Kerncijfers wijken en buurten 2018

Kerncijfers wijken en buurten 2018

Wijken en buurten Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens tot 110% van sociaal minimum (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens tot 120% van sociaal minimum (%)
Nederland 7,0 10,6 13,4
Aa en Hunze 4,7 7,5 9,8
Wijk 00 Annen 4,3 6,8 9,2
Annen 4,3 6,9 9,3
Verspreide huizen Annen . . .
Wijk 01 Eext 5,5 7,5 9,0
Eext 5,5 7,6 9,3
Verspreide huizen Eext . . .
Wijk 02 Anloo 9,7 13,1 14,6
Anloo 7,6 9,7 11,1
Verspreide huizen Anloo . . .
Wijk 03 Gasteren 4,2 6,0 6,5
Gasteren 4,3 6,1 6,7
Verspreide huizen Gasteren . . .
Wijk 04 Anderen 3,8 8,6 9,5
Anderen . . .
Verspreide huizen Anderen . . .
Wijk 05 Schipborg 2,9 5,1 6,5
Schipborg 3,1 5,5 7,1
Verspreide huizen Schipborg . . .
Wijk 06 Eexterveen 1,7 4,0 4,6
Eexterveen 1,8 4,1 4,7
Verspreide huizen Eexterveen . . .
Wijk 07 Spijkerboor . . .
Spijkerboor . . .
Verspreide huizen Spijkerboor . . .
Wijk 08 Nieuw-Annerveen . . .
Nieuw-Annerveen . . .
Verspreide huizen Nieuw-Annerveen . . .
Wijk 09 Oud-Annerveen . . .
Oud-Annerveen . . .
Verspreide huizen Oud-Annerveen . . .
Wijk 11 Annerveenschekanaal 2,9 7,1 7,6
Annerveenschekanaal 3,0 7,1 7,7
Verspreide huizen Annerveenschekanaal . . .
Wijk 12 Eexterveenschekanaal 2,8 5,6 8,4
Eexterveenschekanaal 3,4 5,9 9,2
Verspreide huizen Eexterveenschekanaal . . .
Wijk 13 Eexterzandvoort . . .
Eexterzandvoort . . .
Verspreide huizen Eexterzandvoort . . .
Wijk 14 Gasselte 5,4 9,0 12,5
Gasselte 3,8 7,5 11,1
Kostvlies . . .
Verspreide huizen Gasselte 12,3 16,7 21,0
Wijk 15 Gasselternijveen 8,5 13,1 16,7
Gasselternijveen 8,6 13,2 16,9
Gasselterboerveen . . .
Verspreide huizen Gasselternijveen . . .
Wijk 16 Gasselternijveenschemond 5,6 6,6 9,0
Gasselternijveenschemond 5,5 6,6 9,2
Gasselterboerveenschemond . . .
Verspr.h. Gasselternijveenschemond . . .
Wijk 17 Gieten 4,6 8,0 11,4
Gieten 4,6 8,1 11,5
Verspreide huizen Gieten . . .
Wijk 18 Gieterveen 4,9 6,1 8,5
Gieterveen 5,7 7,5 11,0
Bonnerveen . . .
Nieuwediep . . .
Verspreide huizen Gieterveen . . .
Wijk 19 Rolde 3,5 6,1 8,2
Rolde 3,7 6,0 8,1
Ballo . . .
Nijlande . . .
Deurze . . .
Verspreide huizen Nooitgedacht 3,6 11,7 12,6
Verspreide huizen Rolde . . .
Wijk 20 Grolloo 5,7 8,1 8,9
Grolloo 5,3 6,8 6,8
Schoonloo . . .
Verspreide huizen Papenvoort . . .
Verspreide huizen Grolloo 4,7 5,6 5,6
Wijk 21 Ekehaar 2,1 3,2 3,2
Ekehaar 0,0 0,9 0,9
Amen . . .
Verspreide huizen Ekehaar . . .
Aalburg 3,9 6,8 9,6
Wijk 00 Wijk en Aalburg 3,7 6,8 9,8
Wijk en Aalburg 3,9 7,5 10,9
Spijk 3,5 4,2 4,9
Verspreide huizen Wijk en Aalburg . . .
Wijk 01 Veen 5,2 9,3 12,6
Veen 5,2 9,2 12,7
Verspreide huizen Veen . . .
Wijk 02 Genderen 3,7 6,2 8,8
Genderen 3,7 6,1 8,9
Verspreide huizen Genderen . . .
Wijk 03 Eethen 2,4 4,8 7,3
Eethen 1,1 2,3 3,8
Verspreide huizen Eethen . . .
Wijk 04 Meeuwen 4,3 6,0 7,8
Meeuwen 4,3 6,3 8,3
Verspreide huizen Meeuwen . . .
Wijk 05 Drongelen 1,9 3,2 5,1
Drongelen . . .
Verspreide huizen Drongelen . . .
Wijk 06 Babyloniënbroek 1,8 3,1 4,3
Babyloniënbroek 2,2 3,6 4,3
Verspreide huizen Babyloniënbroek . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2018.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per juni 2023
Binnen het thema bevolking zijn gecorrigeerde cijfers toegevoegd. De correctie is het gevolg van een wijziging in de methode van afronden. Deze afronding hoort aselect te zijn, wat onafhankelijk en willekeurig gebeurt. Dit was niet geheel het geval, omdat door een fout in de toepassing van de methode de cijfers vaker naar beneden dan naar boven werden afgerond. Bij het maken van tellingen over afgeronde aantallen gaf dit in sommige gevallen een vertekend beeld. Er zijn tevens hier en daar zeer kleine verschuivingen in de cijfers van wijken en buurten door de ‘kennis van nu’: daar waar aanvankelijk geen waarnemingen waren en op het moment van correctie wel.
De cijfers, met uitzondering van relatieve cijfers, zijn voor wijken en buurten gecorrigeerd. De correctie heeft geen gevolgen voor de landelijke of gemeentelijke aantallen met betrekking tot de genoemde onderwerpen. De correctie heeft ook geen gevolgen voor aantallen van andere onderwerpen in de tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voor deze tabel zijn geen nadere updates meer te verwachten.

Toelichting onderwerpen

Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.
Huishoudens tot 110% van sociaal minimum
Het besteedbaar huishoudensinkomen exclusief gebonden uitkeringen is lager dan 110 procent van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd is het sociaal minimum gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het ontleend aan het AOW-pensioen. Voor huishoudens met kinderen zijn de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan het normbedrag toegevoegd.
Huishoudens tot 120% van sociaal minimum
Het besteedbaar huishoudensinkomen exclusief gebonden uitkeringen is lager dan 120 procent van het sociaal minimum. Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Tot aan de pensioengerechtigde leeftijd is het sociaal minimum gelijk aan de hoogte van de bijstandsuitkering en vanaf de pensioengerechtigde leeftijd is het ontleend aan het AOW-pensioen. Voor huishoudens met kinderen zijn de kinderbijslag en het kindgebonden budget aan het normbedrag toegevoegd.