Auteur: Hans Schmeets, Jeanet Exel, Anton ten Westenend, Dennis Martens
De Heitjes en het onderlinge wantrouwen in Heerlen

5. Oorzaken van het wantrouwen

De statistieken roepen wellicht de vraag op naar de oorzaken van het wantrouwen van de Heerlenaren. Waarom staan ze zo argwanend tegenover hun medeburgers? Een tweede vraag is waarom het noordelijke deel veel wantrouwender is dan het zuidelijke deel. 
De sociaal-demografische samenstelling kan hierbij een rol spelen. Uit statistieken is bekend dat samenstelling van de bevolking van belang is voor het vertrouwen. Zo hebben mensen met een hoog opleidingsniveau en een hoog huishoudinkomen meer fiducie in anderen dan mensen met minder opleiding en zij die minder te besteden hebben. Indien dus in Heerlen meer mensen met een zwakkere sociaaleconomische positie wonen dan in andere steden, zal er ook meer wantrouwen heersen. En dit zou ook een onderscheidende factor kunnen zijn in het grote verschil tussen Heerlen-noord en Heerlen-zuid.. Tevens kan de demografische situatie een rol spelen. Mannen, jongeren en de groep zonder migratieachtergrond geven aan dat ze meer vertrouwen in de medemens hebben dan respectievelijk vrouwen, ouderen en mensen met een migratieachtergrond. 

Wat leren de analyses? Als de grote gemeenten niet zouden verschillen in het niveau van de opleiding en het inkomen, dan nemen de verschillen iets af. Het onderlinge vertrouwen van de inwoners van Heerlen zou dan uitkomen op 53 in plaats van 49 procent. Dan komt Heerlen op de vijfde plek terecht. Alleen in Roosendaal, Nissewaard, Venlo en Den Haag zou het wantrouwen nog iets groter zijn. De afstand tot vele andere gemeenten zou  echter onverminderd hoog blijven. Zo heeft ook na deze correctie 69 procent van de Zwollenaren vertrouwen in andere mensen, maar wordt voorbijgestreefd door de inwoners van Súdwest Fryslân met 71 procent. Indien bovendien rekening wordt gehouden met man/vrouw verdeling, de leeftijdsopbouw en het aandeel migranten, dan neemt het onderlinge vertrouwen in Heerlen toe van 49 naar 54 procent en komt daarmee op positie zes. Den Haag verdwijnt dan uit de top-vijf om plaats te maken voor de gemeenten Midden-Groningen en Sittard-Geleen. Dit betekent dus dat een klein deel van de vertrouwensachterstand van Heerlen ten opzichte van de vele andere gemeenten is toe te schrijven aan een lagere opleiding en lager beschikbaar inkomen. De demografische verschillen zijn daarbovenop weinig extra onderscheidend.  

Op deze manier is ook onderzocht in welke mate de samenstelling van de bevolking in de twee  deelgebieden in Heerlen een rol speelt bij het sociaal vertrouwen. Vooral opleiding en het inkomen binnen het huishouden zijn onderscheidend voor het onderlinge vertrouwen. Van de laag opgeleiden heeft met 35 procent een duidelijke minderheid vertrouwen in de medemens. Bij hoog opgeleiden loopt dit op tot 73 procent en tot 55 procent bij middelbaar opgeleiden. Het huishoudinkomen is minder onderscheidend. Van de groep met een laag inkomen zegt 45 procent andere mensen te vertrouwen, en van de groep met een hoog inkomen is dat 60 procent. 

Het gelijkschakelen van de sociaaleconomische en demografische factoren geeft deels inzichten in de oorzaken  voor het verschil in sociaal vertrouwen tussen inwoners van Heerlen-noord (48 procent) en Heerlen-zuid (59 procent). Het wordt door deze aanpassing teruggebracht tot 50 versus 56 procent, dus de discrepantie van 11 procentpunt neemt af tot 6 indien Heerlen-noord en Heerlen-zuid in de bevolkingssamentelling niet zouden verschillen. Wederom blijkt dat deze correctie terug te voeren is op verschillen in opleidingsniveau en inkomen tussen inwoners van Heerlen-noord en Heerlen-zuid. Andere kenmerken zoals het hebben van werk, man/vrouw verdeling, leeftijdsopbouw en het aandeel met een migratieachtergrond bieden geen aanvullende inzichten. 

In onderstaande grafiek zijn de vertrouwenscijfers voor Heerlen-noord en Heerlen-zuid gepresenteerd voor drie opleidings- en twee inkomensgroepen. Daaruit valt af te lezen dat de hoog opgeleiden in het noordelijke en zuidelijke deel van Heerlen zich niet onderscheiden in het sociaal vertrouwen. Dit verschil blijft echter wel zichtbaar bij zowel de laag- als middelbaar opgeleiden. Bij zowel de groep met een laag als met een hoog inkomen is het sociaal vertrouwen in Heerlen-zuid groter dan in Heerlen-noord. Dit betekent dat zowel de verschillen in het opleidingsniveau als in het besteedbare inkomen tussen het noordelijke en het zuidelijke deel slechts deels de oorzaken zijn van  de hogere vertrouwenscijfers in Heerlen-zuid ten opzichte van Heerlen-noord. 

5.1 Sociaal vertrouwen, 2020
AchtergrondkenmerkCategorieHeerlen-noord (%)Heerlen-zuid (%)
OpleidingLaag33,240,7
OpleidingMiddelbaar50,162,2
OpleidingHoog72,973,2
InkomenLaag42,352,6
InkomenHoog56,864,3