Veel vooruitgang in meten met sensoren

/ Auteur: Jaap van Sandijk
Wat is de rol van mobile devices (smartphones, tablets en wearables) in onderzoek op het gebied van vragenlijstontwerp? En hoe zit het met het gebruik van devices om metingen te doen? Over deze onderwerpen houdt CBS-onderzoeker Barry Schouten vandaag, 13 februari, zijn oratie als hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (UU).

Usability labs

Barry Schouten werd op 1 april 2017 benoemd tot hoogleraar aan de UU. Zijn leerstoel richt zich op mixed-mode survey designs. In zijn oratie gaat hij nader in op multi-mode en multi-device surveys. ‘Inhoudelijk gaat mijn oratie over de manier waarop je onderzoek doet en de invloed daarvan op alle facetten van het onderzoek, zoals de kosten, de deelnamebereidheid en de doorlooptijd.’ Schouten werkt binnen zijn leerstoel in een team van 14 collega’s van de UU en het CBS. Zij richten zich op 3 onderwerpen: het ontwerp van vragenlijsten, de voorwaarden voor gebruik van de smartphone voor surveyonderzoek en de mogelijkheden van smartphones voor het uitvoeren van sensormetingen. In fysieke ruimtes - zogeheten usability labs - worden gedragingen van proefpersonen gemeten en nieuwe ontwerpen ontwikkeld en getoetst.

Vragenlijsten op nieuwe devices

Het eerste jaar van zijn leerstoel is Schouten goed bevallen. De vorderingen op het gebied van het ontwerp van vragenlijsten en de voorwaarden voor het gebruik ervan zijn vooral gemaakt op het gebied van techniek. ‘Dat heeft alles te maken met de lopende implementatie van nieuwe enquête-ondersteunende systemen bij het CBS onder het programma Phoenix. Als die straks klaar zijn en de vragenlijsten worden ondersteund door de nieuwe software, zijn ze geschikt voor alle apparaten waarop ze gebruikt worden.’ Maar techniek is slechts één onderdeel van het herontwerp, benadrukt Schouten. ‘In het geschikt maken van vragenlijsten voor devices wordt gekeken naar de lengte van de vragen, de uitleg bij de vragen, de hoeveelheid antwoordopties, de lengte van definities en de lengte van de totale vragenlijst.’

Psychologie van de respondent

Schouten geeft een voorbeeld van zaken die invloed hebben op het onderzoek. ‘Bij een onderzoek met een interviewer is de respondent gemotiveerder dan wanneer hij zelf een lijst invult. Een interviewer prikkelt de respondent, bij een online vragenlijst bepaal jezelf de tijd en het tempo. De vraag is hoe je het gat tussen deze verschillende werkwijzen kunt dichten en de kwaliteit vergelijkbaar kunt houden.’ Hier komt de meerwaarde van de UU om de hoek kijken, zegt de hoogleraar. ‘De collega’s van de UU richten zich vooral op de psychologie van de respondent. Waarom doet een respondent mee? Waarom gedraagt hij zich zoals hij doet?’ Grootste uitdaging van het herontwerp van vragenlijsten is het behoud van onderlinge vergelijkbaarheid van de uitkomsten, onafhankelijk van de gekozen methode.

De sensorprojecten hebben inmiddels de aandacht getrokken van de EU

Meten met sensoren

Op het gebied van meten met sensoren is het afgelopen jaar veel vooruitgang geboekt. De Sensor Data Challenge, die in november 2017 werd georganiseerd door het CBS, UU, RIVM en de Haagse Hogeschool leverde veelbelovende inzichten op. ‘Voor de inzet van sensormetingen richten we ons op zes bestaande thema’s in surveys: gezondheid, verplaatsing, ICT-gebruik, leefomstandigheden, arbeidsomstandigheden en koopgedrag’, vertelt Schouten. ‘In onze labs testen we de gebruiksvriendelijkheid van apps en de nauwkeurigheid van de waarnemingen.’ Meten met sensoren maakt het mogelijk om de kwaliteit van data te verbeteren en de lastendruk voor respondenten te verlagen.

Opdracht van de Europese Unie

De sensorprojecten hebben inmiddels de aandacht getrokken van de EU. ‘Sinds december 2017 onderzoeken we in opdracht van de Europese Unie alle EU-verplichte surveys en wat sensoren voor deze onderzoeken kunnen betekenen. Zo bekijken we of we aankopen in supermarkten kunnen meten met sensoren.’ Privacy speelt hierbij uiteraard een belangrijke rol, onderstreept Schouten. ‘Ook onderzoeken we in hoeverre mensen bereid zijn om hieraan mee te werken. We doen dus ook onderzoek naar het soort onderzoek. Binnenkort komen we met de eerste resultaten.’