. De groep personen van 45 jaar en ouder is veel groter en samen goed voor ruim een derde van de totale populatie in Groningen-Noord.

2.1.1 Leeftijd bevolking Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbeweging18 tot 30 jaar (%)30 tot 45 jaar (%)45 tot 65 jaar (%)65 jaar en ouder (%)
Verhuisd binnen gebied632198
Verhuisd uit gebied672373
Verhuisd naar gebied761563
Populatie gebied 202239252016

2.2 Onderwijsniveau

Voor het onderwijsniveau wordt gebruik gemaakt van gegevens uit het opleidingsniveaubestand van het CBS. Het bestand is gebaseerd op gegevens uit diverse registers en de Enquête Beroepsbevolking (EBB). Alhoewel de dekkingsgraad van het opleidingsniveaubestand hoog is (12,5 miljoen personen), vertegenwoordigt het bestand niet de gehele populatie. Vooral oudere mensen komen niet voor in de onderwijsregistraties. Dit komt doordat ouderen veelal hun opleidingen hadden afgerond voordat de registers tot stand kwamen die voor het opleidingsniveaubestand gebruikt worden. Voor personen waarvan het niet bekend is wat de hoogst behaalde opleiding is, wordt het onderwijsniveau bijgeschat aan de hand van de Enquête Beroepsbevolking (EBB) en vervolgens gewogen en opgehoogd tot populatieniveau. Vanwege deze bijschatting wordt voor het onderwijsniveau ook het 95%-betrouwbaarheidsinterval weergegeven1).

In figuur 2.2.1 wordt het hoogst behaalde onderwijsniveau getoond, dat wil zeggen het niveau van de hoogste met succes afgeronde opleiding. Het hoogst behaalde onderwijsniveau is ingedeeld in de volgende categorieën, conform de Standaard Onderwijsindeling 2021: Basisonderwijs, vmbo, mbo1;  Havo, vwo, mbo2-4;  Hbo, wo. Omdat het voor het hoogst behaalde onderwijsniveau niet mogelijk is om een gemiddelde uit te rekenen over meerdere jaren wordt alleen het laatste jaar (2022) getoond.

De figuur toont dat ruim de helft (52 procent) van de personen in de groep die het gebied verlaat een hbo- of wo-opleiding heeft afgerond. Voor personen die naar het gebied toe verhuizen is dit aandeel veel lager, namelijk 33 procent. Het aandeel van de totale populatie met een afgeronde hbo- of wo opleiding is 40 procent.

2.2.1 Onderwijsniveau bevolking Groningen-Noord, 2022
OnderwijsniveauAandeel met onderwijsniveau (%)Aandeel met onderwijsniveau, marge (%)
Verhuisd binnen gebied -
Basisonderwijs, vmbo, mbo12015 - 24
Havo, vwo, mbo2-44743 - 52
Hbo, wo3332 - 35
-
Verhuisd uit gebied -
Basisonderwijs, vmbo, mbo11311 - 14
Havo, vwo, mbo2-43635 - 37
Hbo, wo5250 - 54
-
Verhuisd naar gebied -
Basisonderwijs, vmbo, mbo1108 - 16
Havo, vwo, mbo2-45653 - 59
Hbo, wo3330 - 35
-
Populatie gebied 2022 -
Basisonderwijs, vmbo, mbo12219 - 22
Havo, vwo, mbo2-43837 - 41
Hbo, wo4038 - 42

2.3 Studentstatus

Figuur 2.3.1 laat zien dat bijna de helft van de groep die verhuist naar Groningen-Noord voltijd mbo-, hbo- of wo-student is op het moment van verhuizen. Bij de groep die vertrekt uit het gebied studeert nog ongeveer een derde.

Zowel de groep die naar het gebied verhuist als de groep die het gebied verlaat verschilt daarmee af van de populatie die er woont: daarvan is slechts 23 procent student.

