Auteur: Rob van Gastel

Kostenonderzoek kinderopvangorganisaties, 2015-2018

Over deze publicatie

Deze tabellen bevatten cijfers in opdracht van het ministerie van SZW over de kostenstructuur en de kosten per kindplaats van kinderopvangorganisaties in de jaren 2015-2018. De cijfers zijn uitgesplitst naar omvang organisatie, aantal kindplaatsen, rechtsvorm, opvangsoort, stedelijkheidsklasse en gemiddelde arbeidsduur werknemers.

Samenvatting

Het CBS heeft op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) onderzoek gedaan naar de kostenstructuur en de kosten per kindplaats van kinderopvangorganisaties over de jaren 2015-2018. Hierbij is gebruik gemaakt van de fiscale winstaangiftes van kinderopvangorganisaties. Uit het onderzoek is onder andere gebleken dat het aandeel personeelskosten in de totale kosten het grootst is. Verder zijn de mediane totale kosten per kindplaats toegenomen in de onderzochte periode. De resultaten in dit onderzoek zijn verder uitgesplitst naar omvang organisatie, aantal kindplaatsen, rechtsvorm, opvangsoort, stedelijkheidsklasse en gemiddelde arbeidsduur werknemers.

1. Inleiding

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft aan het CBS gevraagd om een projectvoorstel uit te werken voor het samenstellen van een beschrijvende statistiek over de kostenstructuur en de kosten per kindplaats van kinderopvangorganisaties over de jaren 2015-2018, uitgesplitst naar verschillende kenmerken van kinderopvangorganisaties op basis van beschikbare data. Het onderliggende rapport geeft een beschrijving van het door het CBS uitgevoerde onderzoek.

2. Methode

2.1 Databronnen

Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van diverse bronnen. In deze paragraaf wordt per bron een korte toelichting gegeven op de bron en daarnaast aangegeven welke gegevens uit de bron voor dit onderzoek zijn gebruikt.

Algemeen Bedrijfsregister (ABR)

Het Algemeen Bedrijfsregister (ABR) van het CBS is gebaseerd op het Handelsregister (HR) van de Kamer van Koophandel en het BvR (Beheer van Relaties) van de Belastingdienst. Binnen het ABR worden zogenaamde ‘bedrijfseenheden’ afgeleid. Deze bedrijfseenheden worden als groepen van ondernemingen gezien, waaronder meerdere juridische eenheden kunnen hangen. Eén bedrijfseenheid kan dus bijvoorbeeld bestaan uit meerdere BV’s en/of stichtingen, die samen geconsolideerd het totaal vormen. Als over kinderopvangorganisaties wordt gesproken, worden deze bedrijfseenheden bedoeld. De bedrijfseenheid (kortweg bedrijf) in het ABR wordt ingedeeld naar grootteklasse (aantal werkzame personen, al dan niet in loondienst), SBI (Standaard Bedrijfsindeling naar hoofdactiviteit) en rechtsvorm (bijvoorbeeld BV of stichting).
Voor dit onderzoek zijn juridische eenheden en bedrijfseenheden op peildatum 1 december van het verslagjaar met hoofdactiviteit kinderopvang (SBI 88911 tot 2018 en SBI 8891 vanaf 2018) uit het ABR gebruikt, inclusief de gegevens over rechtsvorm, nummer van de Kamer van Koophandel uit het HR (KvK-nr) per juridische eenheid (CBSpersoon), werkzame personen (grootteklasse; ten behoeve van de weging) per bedrijfseenheid.

Landelijk Register Kinderopvang (LRK)

Het Landelijk Register Kinderopvang (LRK) is een register beheerd door DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs) met daarin alle kinderopvanglocaties. Zonder registratie in dit register mag een locatie niet geëxploiteerd/geopend worden en zonder registratie is er ook geen recht op kinderopvang-toeslag.
Per locatie zijn diverse gegevens beschikbaar, zoals het aantal kindplaatsen, de opvangsoort (kinderdagopvang (KDV), buitenschoolse opvang (BSO), peuterspeelzaalwerk (PSZ), gastouderbureau (GOB) en gastouderopvang (VGO)) en het BAG-id (zie toelichting op de bron ‘BAG’).
Om goed op het ABR te kunnen aansluiten is voor het CBS-onderzoek bij DUO specifiek een register opgevraagd met alle op peildatum 1 december van verslagjaar actieve kinderopvangorganisaties (exclusief in verslagjaar uitgeschreven organisaties).
In deze door DUO geleverde registergegevens zijn, vanwege de wettelijke overgang per 1 januari 2018 van peuterspeelzaalwerk naar kinderopvang, alle PSZ-locaties die per 1-1-2018 nog niet waren omgezet naar KDV, automatisch omgezet naar KDV. Deze omzetting is zowel voor het jaar 2018 toegepast, als met terugwerkende kracht voor de jaren 2015-2017. Echter, voor de jaren 2015-2017 was het kenmerk ‘PSZ’ volgens de wet nog wel van toepassing, en zou daarmee in dit onderzoek als specifiek kenmerk meegenomen moeten worden bij het samenstellen van overzichten naar opvangsoort en kostenstructuur. Voor de identificatie van betreffende PSZ-locaties voor de jaren 2015-2017 heeft DUO een aanvullend ‘harmonisatiebestand’ geleverd op basis waarvan het kenmerk ‘KDV’ terug kan worden gezet naar ‘PSZ’.
Voor dit onderzoek zijn de kinderopvanglocaties uit het LRK-register gebruikt inclusief per locatie de volgende kenmerken: aantal kindplaatsen, opvangsoort en BAG-id. Daarnaast is uit het register per kinderopvangorganisatie het KvK-nr gebruikt voor de koppeling tussen het ABR en het LRK. Ten slotte is uit het LRK de relatie tussen de kinderopvangorganisatie en alle onderliggende locaties gebruikt.

Polisadministratie

De Polisadministratie bevat bedrijfsgegevens uit de loonaangifteketen van werknemers (waaronder arbeidsduur van werknemers) en wordt beheerd door de Belastingdienst en het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen).
Uit de polisadministratie zijn de verloonde uren per baan per week van werknemers van de kinderopvangorganisatie gebruikt.

Winstaangifte (WIA)

De winstaangiftes betreffen fiscale jaarrekeningen, die door het CBS zijn ontvangen van de Belastingdienst. Dit zijn winst- en verliesrekeningen van organisaties die winstaangifte hebben gedaan in het kader van de Inkomstenbelasting (IB) en Vennootschapsbelasting (VpB). Het betreft hier de IB van onder andere eenmanszaken, VOF’s en maatschappen en de VpB van onder andere BV’s en NV’s. Stichtingen doen volgens de belastingdienst alleen in bepaalde situaties een winstaangifte, waardoor het aantal beschikbare winstaangiftes van stichtingen beperkt is. Op de winstaangiftes worden door het CBS geen verdere correcties uitgevoerd.
Uit de winstaangifte (IB/VpB) zijn de gegevens over kosten gebruikt: totale kosten (inclusief financiële lasten), personeelskosten, huisvestingskosten, auto- en transportkosten, overige kosten. Zie verder bijlage 4.1.

