Auteur: Mariëtte Goedhuys, Aafke Heringa, Erna van der Wal
Transformaties in de woningvoorraad 2020

3. Kenmerken van woning- en pandtransformaties

In dit hoofdstuk worden de kenmerken van de feitelijke transformaties in 2020 beschreven. De kenmerken kunnen betrekking hebben op de woningen die door transformatie zijn ontstaan, op het hele pand dat is getransformeerd of de huishoudens die wonen in een woningtransformatie. De kenmerken van een pandtransformatie zijn zowel bepaald op 1 januari van het jaar van transformatie (dus voordat de transformatie heeft plaatsgevonden) als op 1 januari na transformatie. De kenmerken van een woningtransformatie en het huishouden dat er woont, worden beiden bepaald op 1 januari na het jaar van transformatie. Bijlage 2 bevat een methodologische verantwoording met betrekking tot de kenmerken. 

3.1 Kenmerken woningtransformatie

Van de 10 215 woningtransformaties in 2020 is meer dan een kwart gerealiseerd in de provincie Zuid-Holland. Ook in 2019 was deze provincie koploper, maar het aandeel is in 2020 afgenomen (van 34 procent in 2019 naar 27 procent in 2020). De afname van het aantal woningtransformaties in Zuid-Holland komt vooral voor rekening van gemeente Rotterdam. In 2019 zijn in Rotterdam een aantal grote panden getransformeerd, in totaal waren er toen 1905 woningtransformaties. In 2020 zijn het vooral transformaties van kleinere panden met in totaal 545 woningtransformaties. De gemeente ’s-Gravenhage telt de meeste woningtransformaties, in 2020 zijn er in deze gemeente 760 woningen door transformatie aan de woningvoorraad toegevoegd.

3.1.1 Woningtransformaties per provincie
Naam regio201520162017201820192020
Nederland10 77010 23510 23512 21012 48010 215
Zuid-Holland1 4901 7852 1452 6604 2552 775
Utrecht 720 8151 2801 120 8501 705
Noord-Brabant2 4301 9701 5751 8301 3951 115
Limburg 315 665 495 415 3301 055
Noord-Holland2 7001 9551 8052 4702 0401 035
Gelderland1 4301 240 6851 1301 195 715
Overijssel 465 600 5101 305 775 635
Groningen 490 455 455 325 295 345
Fryslân 425 330 430 315 745 320
Drenthe 90 195 305 230 260 230
Zeeland 155 140 255 135 100 180
Flevoland 65 80 300 270 235 105

De provincie Utrecht is een goede tweede, het aandeel woningtransformaties is toegenomen van 7 procent in 2019 naar 17 procent in 2020. Deze groei komt niet alleen door een toename van woningtransformaties in de gemeente Utrecht maar ook door een aantal transformatieprojecten in de gemeente Nieuwegein. In deze gemeente is de woningvoorraad in 2020 met 560 woningen toegenomen vanwege woningtransformaties.

Ook in de provincie Limburg is een toename zichtbaar. In 2020 zijn er meer dan duizend woningen door transformatie aan de woningvoorraad toegevoegd, in 2019 waren dat er 330. Deze toename komt voornamelijk voor rekening van de gemeente Maastricht. De provincie Noord-Holland is in 2020 teruggevallen in aantal woningtransformaties, met name Amsterdam. In de gemeente Amsterdam is het aantal woningtransformaties tussen 2019 en 2020 met 67 procent afgenomen. 

3.1.2 Top 10 gemeenten met de meeste woningtransformaties in 2020
201520162017201820192020
's-Gravenhage 260 555 745 800 875 760
Maastricht 80 235 275 150 80 685
Nieuwegein 180 130 100 55 100 560
Rotterdam 80 220 195 3501 905 545
Utrecht 160 260 480 460 335 545
Amsterdam1 865 725 6651 5101 320 440
Groningen 385 380 400 275 205 260
Delft 130 115 335 355 140 230
Enschede 95 110 80 580 170 225
Eindhoven1 555 835 565 670 50 210

Woningtransformaties hebben vaak een klein oppervlak, in 2020 is 71 procent van de woningtransformaties kleiner dan 75m2. Het aandeel woningtransformaties met een groter oppervlak (75 tot 250 m2) groeit licht de laatste jaren, van 23 procent in 2016 tot 27 procent in 2020.

In figuur 3.1.1 is het aantal woningtransformaties ingedeeld naar de oorspronkelijke hoofdfunctie van het pand vóór transformatie. De meeste woningtransformaties zijn in voormalige kantoorpanden, maar dat aandeel nam in 2020 flink af. In 2019 was 46 procent van de woningtransformaties nog in voormalige kantoorpanden, in 2020 is dat gedaald naar 35 procent. Daarnaast is er een toename van het aantal woningtransformaties in panden met vooral een bijeenkomstfunctie (zoals kerken), gezondheidszorgfunctie en woonfunctie. Er vinden daarmee steeds meer woningtransformaties plaats in panden die wonen al als belangrijkste functie hebben. In de volgende paragraaf wordt hier uitgebreider op ingegaan.