2.3.1 Studentstatus bevolking Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingMbo, hbo, wo (%)Geen voltijdsstudent (%)
Verhuisd binnen gebied3466
Verhuisd uit gebied3268
Verhuisd naar gebied4951
Populatie gebied 20222377

2.4 Type huishouden

Bij verhuizers naar het gebied Groningen-Noord is de groep eenpersoonshuishoudens het grootst (58 procent), zie figuur 2.4.1. Dit percentage ligt hoger dan bij de groep vertrekkers: dan is nog 38 procent een eenpersoonshuishouden. Wanneer mensen vertrekken uit Groningen-Noord hebben zij veel vaker kinderen (26 procent) dan de groep die naar het gebied verhuist (8 procent).

2.4.1 Type huishouden Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingEenpersoonshuishouden (%)Paar zonder kind(eren) (%)Paar met kind(eren) (%)Eenouderhuishouden (%)Overig huishouden (%)
Verhuisd binnen gebied5028966
Verhuisd uit gebied38322154
Verhuisd naar gebied5828535
Populatie gebied 202247261574

Er is ook gekeken of het type huishouden waarvan de verhuizende persoon onderdeel uitmaakt veranderd is bij verhuizing ten opzichte van het huishouden waaruit de persoon vertrekt. Figuur 2.4.2 toont dat van alle personen die naar Groningen-Noord verhuisden een derde een thuiswonend kind was dat uit huis ging (en al dan niet samen met een partner ging wonen). Bij de personen die vertrekken uit het gebied is bij ongeveer de helft geen verandering zichtbaar in de huishoudenssamenstelling, 16 procent gaat samenwonen en 12 procent gaat terug naar het ouderlijk huis.

2.4.2 Verandering type huishouden Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingGeen verandering (%)Thuiswonend kind naar partner/alleenstaand (%)Alleenstaand naar partner in paar (%)Partner in paar naar alleenstaand (%)Weer thuiswonend (%)Naar institutioneel huishouden (%)Overige veranderingen (%)Onbekend (%)
Verhuisd binnen gebied5861491390
Verhuisd uit gebied494167122100
Verhuisd naar gebied333311611105

1) Cijfers met een groot betrouwbaarheidsinterval dienen met voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden. Wanneer er minder dan tien EBB-waarnemingen voorkomen in een subgroep is het 95%-betrouwbaarheidsinterval niet betrouwbaar te schatten, in dat geval wordt het 100%-betrouwbaarheidsinterval gegeven. Dit wordt dan aangegeven met een *.

3. Financiële situatie huishoudens

Personen die vertrekken uit Groningen-Noord hebben vaker een hoog inkomen, hoog vermogen en hogere welvaart dan de groep die naar of binnen het gebied verhuist. Ook vergeleken met de populatie in het gebied in 2022 is de financiële situatie beter voor de groep die Groningen-Noord verlaat.

In dit hoofdstuk wordt de financiële positie van de huishoudens beschreven voor de groepen die binnen, vanuit of naar het gebied Groningen-Noord zijn verhuisd tussen 2018 en 2022. Het gaat hierbij over het huishoudinkomen, het huishoudvermogen en de welvaart van het huishouden.

3.1 Inkomen van het huishouden

Het huishoudinkomen is bepaald op basis van het belastbaar inkomen. Het gaat hierbij om het inkomen uit box 1, 2 en 3 gesommeerd over alle leden van het huishouden. Het belastbaar inkomen wordt onderverdeeld in vier categorieën (laag, laag-midden, midden-hoog en hoog) op basis van de DAEB-norm2). Daarbij geldt dat de categorie ‘laag’ inkomens betreft die onder de DAEB-norm vallen, de categorie ‘laag-midden’ inkomens omvat van de DAEB-norm tot 28 procent boven de norm, de categorie ‘midden-hoog’ inkomens van 28 procent tot 50 procent boven de norm, en de categorie 'hoog' inkomens van minstens 50 procent boven de norm. De DAEB-norm wisselt per jaar, zie voor een overzicht de toelichting in de tabellenset.

