SDG 9.3 Kennis en innovatie

Kennis is enorm belangrijk voor de economie en voor het vinden van oplossingen voor grote maatschappelijke problemen. Het derde deel van SDG 9 gaat over investeringen in kennis door bedrijven en overheden, over technologische ontwikkeling, en over toegang tot ICT en internet.

Samenvatting van de resultaten
Het dashboard en de indicatoren
Dashboard SDG 9.3 Kennis en innovatie
Meer informatie

Samenvatting van de resultaten

  • Vijf van de twaalf indicatoren ontwikkelen zich in de richting van toenemende brede welvaart. Slechts één wijst op afnemende brede welvaart: octrooien. Deze is voor het innovatiebeleid overigens wel belangrijk.
  • Bij de internationale posities verkeert Nederland alleen bij de investeringen in materiële vaste activa in de achterhoede.
  • Investeringen in vaste activa, uitgaven aan R&D (zowel het totaal als het deel van bedrijven) en het aantal gewerkte uren in R&D stijgen trendmatig. Ook worden steeds meer wetenschappelijke publicaties uitgebracht.
  • Bij het aantal PCT patentaanvragen (octrooien) per miljoen inwoners is de trend rood (dalend).
  • Vrijwel iedereen heeft een breedbandverbinding en toegang tot internet. Nederland staat bovenaan de EU-ranglijst. Deze indicatoren maken geen deel meer uit van het dashboard.

Het dashboard en de indicatoren

Deze brede SDG omvat drie hoofdcomponenten: infrastructuur en mobiliteit, duurzame bedrijvigheid, en kennis en innovatie. Dit derde dashboard bij SDG 9 focust op kennis, die essentieel is om economische prestaties te verbeteren en grote maatschappelijke problemen op te lossen. Kennis kan worden omgezet in nieuwe technologieën en processen waarmee producten en productieprocessen beter en duurzamer kunnen worden. Daarnaast heeft kennis sociaal-culturele en intrinsieke waarde. In dit verband is het belangrijk dat overheid en bedrijfsleven investeren in kennis, dat ICT en andere technologie uitgebreid worden en dat de kenniskapitaalgoederenvoorraad toeneemt. Toegang tot het internet is essentieel voor de toegang tot kennis.

Met uitzondering van de octrooien is het beeld bij dit dashboard overwegend positief. Ook de positie op de EU-ranglijst is doorgaans tamelijk gunstig. Nederland staat slechts bij één indicator in de achterhoede: de bruto-investeringen in materiële vaste activa.

SDG 9 Industrie, innovatie en infrastructuur: kennis en innovatie  

Middelen en mogelijkheden

2,3%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
7e
0,7%
10e
1,5%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
8e
17,3%
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
13e
3,7%
5e
4,3
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
6e

Gebruik

3 858
De langjarige trend wijst op een stijging van de brede welvaart
6e
235
De langjarige trend wijst op een daling van de brede welvaart
5e
40%
17e

Uitkomsten

€ 149
6e
€ 10,90
2e

Beleving

7,4

Middelen en mogelijkheden betreffen het geld, de menskracht en de infrastructuur voor het ontwikkelen, delen en toepassen van kennis en innovatie. Nederland voert de Europese ranglijst aan bij breedbandinternetverbinding en toegang tot internet: in 2021 beschikte vrijwel de hele bevolking van twaalf jaar en ouder over deze voorzieningen. Deze twee indicatoren zijn in deze editie niet meer in het dashboard opgenomen.

Vier van de zes indicatoren bewegen zich in een richting die duidt op een hogere brede welvaart. De bruto-investeringen in materiële vaste activa bedroegen in 2022 17,3 procent van het bbp. Het ging vooral om investeringen in machines en werktuigen. De trend is stijgend, maar het aandeel in het bbp is relatief laag. Nederland is 13e van de 15 landen waarmee vergeleken kon worden. Het aantal gewerkte uren in speur- en ontwikkelingswerk heeft eveneens een opwaartse trend. Bedrijven, instellingen en het hoger onderwijs gaven in 2021 samen bijna 19,3 miljard euro uit aan research en development (R&D) met eigen en ingehuurd personeel. De R&D-intensiteit (R&D-uitgaven als percentage van het bbp) was hiermee 2,3 procent. De private en publieke R&D-uitgaven hierbinnen, bedroegen respectievelijk 1,5 en 0,7 procent van het bbp. De totale uitgaven vertonen een positieve trend. Deze wordt vooral getrokken door de stijgende trend bij ‘privaat’; bij de publieke uitgaven is de trend namelijk stabiel. Binnen de EU heeft Nederland bij zowel publiek als privaat een positie in de middengroep. Voor het totaal is er een positie onderin de kopgroep.

Gebruik betreft de geproduceerde kennis, de ingevoerde innovaties en de gevormde kennisnetwerken. Het aantal wetenschappelijke publicaties (artikelen, conferentiepapers, notes, letters en reviews zoals deze worden geïndexeerd in Elsevier Scopus), stijgt trendmatig. In 2021 lag het aantal publicaties per miljoen inwoners 733 hoger dan in 2015, het begin van de trendperiode. Het aantal PCT-patentaanvragen per miljoen inwoners loopt daarentegen terug, waardoor de trend hier in de periode 2015-2022 rood kleurt. Zowel de hoeveelheid wetenschappelijke publicaties als de aantallen octrooien per miljoen inwoners zijn relatief hoog: Nederland behoort tot de koplopers van de EU.

Uitkomsten hebben betrekking op de mate waarin nieuwe technologieën en kennis worden ingebed in de kapitaalgoederenvoorraad. De kapitaalgoederenvoorraad (machines, werktuigen en andere productiemiddelen) wordt berekend per gewerkt uur. De fysieke kapitaalgoederenvoorraad en de kenniskapitaalgoederenvoorraad hebben beide een neutrale trend. Nederland heeft bij de kenniskapitaalgoederenvoorraad een positie in de kopgroep (er zijn 11 andere EU-landen waarmee over 2021 een vergelijking mogelijk is).

Beleving heeft betrekking op het vertrouwen van mensen in wetenschap en innovatie. Het vertrouwen in de wetenschap wordt eens in de drie jaar gemeten door het Rathenau Instituut en uitgedrukt op een schaal van 1 (geen enkel vertrouwen) tot 10 (volledig vertrouwen). Het aantal datapunten is gering en ligt ver uiteen. Het gemiddelde vertrouwen in de wetenschap kreeg in 2021 een 7,4. In dat jaar bevatte de enquête ook vragen over de impact van het coronavirus. Bijna een kwart van de respondenten gaf aan dat hun vertrouwen is toegenomen, vooral door de snelle ontwikkeling van vaccins. Bij 16 procent zorgde de snelheid waarmee vaccins beschikbaar kwamen juist voor een afname van het vertrouwen.

Meer informatie

Publicatie ICT kennis en economie 2022