CBS-enquête Statistiek Kinderopvang (SK)

Het CBS enquêteert jaarlijks kinderopvangorganisaties voor de productie van de Statistiek Kinderopvang (SK), waarbij gegevens omtrent personeel, financiën en activiteiten van deze organisaties worden verzameld. Voor de SK is een steekproef getrokken uit SBI 88911 tot 2018 en SBI 8891 vanaf 2018.
Vanuit de Statistiek Kinderopvang is bekend welke bedrijfseenheden uit de steekproef geen hoofdactiviteit kinderopvang hebben en daarom onterecht zijn opgenomen in de betreffende SBI (SBI 88911 tot 2018 en SBI 8891 vanaf 2018). Deze bedrijfseenheden zijn verwijderd uit de doelpopulatie van dit onderzoek.
De enquêtedata vanuit de SK worden niet gebruikt bij dit onderzoek, omdat bij deze data de totale kosten ingedeeld zijn in een beperkt aantal categorieën.

Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG)

De Basisregistratie Adressen en Gebouwen bevat de gemeentelijke basisgegevens van alle adressen en gebouwen in een gemeente. Op basis van de BAG gegevens is de omgevingsadressendichtheid (OAD) bepaald. De OAD van een adres betreft het aantal adressen binnen een cirkel met een straal van één kilometer, gedeeld door de oppervlakte van de cirkel.
Een van de onderverdelingen in dit onderzoek is de indeling van kosten naar stedelijkheidsklasse. De stedelijkheidsklasse van een buurt, wijk en gemeente betreft het gemiddelde van de OAD van alle afzonderlijke adressen binnen het beschouwde gebied.
Uit het LRK is per opvanglocatie een BAG-id bekend, en daarmee het adres van de locatie, waarvoor vervolgens de omgevingsadressendichtheid bekend is op basis van de BAG-gegevens. Hiermee is per kinderopvangorganisatie de stedelijkheidsklasse bepaald. Zie voor een uitgebreide toelichting op de methode voor het bepalen van de stedelijkheidsklasse per kinderopvangorganisatie de paragrafen 2.3 en 2.4.

2.2 Doelpopulatie

Bij de bepaling van de doelpopulatie is het ABR van het CBS het uitgangspunt. Voor dit onderzoek zijn uit het ABR alle eenheden uit de SBI van de kinderopvang (SBI 88911 tot 2018 en SBI 8891 vanaf 2018, zie Box 1) geselecteerd. Vervolgens is daar de doelpopulatie van afgeleid. Qua juridische structuur wordt uitgegaan van de (actieve) stand per 1 december van het betreffende verslagjaar.

Als uitgangspunt voor de doelpopulatie geldt dat er een koppeling moet zijn tussen het ABR en het LRK, zodat alle achtergrondkenmerken per eenheid (bedrijf) bekend zijn. Indien er een koppeling is, dan wordt aangenomen dat deze koppeling volledig is. Dat wil zeggen, bij minimaal één koppeling tussen het ABR en het LRK op basis van het KvK-nr wordt aangenomen dat van de betreffende ABR-eenheid alle kinderopvanglocaties zijn gekoppeld, en andersom per kinderopvangorganisatie alle rechtspersonen uit het ABR zijn gekoppeld.

Box 1. Toelichting SBI typering Kinderopvang

SBI 88911 Kinderopvang, t/m verslagjaar 2017:

Deze klasse omvat:
  • het verzorgen en opvoeden van kinderen op de uren dat de eigen ouders of verzorgers dat niet zelf kunnen doen.

SBI 8891 Kinderopvang, vanaf verslagjaar 2018:

Deze klasse omvat:
  • het verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint.
De volgende vormen van kinderopvang worden onderscheiden:
  • dagopvang: opvang voor kinderen die nog niet naar de basisschool gaan. Het kind kan hiervoor terecht bij een kindercentrum, bijvoorbeeld kinderdagverblijf of gastouder;
  • buitenschoolse opvang: opvang voor schoolgaande kinderen. Het kind kan hiervoor terecht bij een kindercentrum, bijvoorbeeld kinderdagverblijf of gastouder;
  • tussenschoolse opvang: opvang tussen de middag voor schoolgaande kinderen.

NB. Vanaf verslagjaar 2018 zijn SBI 88911 (kinderopvang) en 88912 (peuterspeelzaalwerk) in het ABR samengegaan tot één bedrijfsklasse op 4e digit: SBI 8891 (kinderopvang).

De volgende bedrijven behoren wel tot de doelpopulatie:
  • Kinderopvangorganisaties met als nevenactiviteit bemiddeling door gastouderbureau.
  • Zelfstandige peuterspeelzalen die per 2018 automatisch zijn omgezet naar KDV (vanwege wetswijziging).
De volgende bedrijven behoren niet tot de doelpopulatie:
  • gastouders (eenmanszaken);
    gastouders zijn niet volledig geregistreerd in het HR en zijn moeilijk te koppelen met het LRK vanwege het ontbreken van het KvK-nummer (Kamer van Koophandel) in het LRK bij gastouders. De betreffende ABR-bedrijven zijn als volgt geïdentificeerd: 1 werkzame persoon, rechtsvorm eenmanszaak, geen werknemers en géén koppeling tussen ABR-bedrijfseenheid en LRK.
  • verkeerd getypeerde bedrijven in SBI 88911/8891 Kinderopvang;
    deze zijn bekend op basis van de reguliere CBS-statistiekproductie over kinderopvanginstellingen.
  • zelfstandige gastouderbureaus; 
    deze organisaties bemiddelen veelal alleen en bieden geen kinderopvang. Deze vallen dan ook buiten de SBI 88911/8891. Daarnaast zijn bij de gastouderbureaus géén gegevens over het aantal kindplaatsen opgenomen in het LRK. Organisaties die combinaties van opvang aanbieden met inbegrip van gastouderopvang, maar hoofdactiviteit kinderopvang, worden wel meegenomen in de doelpopulatie.
  • zelfstandige peuterspeelzalen die nog niet zijn omgezet naar KDV;
    Dit heeft betrekking op de jaren 2015-2017. Deze organisaties vallen onder SBI 88912. Vanwege de wetswijziging per 1 januari 2018, komt vanaf 2018 PSZ niet meer voor als activiteit (opvangsoort), maar wordt dit aangeduid als KDV. In de jaren voorafgaand aan de wetswijziging zijn steeds meer PSZ-activiteiten omgezet naar KDV. Vanwege de geleidelijke overgang in de jaren voor 2018, en het niet meer voorkomen van PSZ in 2018, is ervoor gekozen PSZ en KDV niet als afzonderlijke subcategorieën op te nemen.
    NB: in 2018 worden deze wel meegenomen in de doelpopulatie als zijnde KDV.

2.3 Opbouw onderzoeksbestand

De diverse databronnen zijn ingelezen en verwerkt tot koppelbare componenten.

