SCP en CBS verder aan de slag met nieuwe informatie over sociaal domein

/ Auteur: Miriam van der Sangen/Annelies Boerdam
Sinds 1 januari 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Opvang (WMO), de Jeugdwet en de Participatiewet bij gemeenten. Zij hebben de taken rond werk en inkomen, jeugdzorg en zorg aan langdurig zieken en ouderen overgenomen van het Rijk. Om de decentralisatie en het effect van het nieuwe beleid rond het sociaal domein goed te kunnen monitoren en evalueren, is informatie nodig. Donderdag 16 juni jl. organiseerde CBS daarom samen met het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een symposium over de informatievoorziening over en behoeften voor het sociaal domein, nu en in de toekomst. 

Gebruik monitors

Sinds de decentralisatie leveren zowel CBS als SCP een belangrijke bijdrage aan de informatievoorziening. Dat doen zij door middel van de Gemeente monitor sociaal domein en de Overall rapportage sociaal domein. De meest actuele versie van de Gemeente monitor sociaal domein verscheen in januari 2016, de Overall rapportage kwam in mei van dit jaar uit. Projectleider Martine de Mooij van CBS: ‘Dat leek ons een goed moment om van onze gebruikers te horen wat ze van de informatievoorziening vinden. Hoe worden de monitors gebruikt? Kan men hiermee vragen vanuit de gemeenteraad of Tweede Kamer beantwoorden? Welke informatie mist men nog?’



Beleidsuitkomsten

Tijdens het symposium bleek dat de informatievoorziening tot nog toe vooral betrekking heeft op vragen als hoeveel mensen maken gebruik van de regeling en om wat voor zorg gaat het. Er is echter ook behoefte aan informatie over de resultaten van het beleid, bijvoorbeeld wordt de zelfredzaamheid van mensen vergroot en kunnen mensen voldoende participeren in de maatschappij? De Mooij: ‘Over de resultaten van het beleid is nog niet zoveel bekend. Voor een deel kun je die vragen beantwoorden aan de hand van CBS-registraties. Daar kunnen we informatie in vinden over arbeidsparticipatie of financiële redzaamheid. Maar om te monitoren hoe cliënten zelf de resultaten ervaren, zijn enquêtes nodig.’ Evert Pommer, werkzaam als senior wetenschappelijk onderzoeker publieke voorzieningen bij het SCP, vult aan: ‘Om meer inzicht te krijgen in de resultaten van beleid hebben we in samenwerking met CBS een grote enquête gehouden onder gebruikers van voorzieningen in het gedecentraliseerde domein. Daarbij kunnen we een relatie leggen tussen de problemen die mensen ondervinden, de oplossingen die zij kiezen, het beroep dat zij doen op gemeentelijke voorzieningen en wat dat allemaal betekent voor hun kwaliteit van leven.’

Zorg mijden

Volgens De Mooij is er ook behoefte aan informatie over mensen die zorg mijden. ‘Dit zijn mensen die eigenlijk wel zorg nodig hebben, maar niet om hulp vragen bij de gemeente. Zij zijn dus ook niet in beeld. CBS zou hier een rol in kunnen spelen door samen met beleidsmakers sociaal kwetsbare groepen te definiëren en te kijken hoe we hen in kaart kunnen brengen. Een voorbeeld van zo’n kwetsbare groep zijn mensen die in het verleden wel eens psychologische zorg hebben ontvangen, een laag inkomen hebben en zonder baan zitten.’ Volgens Pommer ontbreekt het ook aan gegevens over het gebruik van algemene voorzieningen. ‘De overheid wil dat mensen minder gebruik maken van maatwerkvoorzieningen en meer van algemene voorzieningen, maar deze algemene voorzieningen worden niet door de gemeenten geregistreerd. Daardoor kunnen we niet vaststellen of deze beweging plaatsvindt.’

Vluchtelingen

Tijdens het symposium vonden diverse workshops plaats. In de workshop ‘Databehoefte in de nabije toekomst’ kwam naar voren dat globalisering een grote rol gaat spelen in het sociaal domein, bijvoorbeeld door de komst van arbeidsmigranten en vluchtelingen. ‘Als het gaat om de impact van vluchtelingen op gemeenten is het interessant onderzoek te doen naar de vluchtelingen die in het verleden naar Nederland kwamen. Hoe is hun zorggebruik? Van welke voorzieningen in het sociaal domein maken zij gebruik? Is dat meer dan bij andere bevolkingsgroepen? Zijn ze blijven wonen in de gemeente waar zij in eerste instantie terecht kwamen of zijn ze verhuisd naar de grote steden? Dit laatste is interessant voor de krimpregio’s, waar vluchtelingen kunnen helpen om het voorzieningenniveau op peil te houden.’ Bij de workshop over ‘outcome meting’ werd gewezen op de wens om voor begrippen als ‘zelfredzaamheid’ en ‘participatie’ een landelijk bruikbare definitie te hanteren. Nu zijn er verschillende meetinstrumenten bij gemeenten in omloop, zoals de zelfredzaamheidsmatrix van de GGD en de Impact op Participatie en Autonomie meter van Nyfer.

‘Over de resultaten van het beleid is nog niet zoveel bekend’

Belangrijke conclusies

Tijdens de discussie in het plenaire deel van het symposium bleek dat veel aanwezige partijen het er over eens zijn dat met de huidige informatievoorziening over het sociaal domein een eerste goede start is gemaakt, maar dat er wel nog wensen zijn. Zo is de aanlevering van data over de maatschappelijke opvang nog onvolledig, waardoor een landelijk overzicht ontbreekt. Een voordeel van de decentralisatie is dat gemeenten maatwerk kunnen leveren. De uitdaging ligt bij het maken van regionaal vergelijkbare cijfers. Ook waren de deelnemers het er over eens dat kwalitatieve informatie over ervaringen van cliënten onontbeerlijk is om vast te stellen of vooral kwetsbare groepen de juiste hulp krijgen. Verder kwam naar voren dat het voor de toekomst belangrijk is ook zaken als onderwijs en schuldhulpverlening in kaart te brengen.