Voor de groep die naar Groningen-Noord verhuist is het aandeel met een laag huishoudinkomen groter dan voor de groep die vertrekt. Voor de eerste groep geldt dat 71 procent van de huishoudens een laag inkomen heeft, voor de groep die vertrekt is dat minder dan de helft (43 procent). Het inkomen is hoger bij de groep die vertrekt: hier heeft ruim een derde van de groep een hoog inkomen. Bij de groep die naar het gebied verhuist en de hele populatie is dit respectievelijk 13 en 17 procent.

3.1.1 Huishoudinkomen Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingLaag (%)Laag-midden (%)Midden-hoog (%)Hoog (%)Onbekend (%)
Verhuisd binnen gebied6585157
Verhuisd uit gebied4396365
Verhuisd naar gebied7174135
Populatie gebied 202263106174

3.2 Vermogen van het huishouden

Het huishoudvermogen is bepaald door alle Nederlandse particuliere huishoudens te verdelen in 100 groepen van gelijke omvang op basis van het vermogen. Vervolgens zijn de huishoudens ingedeeld in drie groepen, waarbij de categorie ‘laag’ de groep met de 33 procent van de huishoudens betreft met de laagste vermogens, ‘hoog’ de groep van 33 procent van de huishoudens met de hoogste vermogens en ‘midden’ de groep van 33 procent van de huishoudens daartussenin. Daarnaast is er een groep waarvan het vermogen onbekend is. In figuur 3.2.1 is de verdeling voor alle huishoudens in Groningen-Noord opgenomen.

Het huishoudvermogen van de personen in de groep die naar Groningen-Noord verhuist is vaker laag (75 procent) dan dat van de groep die het gebied verlaat (58 procent). Ook voor de populatie in het gebied geldt dat ruim 60 procent een laag vermogen heeft. Voor alle groepen geldt dat slechts een klein deel een vermogen heeft dat als hoog aangemerkt wordt. Voor de groep die vertrekt is dit het hoogst, namelijk 13 procent.

3.2.1 Huishoudvermogen Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingLaag (%)Midden (%)Hoog (%)Onbekend (%)
Verhuisd binnen gebied731637
Verhuisd uit gebied5824135
Verhuisd naar gebied751735
Populatie gebied 20226224104

3.3 Welvaart van het huishouden

De financiële welvaart van een huishouden is gebaseerd op zowel het inkomen als het vermogen van een huishouden. Zie Van Brakel en Gidding (2019) voor de achtergrond en berekenwijze van de financiële welvaart. Voor dit onderzoek zijn alle Nederlandse huishoudens geordend van lage naar hoge financiële welvaart, en opgedeeld in drie groepen van gelijke omvang. De categorie ‘laag’ omvat de 33 procent van de huishoudens met de laagste welvaart, en de categorie ‘hoog’ omvat de 33 procent van de huishoudens met de hoogste welvaart. De groep ‘midden’ zit ertussenin. Voor een deel van de huishoudens is het vermogen onbekend, deze zijn niet ingedeeld. In figuur 3.3.1 is de welvaartsverdeling voor alle huishoudens in Groningen-Noord opgenomen.

Figuur 3.3.1 laat zien dat de welvaart van een huishouden dat naar Groningen-Noord verhuist vaker laag is (69 procent) dan bij de groep die het gebied verlaat (41 procent). Voor de totale populatie in Groningen-Noord in 2022 geldt dat zes op de tien huishoudens een laag welvaartsniveau heeft.

3.3.1 Welvaart huishouden Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingLaag (%)Midden (%)Hoog (%)Onbekend (%)
Verhuisd binnen gebied632287
Verhuisd uit gebied4129255
Verhuisd naar gebied691885
Populatie gebied 20225825134

2) Woningcorporaties moeten zich bij het toewijzen van hun sociale- huurwoningen (DAEB-woningen) houden aan een aantal regels, waaronder de maximale inkomensgrens. Deze inkomensgrenzen worden jaarlijks geïndexeerd. Zie ook Rijksoverheid (2024).