  • Bij het LRK-bestand zijn de benodigde gegevens op locatieniveau (aantal kindplaatsen en  opvangsoort) eerst samengevoegd tot het niveau van een kinderopvangorganisatie met een KvK-nr.
  • De omgevingsadressendichtheid (OAD) is bepaald per kinderopvanglocatie op basis van de BAG-id in het LRK-bestand. Indien de BAG-id ontbrak, is de OAD van de betreffende gemeente als proxy gebruikt. Per kinderopvanglocatie is een weegfactor bepaald op basis van het aantal kindplaatsen. Vervolgens is de geschaalde OAD bepaald per kinderopvangorganisatie (en daarmee per KvK-nr).
  • Het resultaat is vervolgens een LRK-bestand met alleen eenheden op het niveau van kinderopvangorganisaties (met KvK-nr, totaal aantal kindplaatsen, aantal locaties, alle soorten opvang en een geschaalde OAD). De koppeling aan het ABR van het LRK-bestand met alle gegevens op het niveau van de kinderopvangorganisaties is vervolgens gemaakt op basis van het KvK-nr. Indien een bedrijfseenheid uit het ABR koppelt aan meerdere kinderopvangorganisaties, worden de gegevens van deze kinderopvangorganisaties samengevoegd tot het niveau van de ABR-bedrijfseenheid. Dat wil zeggen optellen van aantal kindplaatsen, samenvoegen alle soorten opvang en bepalen gewogen OAD per bedrijfseenheid. De gewogen OAD wordt bepaald door per bedrijfseenheid de gesommeerde geschaalde OAD te delen door het gesommeerde aantal kindplaatsen.
  • As laatste zijn de overige benodigde gegevens (arbeidsduur werknemers en de winstaangifte) per ABR-bedrijfseenheid toegevoegd aan het onderzoeksbestand.
  • Voor die bedrijfseenheden waarvoor geen winstaangifte beschikbaar is met gegevens over kosten, vindt weging plaats op basis van het aantal werkzame personen, zoals bekend voor die bedrijfseenheid uit het ABR. Op basis van het aantal werkzame personen zijn de bedrijfseenheden daarbij ingedeeld in drie grootteklassegroepen (klein-middel-groot). Op basis van de respons van de winstaangifte zijn de resultaten dus gewogen bepaald voor de doelpopulatie.
  • Het uiteindelijke onderzoeksbestand omvat alle bedrijfseenheden uit de doelpopulatie. Per bedrijfseenheid zijn de volgende gegevens in het onderzoeksbestand opgenomen: aantal kindplaatsen, aantal locaties, (gewogen) OAD, rechtsvorm, grootteklassegroep, gemiddeld aantal verloonde uren per baan per week per werknemer en indien beschikbaar kostenposten uit de WIA.

2.4 Operationalisatie variabelen

De onderstaande publicatievariabelen zijn bepaald per bedrijfseenheid en opgenomen in de onderzoeksresultaten.

Kosten

Voor de onderstaande kostenposten geldt dat deze zijn bepaald op basis van de fiscale winstaangifte en in 1000 euro worden weergegeven. De kostenaandelen zijn weergegeven in percentages.

Totale kosten: de som van de bedrijfslasten en financiële lasten.

  • Aandeel personeelskosten: personele kosten / totale kosten * 100.
  • Aandeel huisvestingskosten: huisvestingskosten / totale kosten * 100.
  • Aandeel auto- en transportkosten: auto- en transportkosten / totale kosten * 100.
  • Aandeel overige kosten: overige kosten / totale kosten * 100.
Totale kosten per kindplaats: totale kosten / aantal kindplaatsen

Overige variabelen

Omvang organisatie: het aantal locaties volgens het LRK, ingedeeld naar de subcategorieën:

  • 1 locatie
  • 2-5 locaties
  • 6 of meer locaties

Kindplaatsen: het aantal kindplaatsen volgens het LRK, ingedeeld naar de subcategorieën:

  • 1-31 kindplaatsen
  • 32-95 kindplaatsen
  • 96 of meer kindplaatsen

Rechtsvorm: de rechtsvorm volgens het ABR, ingedeeld naar de subcategorieën: 

  • BV/NV
  • Stichting
  • Overig
    NB: onder Overig valt bijvoorbeeld VOF of maatschap of eenmanszaak

Opvangsoort: de opvangsoorten KDV/PSZ/BSO/GOB volgens het LRK, ingedeeld naar de subcategorieën:

  • KDV en/of PSZ
  • alleen BSO
  • KDV en/of PSZ en BSO
  • Overig
NB: VGO is niet meegenomen in dit onderzoek. GOB is alleen meegenomen als type nevenactiviteit bij de indeling naar opvangsoort. Onder Overig vallen organisaties uit voornoemde subcategorieën, die daarnaast ook GOB aanbieden.
 
Stedelijkheidsklasse: deze is bepaald op basis van de gewogen omgevingsadressendichtheid (OAD) per bedrijfseenheid. De OAD is gedefinieerd als het aantal adressen binnen een straal van één kilometer rondom een adres, gedeeld door de oppervlakte van de cirkel. De OAD wordt uitgedrukt in adressen per km2.
De volgende stedelijkheidsklasse-indeling wordt gehanteerd:
  • Niet stedelijk: < 500 adressen per km²
  • Weinig stedelijk: >= 500 en < 1000 adressen per km²
  • Matig stedelijk: >= 1000 en < 1500 adressen per km²
  • Sterk stedelijk: >= 1500 en  < 2500 adressen per km²
  • Zeer sterk stedelijk: >= 2500 adressen per km²

Gemiddelde arbeidsduur werknemers: het gemiddeld aantal verloonde uren per baan per week van werknemers op basis van de Polisadministratie, ingedeeld naar de subcategorieën:

  • Minder dan 18 uur per week
  • 18 tot 23 uur per week
  • 23 uur per week of meer

NB: zelfstandigen zonder werknemers ontbreken in de Polisadministratie en krijgen in het onderzoek de waarde 0 op deze variabele en worden daardoor ingedeeld in de subcategorie ‘Minder dan 18 uur per week’. Bij zelfstandigen zonder werknemers kan bijvoorbeeld gedacht worden aan maatschappen of VOF’s met alleen medewerkende eigenaren.

