CBS onderzoekt familiebedrijven in Nederland met behulp van registers

/ Auteur: Masja de Ree
Familiebedrijven vormen een aanzienlijk deel van het midden- en kleinbedrijf (MKB), maar er zijn nog geen aparte statistieken over. CBS heeft - als één van de zeven Europese statistische bureaus en met een financiële bijdrage van de Europese Unie - onderzocht hoe familiebedrijven het beste in kaart kunnen worden gebracht. Dat blijkt mogelijk met bestaande gegevens uit registers, zodat bedrijven niet extra worden belast met vragenlijsten.

Definitie

Om het aantal, het soort en het economisch belang van familiebedrijven in kaart te brengen, moet eerst worden vastgesteld wat onder een familiebedrijf wordt verstaan. CBS volgt de definitie van de Europese Commissie. Die bepaalt dat een familiebedrijf een bedrijf is, waarbij één familie een meerderheid van zeggenschap heeft (bij beursgenoteerde bedrijven 25 procent). De familie moet ook formeel betrokken zijn bij het bestuur.

Familierelaties vaststellen

Inmiddels heeft CBS alle familiebedrijven in Nederland geïdentificeerd. Methodoloog Léon Custers: ‘We weten nu per regio, grootteklasse en bedrijfstak hoeveel familiebedrijven er zijn.’ CBS ging uit van de bedrijfstakken in het Algemeen Bedrijvenregister (ABR). Het raadpleegde vervolgens een groot aantal registers om vast te stellen of een bedrijf een familiebedrijf was: onder meer het register met fiscale loongegevens, het Nieuwe Handelsregister, het huishoudenbestand en het ouder-kindbestand. Methodoloog Jos Erkens: ‘We hebben nu een goede methode. De gebruikte registers bieden de informatie die volgens de definitie nodig is om een familiebedrijf te identificeren: informatie over de populatie van bedrijven en hun juridische structuren, informatie over zeggenschap, de formele betrokkenheid van eigenaren, partners bij het bestuur en natuurlijk familierelaties.’

Omdat familiebedrijven een aanzienlijk onderdeel uitmaken van het MKB vindt de Europese Commissie het belangrijk daar informatie over te hebben

Economisch belang

In het tweede deel van het onderzoek, dat loopt tot eind 2016, wordt gekeken naar het economisch belang van familiebedrijven. Wat is bijvoorbeeld hun omzet? Projectleider Marien Vrolijk: ‘Dat doen we landelijk, maar ook regionaal, zodat we de omzetontwikkeling gedetailleerd kunnen volgen. We kunnen dan ook een vergelijking maken met niet-familiebedrijven.’ Het onderzoek van CBS wordt uitgevoerd met een financiële bijdrage uit het COSME-programma van de Europese Unie. Vrolijk: ‘De Europese Commissie wil het MKB stimuleren, het is immers van groot belang voor de economie. Omdat familiebedrijven een aanzienlijk onderdeel uitmaken van het MKB vindt de Europese Commissie het belangrijk daar informatie over te hebben. Europa en de afzonderlijke landen kunnen dan immers gemakkelijker beleid maken. CBS herkent dit en wil op die informatiebehoefte inspelen.’ CBS is één van de zeven nationale statistische bureaus dat met een bijdrage van de Europese Unie onderzoek naar familiebedrijven doet. Vrolijk: ‘Bijzonder aan onze aanpak is dat we geen steekproeven en vragenlijsten gebruiken, maar bestaande registers met informatie. Het voordeel daarvan is dat we bedrijven niet hoeven lastig te vallen met nieuwe administratieve lasten én dat registers betrouwbare informatie bieden over álle bedrijven. ’

Eerste en tweede generatie

Nu een methode is ontwikkeld om de verschillende facetten van familiebedrijven goed cijfermatig in kaart te brengen, wil CBS de statistiek graag continueren. CBS zoekt hiervoor opdrachtgevers. Vrolijk sluit niet uit dat het onderzoek nog wordt uitgebreid. ‘We hebben in het afgelopen half jaar bijvoorbeeld ervaring opgedaan met webcrawling. Daarbij zoekt een internetrobot op internet naar bedrijven die zichzelf ‘familiebedrijf’ noemen. Het is interessant om na te gaan of onze methode ook de bedrijven detecteert die zichzelf familiebedrijf noemen.’ De definitie van de Europese Commissie maakt bovendien geen onderscheid tussen eerste en tweede generatie familiebedrijven. ‘Het is onze ambitie om dit op een later moment wel te doen’, aldus Vrolijk.

De nieuwe cijfers over familiebedrijven worden rond 22 september a.s. gepubliceerd.