CBS’ers helpen Rwanda met opzetten van milieu- en kapitaalstatistieken

/ Auteur: Miriam van der Sangen
De Wereldbank vroeg eind 2014 aan CBS of het zijn kennis op het gebied van kapitaal- en milieurekeningen wilde overdragen aan medewerkers van een aantal overheden van Rwanda, waaronder het statistisch bureau. Cor Graveland en Cees Baas, onderzoeker bij CBS, vertellen over hun ervaringen in het economisch snel groeiende Centraal-Afrikaanse land. Uitputting en aantasting van de zo belangrijke natuurlijke hulpbronnen liggen op de loer. 

Rwanda is een klein land qua omvang. Het telt ruim 11 miljoen inwoners en heeft een hoge bevolkingsdichtheid. De huidige economie en werkgelegenheid zijn grotendeels gebaseerd op de traditionele landbouw, maar ontwikkelen zich snel. Mijnbouw, de dienstensectoren, het toerisme en de export van koffie en thee zijn belangrijke bronnen van inkomsten. CBS’er Baas over de recente geschiedenis van het land: ‘Tijdens de jaren negentig woedde er een burgeroorlog tussen de Hutu’s en Tutsi’s, waarbij naar schatting 1miljoen Tutsi’s werden vermoord. Dat leidde tot politieke, sociale en economische instabiliteit. Na de genocide kwam er een regering met een gematigde Hutu president. Hij zorgde voor de opbouw van het land. Vanaf 1995 verbeterde de economie. Inmiddels heeft Rwanda één van de snelst groeiende economieën van de wereld. De economische groei in het laatste kwartaal bedroeg 7,5 procent.’

Cijfers belangrijk voor beleid

Ondanks de hoge groei en toenemende welvaart is de armoede groot. Iets meer dan 40 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Samen met de hoge bevolkingsdichtheid zorgt dit voor toenemende vervuiling, uitputting en aantasting van de natuurlijke hulpbronnen. Dat leidt onder andere tot een toename in waterverbruik, watervervuiling en intensivering van het landgebruik. Om dit in de toekomst beter te reguleren, is het voor Rwanda belangrijk water, bos, land en delfstoffen fysiek én economisch goed in kaart te brengen. Het opstellen van kapitaal- en milieurekeningen is hierbij van grote waarde. Aan de hand van deze informatie kan beleid worden gemaakt, voor zowel de korte als de lange termijn. Baas: ‘Rwanda heeft een statistiekbureau met een kleine 200 medewerkers. Het bureau is de afgelopen jaren flink gegroeid. Ze maken er veel verschillende statistieken, van het Bruto Binnenlands Product tot de Consumentenprijzen. Ook cijfers over het toerisme en de landbouw komen er vandaan. In Rwanda worden echter niet alle statistieken door het statistiekbureau gemaakt. Ook  ministeries hebben het in hun takenpakket. Onze hulp beperkt zich daarom niet alleen tot het statistiekbureau.’

Kennis als exportproduct

De hulp aan Rwanda op het gebied van kapitaal- en milieurekeningen is een initiatief van de Wereldbank voor het WAVES-project. Graveland: ‘Dat is een wereldwijd samenwerkingsverband, dat zich richt op duurzame ontwikkelingen in ontwikkelingslanden zoals Botswana, Columbia, de Filippijnen en Rwanda. Het helpt onder andere met kennis bij het opstellen van kapitaal- en milieurekeningen, die relevant zijn voor het beleid om aantasting van natuurlijke hulpbronnen tegen te gaan. Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Nederland sponsort het project in Rwanda en ziet onze kennis als een exportproduct.’

Rwanda heeft één van de snelst groeiende economieën van de wereld

Samenwerking

In februari van dit jaar gaven twee CBS’ers, Sjoerd Schenau en Bram Edens, in Rwanda in het kader van het WAVES-project een eerste workshop over de milieurekeningen. Doelen waren: brainstormen, leren, samenwerken en het delen van ‘best practices’. In mei en augustus/september gingen de collega’s Graveland en Baas naar het Centraal-Afrikaanse land om een structuur op te zetten voor de statistieken over natuurlijk kapitaal en milieu. Graveland: ‘Het is dankbaar werk. De mensen in Rwanda zijn erg blij met onze hulp. Ze zijn goed opgeleid, maar samenwerking met andere instanties staat nog in de kinderschoenen. Wij helpen hen daarbij.’ In het najaar gaan Graveland en Baas weer naar Rwanda toe. Dan zullen ze deelnemen aan een regionale workshop voor een aantal Afrikaanse landen.