3. Tabellen en resultaten

3.1 Leeswijzer bij de maatwerktabellen

De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in 14 maatwerktabellen. De maatwerktabellen geven de spreiding in de kostenstructuur en kosten per kindplaats weer (naar totaal en naar categorie/subcategorie) aan de hand van gemiddelden en een set grenswaarden (1e, 2e en 3e kwartiel). Het 1e kwartiel geeft de waarde aan waarbij 25 procent van de bedrijfseenheden in dat jaar lager dan die waarde scoort en 75 procent hoger. De mediaan (tweede kwartiel) heeft als voordeel boven het gemiddelde dat deze ongevoelig is voor extreme waarden. Het gemiddelde kan een ander patroon te zien geven dan de mediaan in geval dat er veel uitschieters voorkomen. Het is van belang om voorzichtig te zijn met uitspraken over gemiddelden als gemiddelden sterk afwijken van de medianen. Tenslotte is het nadeel van de kwartielen (waaronder de mediaan = 2e kwartiel) boven het gemiddelde dat de aandelen personeelskosten, huisvestingskosten, auto- en transportkosten en overige kosten in de totale kosten van de maatwerktabellen 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13 niet optellen tot 100%. Dit komt omdat bij het bepalen van de kwartielen ieder aandeel in de totale kosten (bijvoorbeeld het aandeel personeelskosten in de totale kosten) eerst voor alle organisaties wordt berekend, en vervolgens worden deze waardes van laag naar hoog gesorteerd, alvorens de grenswaardes van de kwartielen worden bepaald. De grenswaarde van bijvoorbeeld het 2e kwartiel van het aandeel personeelskosten in de maatwerktabellen 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13 zal naar verwachting bij een andere organisatie horen, dan de grenswaarde van het 2e kwartiel van het aandeel huisvestingskosten. Aangezien de 2e kwartielwaardes van verschillende organisaties zullen zijn, zullen de aandelen personeelskosten, huisvestingskosten, auto- en transportkosten en overige kosten van het 2e kwartiel niet optellen tot 100%. Hetzelfde geldt voor het 1e en 3e kwartiel.

De tabellen 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13 bevatten gegevens over de kostenstructuur van kinderopvangorganisaties in de SBI 88911/8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus). Naast het gemiddelde en de kwartielen van de totale kosten worden de aandelen van de personeelskosten, huisvestingskosten, auto- en transportkosten en overige kosten in de totale kosten weergegeven.
De uitkomsten zijn gewogen bepaald (weging op basis van grootteklassegroep en categorie/subcategorie) en weergegeven in 1000 euro voor zowel de totale populatie als voor de afzonderlijke categorieën (omvang organisatie, kindplaatsen, rechtsvorm, opvangsoort, stedelijkheidsklasse, gemiddelde arbeidsduur werknemers). Deze categorieën zijn verder onderverdeeld naar subcategorieën.

De tabellen 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14 bevatten gegevens over de totale kosten per kindplaats van kinderopvangorganisaties in SBI 88911/8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus). De uitkomsten zijn gewogen bepaald (weging op basis van grootteklassegroep en categorie/subcategorie) en weergegeven in 1000 euro voor zowel de totale populatie als voor de afzonderlijke categorieën (omvang organisatie, kindplaatsen, rechtsvorm, opvangsoort, stedelijkheidsklasse, gemiddelde arbeidsduur werknemers). De categorieën zijn verder onderverdeeld naar subcategorieën.
 
Benadrukt zij dat bij de uitsplitsing van de cijfers in de maatwerktabellen naar de verschillende kenmerken van de kinderopvangorganisaties (of categorieën) niet gecorrigeerd wordt voor het effect van de andere kenmerken. Dit betekent dat bij het bepalen van de resultaten naar bijvoorbeeld rechtsvorm er geen rekening gehouden wordt met overige kenmerken zoals omvang organisatie.

3.2 Beschrijving van de resultaten inclusief maatwerktabellen

Hieronder worden beknopt de belangrijkste resultaten uit de tabellen besproken. Hierbij dient opgemerkt te worden dat deze alleen beschrijvend zijn en niet causaal geïnterpreteerd kunnen worden.

Aandeel personeelskosten het grootst vergeleken met andere kostenposten en hoger bij grotere organisaties

Voor de totale populatie geldt dat in alle jaren het aandeel personeelskosten in de totale kosten het grootst is. Dit geldt zowel voor de gemiddelden als de kwartielen. Na de personeelskosten is het aandeel van de overige kosten het grootst. Het aandeel van de auto- en transportkosten is veruit het kleinst.
Het (mediane) aandeel personeelskosten is hoger bij grotere organisaties dan bij kleinere organisaties. Verder neemt het aandeel huisvestingskosten toe als de stedelijkheidsgraad stijgt.

1. Kostenstructuur kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), totaal populatie
Perioden20152015201520152015201620162016201620162017201720172017201720182018201820182018
OnderwerpenTotaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %
Gemiddelde1 25868,714,80,715,81 37468,313,70,617,41 20568,513,40,517,61 33072,513,20,413,9
1e kwartiel10451,710,00,013,012355,19,90,012,813257,59,00,012,714760,68,60,012,0
2e kwartiel30966,314,30,318,334767,413,50,317,735268,412,80,317,438270,711,70,316,5
3e kwartiel83173,119,61,328,487073,618,51,226,193274,517,21,325,71 00175,915,61,124,0
 

Mediane totale kosten per kindplaats toegenomen

Voor de totale populatie geldt dat in de jaren 2016 t/m 2018 de mediane totale kosten per kindplaats zijn toegenomen. De overige kwartielen laten eveneens een stijgend beeld zien in de jaren 2015 t/m 2018.

2. Totale kosten per kindplaats kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), totaal populatie
Perioden2015201620172018
OnderwerpenTotale kosten per kindplaats x 1000 euroTotale kosten per kindplaats x 1000 euroTotale kosten per kindplaats x 1000 euroTotale kosten per kindplaats x 1000 euro
Gemiddelde5,66,15,25,7
1e kwartiel3,33,73,94,2
2e kwartiel5,65,66,06,4
3e kwartiel8,58,69,09,5

Grotere organisaties hebben hogere totale kosten, maar lagere kosten per kindplaats

Wanneer gekeken wordt naar de grootte van een organisatie op basis van het aantal locaties of het aantal kindplaatsen, dan is het algemene beeld hoe groter de organisatie hoe hoger de gemiddelde totale kosten. Zo zal een grotere organisatie met meer locaties naar verwachting meer huisvestingskosten hebben en dus meer totale kosten hebben. 
Het verschil in de gemiddelde totale kosten tussen de grootste organisaties en de middelste organisaties is groter dan het verschil tussen de middelste organisaties en de kleinste organisaties. 
Qua gemiddelde totale kosten per kindplaats laten grotere organisaties over het algemeen een tegengesteld beeld zien; hoe meer locaties hoe lager de gemiddelde kosten per kindplaats.

3. Kostenstructuur kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), omvang organisatie
Perioden20152015201520152015201620162016201620162017201720172017201720182018201820182018
Aantal locatiesOnderwerpenTotaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %
1 locatieGemiddelde20066,214,80,618,521666,614,00,618,822667,713,20,618,524669,611,90,518,0
1 locatie1e kwartiel3722,09,70,015,15035,89,70,014,75342,08,50,014,27846,78,30,014,3
1 locatie2e kwartiel12760,115,50,022,714162,114,70,021,813664,214,00,120,816166,312,40,020,4
1 locatie3e kwartiel28670,623,11,137,830670,921,71,036,229472,020,01,234,833274,217,60,933,5
2-5 locatiesGemiddelde52165,614,20,919,252767,313,80,918,154267,512,80,918,757470,212,20,916,7
2-5 locaties1e kwartiel14754,610,00,013,715558,39,80,013,116358,58,80,013,118362,08,10,012,1
2-5 locaties2e kwartiel34965,514,20,518,337267,213,60,417,336368,212,60,417,640670,511,40,516,5
2-5 locaties3e kwartiel73672,619,21,626,275773,418,01,524,678474,116,51,525,080075,915,21,423,3
6 of meer locatiesGemiddelde5 43069,714,90,614,86 00668,613,60,617,24 79968,913,60,317,15 34373,413,50,312,8
6 of meer locaties1e kwartiel1 15567,910,40,010,81 33867,710,20,010,61 35867,99,70,010,81 50971,59,20,010,5
6 of meer locaties2e kwartiel2 21472,413,20,312,92 44172,612,40,313,02 45373,512,20,313,12 68674,911,30,312,5
6 of meer locaties3e kwartiel5 01475,516,10,917,25 22176,015,20,919,35 06576,414,60,817,65 62977,914,00,815,3

