Vergunde tijdelijke woningen

1. Inleiding

1.1 Vraagstuk

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft het CBS gevraagd de totstandkoming van tijdelijke woningen te monitoren. Door de druk op de woningmarkt – o.a. door veranderde woonwensen – moeten er snel nieuwe woningen bijkomen en met de Stimuleringsaanpak Flexwonen wil BZK dit bevorderen. De woningvoorraad kan met dit type woningen relatief snel worden uitgebreid, omdat het bouwproces vaak sneller kan en ook kunnen er locaties en gebouwen worden benut waar in eerste instantie geen woonbestemming op rust. Het proces van het realiseren van een woning kan daarmee worden verkort.

Door het periodiek monitoren van de productie kan gemeten worden of de Stimuleringsaanpak tot een toename van Tijdelijke woningen leidt.

1.2 Doel van het onderzoek

De wens van BZK is om de productie van tijdelijke woningen te monitoren. Doordat tijdelijke woningen niet te herleiden zijn uit (basis)-registraties of uit gegevens op basis van bestaande vragenlijsten, is er gekozen voor een extra uitvraag bij de gemeenten. Het enige moment waarbij duidelijk vastgesteld kan worden of het om tijdelijke woningen gaat, is bij de vergunningverlening. Vandaar dat in samenspraak met BZK is besloten om de totstandkoming van tijdelijke woningen als volgt te monitoren: de gemeenten worden benaderd met de vraag voor hoeveel tijdelijke woningen een vergunning is verleend. Dit betekent dat in dit onderzoek de vergunde tijdelijke woningen het uitgangspunt zijn bij de monitoring van de ontwikkeling. Om een landelijk beeld te krijgen, zijn alle gemeenten in Nederland benaderd.

Dit rapport beschrijft de resultaten van de tweede uitvraag over de periode tussen 1 juli 2020 en 1 juli 2021. De resultaten van de eerste uitvraag zijn na te lezen in het rapport Vergunde tijdelijke woningen tussen 1 januari 2019 en 1 juli 2020.

1.3 Afbakening tijdelijke woningen

Over het begrip tijdelijke woningen is geen duidelijke afgebakende definitie bekend. In dit onderzoek is de definitie gehanteerd die aansluit bij eerder onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van BZK en met hen is afgestemd2).

Gehanteerde definitie tijdelijke woningen:
Woningen die voor een bepaalde tijd (veelal maximaal 10 jaar) op een tijdelijke locatie (ontheffing bestemmingsplan) mogen worden gebouwd óf die getoetst zijn aan tijdelijke woningen zoals gedefinieerd in het bouwbesluit3).

Net als in de Stimuleringsaanpak Flexwonen wordt er vaak ook gesproken over Flexwoningen. Dit is de overkoepelde term voor woningen die verplaatsbaar, stapelbaar, schakelbaar of splitsbaar zijn. Daarbij heeft één van de volgende aspecten een tijdelijk karakter:

  1. de woning zelf;
  2. de bewoning;
  3. de locatie.

In dit onderzoek gaat het bij tijdelijke woningen alleen om de tijdelijkheid van de locatie en/of het tijdelijke karakter van de woning zelf. Concreet betekent dit:

  • Woningen die voor een bepaalde tijd op een tijdelijke locatie gebouwd mogen worden, tellen wel mee.
  • Woningen die voor een bepaalde tijd op een locatie die al woonbestemming heeft gebouwd mogen worden, tellen wel mee.

Belangrijk om te melden is dat het bij tijdelijke woningen niet per se om nieuwbouw4)  hoeft te gaan. Ook bestaande panden zonder woonfunctie kunnen gebruikt worden om tijdelijke woningen in te creëren. Het gaat hier om pandtransformatie, waarbij tijdelijk wordt toegestaan dat het pand gebruikt wordt voor bewoning.

Voor de volgende specifieke objecten geldt dat deze niet tot de tijdelijke woningen in dit onderzoek behoren:

  • Woningen waarin de bewoning tijdelijk wordt toegestaan, bv in recreatiewoningen, tellen niet mee in dit onderzoek.
  • Vergunningsvrije woningbouw. Dit heeft te maken met de gekozen methode van monitoren (zie paragraaf 1.2);
  • Objecten op wielen (bijvoorbeeld stacaravans) of objecten in het water zoals woonboten. Dit soort objecten voldoen niet aan de definitie van een pand in de BAG5) , omdat deze objecten niet gefundeerd of verankerd zijn met de grond;
  • Tijdelijke woonunits die niet verankerd zijn aan de grond (bijvoorbeeld ‘losse’ (onverankerde) containers). Dit soort objecten voldoen eveneens niet aan de definitie van een pand in de BAG;
  • Tijdelijke woonunits die bij nieuw te bouwen woningen worden geplaatst. Deze objecten zijn bedoeld voor het tijdelijk onderkomen van de eigenaar van het nieuw te bouwen of te verbouwen woning. Veelal gaat het om maximaal 2 jaar.

1)https://www.woningmarktbeleid.nl/onderwerpen/flexwonen/documenten/kamerstukken/2019/05/29/kamerbrief-over-stimuleringsaanpak-flexwonen

2)https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2019/05/28/de-bouw-van-tijdelijke-woningen-expertisecentrum-flexwonen

3)https://rijksoverheid.bouwbesluit.com/Inhoud/docs/wet/bb2012/hfd1/par1-4/art1-14

4)Oprichten en heroprichten op een nieuwe fundatie.

5)https://imbag.github.io/praktijkhandleiding/objecttypen/pand