4. Woningkenmerken

Personen die het gebied Groningen-Noord verlaten, betrekken in hun nieuwe woongebied vaker een eengezinswoning dan personen die naar of binnen het gebied verhuizen. Ook gaan vertrekkers vaker in een koopwoning wonen in plaats van in een huurwoning en gaat het in ongeveer de helft van de gevallen om een woning in het midden- of hoge prijssegment. Zij laten bij verhuizing het vaakst van alle groepen een meergezinswoning, huurwoning, en/of een woning uit het lage prijssegment achter.

In dit hoofdstuk worden de woningkenmerken beschreven van personen die binnen, vanuit of naar het gebied Groningen-Noord zijn verhuisd tussen 2018 en 2022. Zowel de kenmerken van de achtergelaten als de nieuw betrokken woning zijn in kaart gebracht. Het gaat hierbij over het type van de woning, het type eigendom en de prijsklasse.

4.1 Woningtype

Voor het woningtype wordt er onderscheid gemaakt tussen eengezinswoningen en meergezinswoningen. Figuur 4.1.1 toont dat de groep die uit het gebied Groningen-Noord vertrekt veel vaker (46 procent) naar een eengezinswoning verhuist dan de groep die naar of binnen het gebied verhuist (respectievelijk 19 en 24 procent). De groep die bij verhuizing een meergezinswoning betrekt is in alle drie de groepen het grootst. Dit heeft ook te maken met de woningvoorraad in het gebied: ongeveer een derde van de woningen in Groningen-Noord is een eengezinswoning.

De achtergelaten woning is bij de groep die naar Groningen-Noord verhuist in de helft van de gevallen een eengezinswoning. Dit is veel vaker dan bij de groep die het gebied uit verhuist of in het gebied blijft (in beide gevallen 22 procent).

4.1.1 Woningtype Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingEengezinswoning (%)Meergezinswoning (%)Onbekend (%)
Betrokken woning
Verhuisd binnen gebied24733
Verhuisd uit gebied46505
Verhuisd naar gebied19792
Achtergelaten woning
Verhuisd binnen gebied22752
Verhuisd uit gebied22762
Verhuisd naar gebied513910
Totaal woningen
Populatie gebied 202230691

4.2 Eigendom woning

Voor het eigendom van de woning wordt er onderscheid gemaakt tussen koopwoningen en huurwoningen. Huurwoningen kunnen van een woningcorporatie zijn of van een ander type verhuurder. De groep die het gebied Groningen-Noord verlaat betrekt op de nieuwe woonlocatie veel vaker (37 procent) een koopwoning dan de groep die naar (12 procent) of binnen (14 procent) het gebied verhuist (figuur 4.2.1). Zij betrekken vaker een huurwoning van een corporatie of een overige verhuurder.

De achtergelaten woning is bij de groep die naar Groningen-Noord verhuist in vier op de tien gevallen een koopwoning. Bij de groep die uit het gebied vertrekt is dat slechts 15 procent. Dit heeft ook te maken met de woningvoorraad in het gebied: 23 procent van de woningen in Groningen-Noord is een koopwoning.

4.2.1 Eigendom woning Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingKoopwoning (%)Huurwoning woningcorporatie (%)Huurwoning overige verhuurder (%)Onbekend (%)
Betrokken woning
Verhuisd binnen gebied1445373
Verhuisd uit gebied3717416
Verhuisd naar gebied1230553
Achtergelaten woning
Verhuisd binnen gebied1145423
Verhuisd uit gebied1531532
Verhuisd naar gebied40173310
Totaal woningen
Populatie gebied 20222346292

4.3 Prijsklasse woning

De prijsklasse van de woning is bepaald op basis van de WOZ-waarde (Waardering Onroerende Zaken). De driedeling (laag, midden, hoog) is gebaseerd op een percentage van de (jaarlijkse) NHG-grens (Nationale Hypotheek Garantie). Zie voor de hoogte en de grenzen per jaar de technische toelichting in de tabellenset. Voor de woningen waarvan de WOZ-waarde niet bekend is, is een categorie onbekend opgenomen.