4. Totale kosten per kindplaats kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), omvang organisatie
Perioden2015201620172018
Aantal locatiesOnderwerpenTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euro
1 locatieGemiddelde8,08,79,09,5
1 locatie1e kwartiel2,83,53,54,2
1 locatie2e kwartiel6,67,07,78,3
1 locatie3e kwartiel10,211,211,311,9
2-5 locatiesGemiddelde6,26,36,66,9
2-5 locaties1e kwartiel3,33,53,73,9
2-5 locaties2e kwartiel5,25,35,55,8
2-5 locaties3e kwartiel7,78,08,28,3
6 of meer locatiesGemiddelde5,56,04,75,3
6 of meer locaties1e kwartiel4,04,24,64,5
6 of meer locaties2e kwartiel5,35,45,96,0
6 of meer locaties3e kwartiel6,46,86,97,6

5. Kostenstructuur kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), kindplaatsen
Perioden20152015201520152015201620162016201620162017201720172017201720182018201820182018
Aantal kindplaatsenOnderwerpenTotaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %
1-31 kindplaatsenGemiddelde11658,914,90,825,412358,314,70,826,212958,613,80,726,913062,213,00,824,1
1-31 kindplaatsen1e kwartiel276,79,00,018,93417,19,00,018,13725,17,50,017,45133,67,40,018,0
1-31 kindplaatsen2e kwartiel7549,515,80,129,08454,115,20,127,38557,314,00,225,510359,713,00,025,0
1-31 kindplaatsen3e kwartiel15966,427,11,452,716867,723,31,548,317568,721,61,446,217670,719,41,440,4
32-95 kindplaatsenGemiddelde38366,314,10,818,838467,413,40,818,540268,512,60,818,142471,511,40,616,5
32-95 kindplaatsen1e kwartiel17357,810,00,013,118259,89,70,013,018561,88,90,012,722164,58,00,012,0
32-95 kindplaatsen2e kwartiel32167,214,40,217,131967,913,40,316,833269,412,50,316,736671,211,40,315,8
32-95 kindplaatsen3e kwartiel51973,519,11,322,852074,118,01,322,053175,016,41,422,654677,114,51,121,0
96 of meer kindplaatsenGemiddelde3 31069,314,90,715,23 62868,713,70,617,03 02968,913,50,417,13 38273,013,40,413,2
96 of meer kindplaatsen1e kwartiel71065,010,60,011,180265,710,30,010,883966,89,50,011,188969,99,20,010,5
96 of meer kindplaatsen2e kwartiel1 24270,813,60,414,21 33571,912,90,414,01 34372,212,50,414,01 49574,211,50,313,0
96 of meer kindplaatsen3e kwartiel2 48774,916,71,219,42 54475,815,61,119,52 69775,815,31,118,63 04577,614,41,016,5

6. Totale kosten per kindplaats kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), kindplaatsen
Perioden2015201620172018
Aantal kindplaatsenOnderwerpenTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euro
1-31 kindplaatsenGemiddelde6,97,27,47,4
1-31 kindplaatsen1e kwartiel2,42,52,83,3
1-31 kindplaatsen2e kwartiel5,15,15,86,4
1-31 kindplaatsen3e kwartiel8,99,29,69,6
32-95 kindplaatsenGemiddelde6,97,07,37,6
32-95 kindplaatsen1e kwartiel3,43,73,84,1
32-95 kindplaatsen2e kwartiel6,16,16,16,7
32-95 kindplaatsen3e kwartiel9,49,510,110,9
96 of meer kindplaatsenGemiddelde5,56,04,95,5
96 of meer kindplaatsen1e kwartiel4,14,44,64,8
96 of meer kindplaatsen2e kwartiel5,65,66,06,2
96 of meer kindplaatsen3e kwartiel7,27,57,78,3

Stichtingen en BV’s hebben de hoogste totale kosten, BV’s hebben de hoogste mediane kosten per kindplaats

Qua rechtsvorm hebben stichtingen en BV’s de hoogste totale kosten. De overige rechtsvormen, waaronder bijvoorbeeld een VOF of maatschap, hebben veel lagere gemiddelde totale kosten. Veelal betreffen dit kleinere organisaties met naar verwachting ook lagere kosten. Bij de mediane kosten per kindplaats komen BV’s het hoogst uit.

7. Kostenstructuur kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), rechtsvorm
Perioden20152015201520152015201620162016201620162017201720172017201720182018201820182018
RechtsvormOnderwerpenTotaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten  Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %
BV/NVGemiddelde2 41667,415,11,116,42 57065,613,71,019,82 09864,513,10,621,82 01271,512,90,714,9
BV/NV1e kwartiel45363,510,50,011,845363,39,90,011,547964,99,50,011,351867,68,60,011,2
BV/NV2e kwartiel84569,613,60,515,184470,113,10,515,492471,212,40,514,999873,311,40,513,9
BV/NV3e kwartiel1 55073,916,91,419,91 56375,016,41,220,61 68075,015,51,320,81 93377,314,41,119,3
StichtingGemiddelde2 74472,614,30,112,92 88773,413,70,112,82 76373,913,50,112,52 72475,213,20,111,5
Stichting1e kwartiel29170,49,80,09,629070,79,40,09,139271,38,60,010,028473,57,10,08,7
Stichting2e kwartiel83074,212,40,011,782974,512,40,012,11 01275,112,10,011,964577,211,80,010,9
Stichting3e kwartiel2 83977,915,20,315,32 50879,515,10,316,62 89279,413,90,115,52 53082,214,00,314,5
OverigGemiddelde22263,014,60,921,424664,613,70,920,825965,513,20,920,427268,212,10,918,9
Overig1e kwartiel4930,09,60,015,96138,79,70,015,17044,68,60,014,88449,58,30,014,5
Overig2e kwartiel13959,015,50,222,815462,614,40,321,416464,213,30,320,817566,512,20,219,9
Overig3e kwartiel30069,723,51,437,932970,921,31,435,133571,919,31,531,935873,517,31,430,8

8. Totale kosten per kindplaats kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), rechtsvorm
Perioden2015201620172018
RechtsvormOnderwerpenTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euro
BV/NVGemiddelde6,06,55,35,0
BV/NV1e kwartiel5,05,15,55,8
BV/NV2e kwartiel7,17,07,37,8
BV/NV3e kwartiel10,310,510,811,3
StichtingGemiddelde5,86,05,36,4
Stichting1e kwartiel4,13,84,14,2
Stichting2e kwartiel5,55,55,45,4
Stichting3e kwartiel7,57,37,46,5
OverigGemiddelde5,25,45,65,8
Overig1e kwartiel2,52,93,03,3
Overig2e kwartiel4,64,74,95,3
Overig3e kwartiel7,67,98,18,3