Figuur 3.1.1 Woningtransformaties naar hoofdfunctie pand (vóór transformatie)
 2019 (%)2020 (%)
Kantoorfunctie45,935,2
Woonfunctie16,719,7
Winkelfunctie11,612,4
Bijeenkomstfunctie6,49,9
Industriefunctie96,5
Gezondheidszorgfunctie3,15,6
Onderwijsfunctie45,1
Overige functie3,25,6

3.2 Kenmerken pandtransformatie

De 10 215  woningen die in 2020 aan de woningvoorraad zijn toegevoegd door transformatie, zijn gerealiseerd in 2 465  panden. Deze panden staan vooral in (sterk) stedelijke gebieden (62 procent). Ongeveer 66 procent van de panden is kleiner dan 500 m2 en meer dan de helft heeft een bouwjaar van vóór 1945 (55 procent). Deze percentages zijn al enkele jaren vrij stabiel.

Figuur 3.2.1 Pandtransformaties naar hoofdfunctie pand (vóór transformatie), 2020
 2020
Woonfunctie765
Winkelfunctie555
Kantoorfunctie430
Industriefunctie250
Overige functie460

Het beeld dat mensen bij transformatie hebben, is het ombouwen van een kantoorgebouw naar woningen. Wanneer wordt uitgegaan van het aantal woningtransformaties dan klopt dat beeld wel (zie vorige paragraaf). Een groot kantoorgebouw levert bij transformatie een groot aantal woningen op. Nemen we alleen de 2 465  getransformeerde panden in ogenschouw dan zien we een ander beeld. Vóór transformatie heeft 31,1 procent van de panden als hoofdfunctie wonen, 17,5 procent heeft een kantoorfunctie (figuur 3.2.1). De woonpanden leveren echter minder woningtransformaties op, omdat niet het hele pand wordt getransformeerd. Voorbeelden hiervan zijn woongebouwen waarbij in de plint van het gebouw kantoren of winkels gevestigd zijn die worden omgebouwd naar woningen. Het aandeel van deze woongebouwen bij pandtransformaties neemt met 5 procentpunt toe tussen 2018 en 2020, terwijl het aandeel panden met een kantoorfunctie afneemt van 20,7 procent in 2018 naar 17,5 procent in 2020. Het aandeel getransformeerde winkelpanden neemt in de periode 2018-2020 met bijna 2 procentpunt toe van 20,7 procent naar 22,6 procent.

Figuur 3.2.2 Percentage van oppervlakte pand dat is getransformeerd, 2020
 2020
Minder dan 25% van oppervlakte pand665
25 tot 50% van oppervlakte pand620
50 tot 75% van oppervlakte pand345
75% of meer van oppervlakte pand835

Deeltransformaties (transformaties waarbij slechts een deel van het pand wordt getransformeerd naar woningen) vormen een groot deel van de pandtransformaties. Dat blijkt niet alleen uit het grote aandeel panden die al een woonfunctie hadden voor transformatie, maar ook als wordt gekeken naar hoeveel procent van het oppervlak van het pand wordt getransformeerd. Bij meer dan de helft (52,2 procent) van de pandtransformaties wordt minder dan 50 procent van het pandoppervlak getransformeerd naar woningen. Voor 33,9 procent van de pandtransformaties geldt dat minimaal driekwart van het pand wordt getransformeerd, hier zitten ook panden bij die in zijn geheel worden getransformeerd.

3.3 Kenmerken van het huishouden in een woningtransformatie

Van de 10 215  woningtransformaties in 2020 is 68 procent op 1 januari 2021 bewoond2). Op die datum zijn nog niet alle woningen bewoond, omdat bij een aantal woningtransformaties die pas aan het eind van 2020 gereed zijn er nog niemand staat ingeschreven in het BRP.

Woningtransformaties worden veelal door jongeren bewoond. Bijna de helft (49 procent) is jonger dan 28 jaar; ongeveer 7 procent is 67 jaar of ouder. Bijna tweederde (62,8 procent) van de huishoudens die wonen in een woningtransformatie zijn eenpersoonshuishoudens; 26,9 procent van de huishoudens bestaat uit twee personen (zonder kinderen). Dat het vooral kleine huishoudens zijn die een woningtransformatie betrekken, hangt samen met het feit dat woningtransformaties relatief kleine woningen zijn. 

Figuur 3.3.1 Type huishouden dat woont in een woningtransformatie, 2020
 2020
Eenpersoonshuishouden4360
Paar zonder thuiswonende kinderen1865
Overige huishoudens715

2)  Met bewoond wordt bedoeld dat er iemand staat ingeschreven in de BRP. De betreffende persoon hoeft er nog niet fysiek te wonen.