Figuur 4.3.1 toont dat de achtergelaten woning bij de groep die naar Groningen-Noord verhuist in 42 procent van de gevallen een woning uit het midden- of hoge segment is. Dit is veel vaker dan bij de groep die uit het gebied of binnen het gebied verhuist. De woning die wordt betrokken is voor de groep die naar Groningen-Noord verhuist en voor de groep die binnen het gebied verhuist in de meeste gevallen een woning uit het lage segment. Dit heeft ook te maken met de woningvoorraad in het gebied: driekwart van de woningen in Groningen-Noord is een woning in het lage segment.

4.3.1 Prijsklasse woning Groningen-Noord, 2018-2022
verhuisbewegingLaag (%)Midden (%)Hoog (%)Onbekend (%)
Betrokken woning
Verhuisd binnen gebied692065
Verhuisd uit gebied4524238
Verhuisd naar gebied682175
Achtergelaten woning
Verhuisd binnen gebied79947
Verhuisd uit gebied781155
Verhuisd naar gebied45192313
Totaal woningen
Populatie gebied 2022761572

5. Conclusie

Personen die het gebied Groningen-Noord verlaten hebben andere kenmerken dan de personen die in het gebied komen wonen, binnen het gebied verhuizen en de totale populatie in Groningen-Noord. Ook is de samenstelling van de vertrekkende huishoudens anders en verschillen de kenmerken van de woningen die zij achterlaten van de woningkenmerken van vestigers en verhuizers binnen het stadsdeel.

Vertrekkers

Personen die het gebied uit verhuizen zijn vaker dan andere verhuizers tussen de 30 en 45 jaar. Ze zijn minder vaak voltijdstudent en bovendien hoger opgeleid dan personen die naar of binnen het gebied verhuizen. Dit kan een aanwijzing zijn dat mensen na het afronden van de opleiding weer uit het gebied vertrekken. Bovendien hebben zij bij vertrek vaker kinderen, een hoger inkomen, vermogen en een hogere welvaart dan de groep die naar of binnen het gebied verhuist. Personen die het gebied Groningen-Noord verlaten betrekken in hun nieuwe woonregio vaker een eengezinswoning dan de groep die naar of binnen het gebied verhuist. Ook gaan vertrekkers vaker in een koopwoning wonen in plaats van in een huurwoning van een woningcorporatie en gaat het in ongeveer de helft van de gevallen om een woning in het midden- of hoge prijssegment.

Vergeleken met de gehele populatie die in het gebied woont zijn de personen die het gebied verlaten vaker hoger opgeleid. Bovendien hebben zij een hoger huishoudinkomen en een hogere welvaart dan de bewoners als geheel. De woningen die ze betrekken zijn vaker een woning uit het midden of hoge segment vergeleken met de populatie in het gebied. Ook zijn dit vaker koopwoningen en eengezinswoningen.

Instromers

Personen die naar het gebied Groningen-Noord verhuizen zijn vaker tussen de 18 en 30 jaar vergeleken met de groep die het gebied verlaat. Ongeveer de helft van de groep instromers is voltijdstudent aan het mbo, hbo of wo en daardoor op het moment van meten (nog) lager opgeleid dan de groep die vertrekt. Bovendien zijn zij vaker een eenpersoonshuishouden dan personen uit de groep die het gebied verlaat: een derde van de groep was een thuiswonend kind dat uit huis ging. Zij laten bij vertrek uit Groningen-Noord het vaakst een meergezinswoning, huurwoning, en/of een woning uit het lage segment achter.