BSO-organisaties hebben de minste kosten per kindplaats

Organisaties die alleen BSO aanbieden hebben gemiddeld de laagste totale kosten. Mogelijk speelt hierbij het aantal uur dat men is geopend ten opzichte van bijvoorbeeld een KDV, een rol. Het kengetal omvat namelijk de kosten per kindplaats en niet de kosten per uur. Indien een organisatie meerdere soorten opvang aanbiedt, nemen de gemiddelde kosten toe. De categorie ‘overig’ is lastig te interpreteren. Hieronder vallen organisaties die naast andere activiteiten óók gastouderbureau-activiteiten hebben. Het is niet duidelijk of deze organisaties ook ten onrechte de gelden afkomstig uit de kassiersfunctie bij gastouderopvang (‘doorsluisfunctie’) meerekenen. De totale kosten per kindplaats liggen het hoogst bij organisaties met KDV en/of PSZ en het laagst bij zelfstandige BSO-organisaties.

9. Kostenstructuur kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), opvangsoort
Perioden20152015201520152015201620162016201620162017201720172017201720182018201820182018
OpvangsoortOnderwerpenTotaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %
KDV en/of PSZGemiddelde29567,315,00,517,231268,314,10,417,232668,913,40,517,236371,112,00,416,6
KDV en/of PSZ1e kwartiel5740,410,00,013,57748,99,80,013,68053,09,00,013,19755,78,10,012,6
KDV en/of PSZ2e kwartiel16664,214,90,020,019866,114,30,018,619567,113,70,018,223669,512,20,018,6
KDV en/of PSZ3e kwartiel38071,921,00,734,640272,720,50,728,742073,918,80,828,246775,016,50,628,5
alleen BSOGemiddelde18861,015,11,822,121561,513,11,823,520162,913,01,722,420961,313,02,223,5
alleen BSO1e kwartiel274,611,00,019,02413,98,80,018,83520,88,60,020,63532,69,70,019,6
alleen BSO2e kwartiel8250,717,50,827,110852,015,00,828,58551,014,51,027,010852,313,92,026,0
alleen BSO3e kwartiel25066,229,34,145,525867,021,04,347,020965,823,83,645,720965,121,25,339,8
KDV en/of PSZ en BSOGemiddelde1 40068,314,80,716,21 49068,313,80,617,31 38468,213,30,617,91 68772,713,00,513,8
KDV en/of PSZ en BSO1e kwartiel19056,910,00,012,619760,610,30,012,120361,89,20,012,123965,58,60,011,6
KDV en/of PSZ en BSO2e kwartiel49267,814,10,516,853868,813,50,416,354870,012,60,416,463672,111,30,514,9
KDV en/of PSZ en BSO3e kwartiel1 12373,918,61,423,71 22874,417,31,322,71 26774,916,11,423,11 49576,714,51,221,1
OverigGemiddelde6 30969,814,80,714,77 72269,013,50,716,85 81570,313,90,215,66 76073,114,10,212,7
Overig1e kwartiel81362,59,50,011,884060,98,80,011,292762,28,00,011,688162,48,70,010,7
Overig2e kwartiel1 86370,211,70,214,91 96371,211,10,214,92 53172,011,10,114,63 10174,111,30,113,0
Overig3e kwartiel5 34773,814,80,923,76 00674,714,00,927,56 96575,714,40,725,97 63177,515,00,520,9

10. Totale kosten per kindplaats kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), opvangsoort
Perioden2015201620172018
OpvangsoortOnderwerpenTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euro
KDV en/of PSZGemiddelde8,89,710,39,2
KDV en/of PSZ1e kwartiel4,25,05,76,6
KDV en/of PSZ2e kwartiel8,08,79,29,6
KDV en/of PSZ3e kwartiel11,112,012,112,7
alleen BSOGemiddelde3,63,63,43,5
alleen BSO1e kwartiel1,31,21,61,8
alleen BSO2e kwartiel2,52,52,62,9
alleen BSO3e kwartiel4,33,93,64,5
KDV en/of PSZ en BSOGemiddelde5,65,95,65,6
KDV en/of PSZ en BSO1e kwartiel3,43,73,94,2
KDV en/of PSZ en BSO2e kwartiel5,25,25,55,8
KDV en/of PSZ en BSO3e kwartiel7,17,27,57,8
OverigGemiddelde5,36,14,05,2
Overig1e kwartiel4,24,55,14,6
Overig2e kwartiel5,85,85,96,1
Overig3e kwartiel7,27,58,37,6

Organisaties in zeer sterk stedelijke gebieden hebben niet de meeste kosten, wel de hoogste kosten per kindplaats

Organisaties in zeer sterk stedelijke gebieden hebben lagere totale kosten dan organisaties in sterk stedelijke gebieden. De organisaties in zeer sterk stedelijke gebieden hebben echter wel de hoogste totale kosten per kindplaats. De organisaties in niet stedelijke gebieden hebben in de regel de laagste totale kosten. De indeling naar stedelijkheid voor kinderopvangorganisaties met meerdere locaties is berekend op basis van een gewogen adressenomgevingsdichtheid voor locaties uit meer en/of minder stedelijk gebied.

11. Kostenstructuur kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), stedelijkheidsklasse
Perioden20152015201520152015201620162016201620162017201720172017201720182018201820182018
StedelijkheidsklasseOnderwerpenTotaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %
NietGemiddelde26164,712,20,822,428066,311,90,721,028867,011,20,821,031670,311,00,817,9
Niet1e kwartiel4837,47,70,015,25741,17,90,014,36851,07,00,014,28254,77,00,013,0
Niet2e kwartiel15063,112,40,421,615666,111,80,420,315866,211,20,420,518569,110,90,418,9
Niet3e kwartiel32672,319,11,338,136473,217,91,335,035274,516,21,431,440075,115,41,228,5
WeinigGemiddelde74269,912,30,617,285370,011,90,617,587572,311,60,615,498874,111,20,614,1
Weinig1e kwartiel10252,39,50,012,414556,69,70,012,515861,88,50,012,017164,67,80,011,7
Weinig2e kwartiel29067,013,20,218,538267,312,50,317,842669,911,70,317,045672,110,50,216,1
Weinig3e kwartiel80973,418,21,329,186174,716,61,126,51 02275,314,81,225,61 16677,414,01,021,7
MatigGemiddelde1 15670,813,60,615,01 90167,313,30,419,01 51471,313,30,614,81 64773,712,10,513,7
Matig1e kwartiel12756,510,30,012,514460,110,00,012,416761,39,10,012,314962,38,70,011,6
Matig2e kwartiel45668,813,80,416,150869,613,50,315,952570,412,80,415,849572,311,70,415,8
Matig3e kwartiel1 25273,618,51,424,51 45774,518,01,223,01 49774,916,81,323,21 49576,516,11,322,6
SterkGemiddelde2 27170,215,30,813,71 95070,214,30,914,51 65570,514,80,514,31 90771,914,00,413,7
Sterk1e kwartiel15056,910,40,012,216458,89,80,011,719058,79,80,011,419361,79,00,011,9
Sterk2e kwartiel47368,514,50,316,248969,213,80,316,552569,613,30,416,256871,111,80,315,1
Sterk3e kwartiel1 29773,719,81,324,61 25874,317,91,225,21 30674,817,41,124,31 49876,015,11,223,3
Zeer sterkGemiddelde1 63266,116,10,617,21 77966,814,40,618,21 68463,513,60,322,51 84871,714,40,313,6
Zeer sterk1e kwartiel13850,512,60,013,314254,711,70,013,614055,310,90,013,420958,39,80,012,0
Zeer sterk2e kwartiel35763,716,00,118,336764,515,50,218,539865,914,60,218,541969,413,10,016,8
Zeer sterk3e kwartiel84971,021,01,228,080871,620,41,225,487972,118,61,225,51 05774,916,30,924,8

12. Totale kosten per kindplaats kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), stedelijkheidsklasse
Perioden2015201620172018
StedelijkheidsklasseOnderwerpenTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euro
NietGemiddelde5,15,15,55,6
Niet1e kwartiel2,62,62,83,3
Niet2e kwartiel4,54,24,65,1
Niet3e kwartiel7,06,77,17,8
WeinigGemiddelde4,35,04,85,2
Weinig1e kwartiel2,73,43,74,0
Weinig2e kwartiel4,65,15,45,4
Weinig3e kwartiel6,47,27,78,2
MatigGemiddelde4,76,15,26,1
Matig1e kwartiel3,63,94,04,1
Matig2e kwartiel5,35,55,85,9
Matig3e kwartiel7,68,08,07,8
SterkGemiddelde5,75,54,24,5
Sterk1e kwartiel3,53,84,14,8
Sterk2e kwartiel5,95,86,26,6
Sterk3e kwartiel8,18,39,09,3
Zeer sterkGemiddelde7,37,67,08,9
Zeer sterk1e kwartiel5,04,95,36,3
Zeer sterk2e kwartiel7,98,28,49,3
Zeer sterk3e kwartiel11,111,511,812,5

Hoogste kosten per kindplaats bij gemiddelde arbeidsduur van 23 of meer uur per week

De organisaties met een gemiddelde arbeidsduur van 23 uur of meer hebben gemiddeld de hoogste kosten per kindplaats.
De mediaan en het eerste kwartiel van de totale kosten van de organisaties met gemiddelde arbeidsduur tot 18 uur per week liggen beduidend lager dan bij de andere twee subcategorieën. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de zelfstandigen zonder personeel (met gemiddelde arbeidsduur werknemers 0 uur) in de subcategorie ‘gemiddelde arbeidsduur tot 18 uur per week’ zijn ingedeeld.

13. Kostenstructuur kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), gemiddelde arbeidsduur werknemers
Perioden20152015201520152015201620162016201620162017201720172017201720182018201820182018
Gemiddelde arbeidsduur werknemersOnderwerpenTotaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %Totaal kosten x 1 000 euroAandeel personeels-kosten %Aandeel huisvestings-kosten %Aandeel auto- en transport-kosten %Aandeel overige kosten %
Minder dan 18 uur per weekGemiddelde65066,214,61,217,945165,714,30,419,546265,414,30,519,840667,113,30,618,9
Minder dan 18 uur per week1e kwartiel296,29,80,015,83517,09,60,016,5329,67,40,016,93727,27,70,017,2
Minder dan 18 uur per week2e kwartiel8551,415,70,227,59954,714,90,226,18454,613,50,326,88953,912,60,227,5
Minder dan 18 uur per week3e kwartiel24668,925,51,652,624269,122,61,648,023268,721,91,950,823570,820,42,051,9
18 tot 23 uur per weekGemiddelde1 81669,715,40,614,32 23868,213,90,817,01 58472,413,40,413,81 63574,512,20,412,8
18 tot 23 uur per week1e kwartiel22762,010,20,012,023363,410,00,011,520964,29,00,011,620666,38,60,011,6
18 tot 23 uur per week2e kwartiel50369,113,50,315,952470,713,00,215,347471,412,20,315,445972,611,30,214,8
18 tot 23 uur per week3e kwartiel1 25074,217,21,221,31 31174,816,40,921,21 16875,916,01,020,71 23477,114,21,020,3
23 uur per week of meerGemiddelde1 35768,714,10,516,81 42169,413,00,517,01 41565,413,20,620,81 64071,913,40,514,1
23 uur per week of meer1e kwartiel27360,610,00,012,230362,09,80,012,328663,69,80,011,931666,39,00,011,3
23 uur per week of meer2e kwartiel54069,214,20,316,157469,113,20,416,061370,113,00,415,566072,511,80,314,6
23 uur per week of meer3e kwartiel1 03273,917,91,321,01 12874,817,21,321,41 19475,016,21,221,61 38776,714,91,020,4

14. Totale kosten per kindplaats kinderopvangorganisaties, SBI 88911 / 8891 (exclusief gastouders en zelfstandige gastouderbureaus), gemiddelde arbeidsduur werknemers
Perioden2015201620172018
Gemiddelde arbeidsduur werknemersOnderwerpenTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euroTotale kosten per kindplaats x 1 000 euro
Minder dan 18 uur per weekGemiddelde4,74,34,54,8
Minder dan 18 uur per week1e kwartiel1,92,02,02,1
Minder dan 18 uur per week2e kwartiel3,33,53,53,7
Minder dan 18 uur per week3e kwartiel5,55,25,45,6
18 tot 23 uur per weekGemiddelde5,55,94,64,7
18 tot 23 uur per week1e kwartiel4,64,54,54,5
18 tot 23 uur per week2e kwartiel6,16,16,06,2
18 tot 23 uur per week3e kwartiel8,38,48,38,7
23 uur per week of meerGemiddelde6,67,96,26,7
23 uur per week of meer1e kwartiel5,45,46,06,2
23 uur per week of meer2e kwartiel7,78,18,28,3
23 uur per week of meer3e kwartiel10,811,211,211,4

4. Bijlagen

4.1 Koppeling kostenvariabelen uit de winstaangifte naar publicatievariabelen

In onderstaande tabel staan de kostenposten uit de winstaangifte (WIA) weergegeven uit de fiscale jaarrekening (excl. resultaat deelnemingen en buitengewone lasten). De posten tot 15 betreffen opbrengstenposten en zijn derhalve weggelaten.