Vergeleken met de gehele populatie die in het gebied woont zijn de personen die naar het gebied Groningen-Noord verhuizen veel jonger: driekwart van de groep die naar Groningen-Noord verhuist is jonger is dan 30 jaar. Voor de populatie van het gebied als geheel geldt dat slechts 4 op de 10 personen jonger is dan 30 jaar. Bovendien is op het moment van verhuizing naar het gebied bijna de helft voltijd mbo-, hbo- of wo-student. Dit aandeel is twee keer zo hoog als de onder alle bewoners: daarvan is slechts een kwart student.

Selectieve migratie

De centrale onderzoeksvraag was of de uitstromende populatie verschilt van de instromende populatie en van de totale bevolking van Groningen-Noord, ofwel of er selectieve migratie plaatsvindt.

Er lijkt sprake te zijn van selectieve migratie in Groningen-Noord, aangezien een groep personen met specifieke kenmerken het gebied inkomt, en een groep met andere, specifieke kenmerken juist wegtrekt uit het gebied. De personen die uit Groningen-Noord vertrekken hebben vaker een afgeronde bachelor- of masteropleiding en hebben een betere financiële situatie: zij hebben een hoger inkomen, hoger vermogen en een hogere welvaart dan de groep die naar het gebied komt en in het gebied woont. Dit sluit aan bij het beeld uit eerder onderzoek waaruit bleek dat het verhuispatroon van studentensteden afwijkt van het landelijke patroon (Van Huis en Van Agtmaal-Wobma, 2009), en dat na enkele jaren vergaren van kenniskapitaal oudere jongeren weer uitstromen uit de studentenstad (Latten, Das en Chkalova, 2008).

Er is in dit onderzoek niet gekeken of er binnen de gemeente Groningen meer gebieden zijn waar dit fenomeen zich voordoet, en waarnaartoe de vertrekkers verhuizen. Dit kan mogelijk interessant zijn voor een vervolgonderzoek.

Begrippen

Selectieve migratie

Selectieve migratie is een demografisch fenomeen dat invloed heeft op de sociaaleconomische structuur van gebieden. In de context van deze longread verwijst selectieve migratie naar het wegtrekken van een specifieke groep mensen – vaak hoogopgeleiden en mensen met een hoger inkomen – die afwijkt van de totale bevolkingssamenstelling van een gebied. Dit proces kan leiden tot sociaaleconomische veranderingen en kan de regionale ontwikkeling beïnvloeden.

Meergezinswoningen

Meergezinswoningen (Appartementen) betreft verblijfsobjecten met een woonfunctie gelegen in panden met twee of meer verblijfsobjecten.

Referenties

Van Brakel, M., Gidding, K. (2019). Hoe is de financiële welvaart verdeeld?. Statistische Trends, Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.

CBS (2025). Verhuisbewegingen Groningen Noord en wijkvernieuwingswijken 2018-2022 (Tabellenset). Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.

CBS (2024). Dashboard verhuisbewegingen, 2017 t/m 2022. Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.

CBS (2023). Over de Woonbase. Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.

Gemeenteraad Groningen (2023). Samen verder, Gebiedsplan NPLV Groningen-Noord.

Gemeenteraad Groningen (2021). Uitvoeringsprogramma-Regio-Deal-Groningen-Noord. 

Van Ham, M., Feijten, P. (2008). Who Wants to Leave the Neighbourhood? The Effect of Being Different from the Neighbourhood Population on Wishes to Move. Environment and Planning A, 40(5), 1151-1170.

Van Huis, M., Van Agtmaal-Wobma, E. (2009). Verhuizen vanuit studentensteden. Bevolkingstrends, Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.

Latten, J., Das, M., Chkalova, K. (2008). De stad Groningen als roltrap van Noord-Nederland. Bevolkingstrends, Centraal Bureau voor de Statistiek: Den Haag/Heerlen/Bonaire.

Rijksoverheid (2024). Indexering inkomensgrenzen voor woningcorporaties en huurtoeslagparameters per 2025. Rijksoverheid.nl. Geraadpleegd april 2025.