15. Kostenposten uit de winstaangifte (WIA)
NummerKostenpost uit de winstaangifte (WIA)
15Kosten van grond- en hulpstoffen, uitbesteed werk e.d.
15aKosten van grond- en hulpstoffen, inkoopprijs van de verkopen
15bKosten van uitbesteed werk en andere externe kosten
16Personeelskosten
16aLonen en salarissen
16bArbeidsbeloning fiscale partner
16cSociale lasten
16dPensioenlasten
16eOverige personeelskosten
17Afschrijvingen
17aGoodwill, afschrijvingen
17bOverige immateriële vaste activa, afschrijvingen
17cGebouwen en terreinen, afschrijvingen
17dMachines en installaties, afschrijvingen
17eAndere vaste bedrijfsmiddelen, afschrijving
18Overige waardeveranderingen van immateriële en materiële vaste activa
19Bijzondere waardevermindering van vlottende activa
20Overige bedrijfskosten
20aAutokosten en transportkosten
20bHuisvestingskosten
20cOnderhoudskosten van overige materiële vaste activa
20dVerkoopkosten
20eAndere kosten
21Som van de bedrijfslasten
22Financiële lasten
22gWaardeverandering van vorderingen
22hWaardeverandering van effecten
22iKosten van schulden aan groepsmaatschappijen
22jKosten van schulden aan participanten en maatschappijen waarin wordt deelgenomen
22kKosten van schulden, andere rentelasten en soortgelijke kosten

De fiscale variabelen uit bovenstaande tabel zijn vervolgens vertaald naar de volgende kostenvariabelen in het onderzoek:

  • Personeelskosten: totaalpost 16
  • Autokosten en transportkosten: post 20a
  • Huisvestingskosten: post 20b + 17c
  • Overige kosten: som van post 15, 17a-b-d-e, 18, 19, 20c-d-e, 22* 
    (* de posten 22a t/m 22f zijn financiële baten en zijn derhalve weggelaten in het fiscale overzicht. De posten 18, 22g en 22h zijn waardeveranderingen (kunnen zowel opbrengsten- als kostenposten zijn) en worden in dit onderzoek alleen meegenomen indien het kosten zijn)
  • Totale kosten: personeelskosten + autokosten en transportkosten + huisvestingskosten + overige kosten

NB: kostenposten binnen de winstaangifte kunnen ook negatieve waardes bevatten (bijvoorbeeld door saldering). Hier wordt niet voor gecorrigeerd.

4.2 Respons, populatie en weging WIA-data

Respons WIA-data:

In onderstaande tabel staan de overzichten met betrekking tot de respons en de doelpopulatie (kortweg populatie) vermeld in termen van aantallen bedrijfseenheden:

16. Respons WIA-data
JaarRespons WIA (r)Populatie (N)Respons % (r/N *100)
20151 5512 01377,0
20161 4992 08471,9
20171 6302 09178,0
20181 0382 28045,5

De respons betreft het aantal bruikbare fiscale winstaangiftes van de populatie ten tijde van het samenstelling van dit maatwerkonderzoek. De toename van de populatie in 2018 wordt deels bepaald door de omzetting van resterende zelfstandige peuterspeelzalen per 2018 naar kinderopvang (KDV). De lagere respons in 2018 kan verklaard worden doordat ten tijde van de samenstelling van dit maatwerkonderzoek de sluiting van het fiscale jaar het kortst geleden is.

Populatie:

In onderstaande tabel staan de overzichten met betrekking tot de doelpopulatie (kortweg populatie) vermeld in termen van aantallen bedrijfseenheden, totaal en uitgesplitst naar categorie/subcategorie:

17. Populatie (N), totaal en uitgesplitst naar categorie/subcategorie
Perioden2015201620172018
Totaal populatie2 0132 0842 0912 280
Omvang organisatie1  locatie709704672771
2-5  locaties9471 0121 0381 093
6 of meer locaties357368381416
Kindplaatsen1-31  kindplaatsen665671669727
32-95  kindplaatsen680716708783
96 of meer kindplaatsen668697714770
RechtsvormBV/NV639679693735
Stichting307318307427
Overig1 0671 0871 0911 118
OpvangsoortKDV en/of PSZ676690654822
alleen BSO179177164168
KDV en/of PSZ en BSO1 0211 0871 1561 190
Overig137130117100
StedelijkheidsklasseNiet401415430475
Weinig357353354391
Matig304328341353
Sterk453469457515
Zeer sterk498519509546
Gemiddelde arbeidsduur werknemersMinder dan 18 uur per week763736624673
18 tot 23 uur per week705743769760
23 uur per week of meer545605698847

Weging:

Bij het bepalen van het weegmodel is rekening gehouden met het niet mogen voorkomen van lege weegcellen en voldoende celvulling. Het volgende weegmodel is gebruikt voor het onderzoek:

  • Uitkomsten voor de totale populatie:
    gewogen op basis van grootteklassegroep (klein-middel-groot); de grootteklasse(groep) is een kenmerk van een bedrijf in het ABR en is gebaseerd op het aantal werkzame personen
  • Uitkomsten per categorie: 
    gewogen op basis van grootteklassegroep (klein-middel-groot) én categorie incl. subcategorieën
De subcategorieën worden qua grenzen gebaseerd op een ongeveer gelijke verdeling qua aantal bedrijfseenheden over de subcategorieën (op basis van de data 2015 t/m 2018). D.w.z. op basis van de frequentieverdelingen van alle jaren, zijn er ongeveer gelijke groepen gemaakt binnen een categorie. Deze verdeling bepaalt vervolgens de betreffende grenswaardes per subcategorie.
Voor alle jaren wordt vervolgens dezelfde categorie/subcategorie-indeling gehanteerd en worden dezelfde grenzen per subcategorie gehanteerd. NB: sommige subcategorieën, zoals bijvoorbeeld Stichting binnen Rechtsvorm, liggen vooraf vast qua afbakening. Bij deze indeling speelt het bepalen van grenswaardes geen rol.
De berekening van de gemiddelden wordt als volgt uitgevoerd: de gewogen totalen van de afzonderlijke posten worden eerst berekend en vervolgens worden de aandelen/kengetallen berekend. Bij de berekening van het gemiddeld aandeel van de personeelskosten bijvoorbeeld, worden eerst de totale kosten en de personeelskosten ieder gewogen bepaald. Vervolgens worden deze twee totalen op elkaar gedeeld.
Bij de berekening van de kwartielen worden eerst de aandelen/kengetallen berekend. Vervolgens worden daarvan de kwartielen gewogen bepaald. Bij de berekening van de totale kosten per kindplaats bijvoorbeeld wordt per bedrijfseenheid eerst de totale kosten per kindplaats bepaald. Vervolgens worden alle berekende waardes gewogen en worden daarvan de kwartielen bepaald.

 

4.3 Afkortingen

ABR = Algemeen Bedrijfsregister
BAG = Basisregistratie Adressen en Gebouwen
BSO = Buitenschoolse Opvang
BvR = Beheer van Relaties
CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek
DUO = Dienst Uitvoering Onderwijs
GOB = Gastouderbureau
HR = Handelsregister
IB = Inkomstenbelasting
KDV = Kinderdagverblijf
KvK = Kamer van Koophandel
LRK = Landelijk Register Kinderopvang
OAD = Omgevingsadressendichtheid
PSZ = Peuterspeelzaalwerk
SBI = Standaard Bedrijfsindeling
SK = Statistiek Kinderopvang
SZW = Sociale Zaken en Werkgelegenheid
UWV = Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
VGO = Voorziening Gastouder
VPB = Vennootschapsbelasting
WIA = Winstaangifte