Arbeidsdeelname; regionale indeling 2016

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2016

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau onbekend (x 1 000)
Totaal personen Nederland 2016 738 3.597 1.391 2.579 98
Totaal personen Noord-Nederland (LD) 2016 81 383 137 206 15
Totaal personen Oost-Nederland (LD) 2016 166 786 291 502 24
Totaal personen West-Nederland (LD) 2016 317 1.613 672 1.364 42
Totaal personen Zuid-Nederland (LD) 2016 173 815 291 507 17
Totaal personen Groningen (PV) 2016 27 124 46 80 4
Totaal personen Friesland (PV) 2016 32 153 51 70 5
Totaal personen Drenthe (PV) 2016 22 106 40 56 6
Totaal personen Overijssel (PV) 2016 54 255 93 152 7
Totaal personen Flevoland (PV) 2016 19 91 34 53 5
Totaal personen Gelderland (PV) 2016 94 439 164 297 11
Totaal personen Utrecht (PV) 2016 47 236 107 262 2
Totaal personen Noord-Holland (PV) 2016 109 565 239 498 15
Totaal personen Zuid-Holland (PV) 2016 143 718 296 564 22
Totaal personen Zeeland (PV) 2016 17 95 31 40 4
Totaal personen Noord-Brabant (PV) 2016 118 565 202 367 12
Totaal personen Limburg (PV) 2016 55 249 88 140 6
Totaal personen Oost-Groningen (CR) 2016 7 35 11 13 2
Totaal personen Delfzijl en omgeving (CR) 2016 2 11 4 3 1
Totaal personen Overig Groningen (CR) 2016 18 78 31 64 2
Totaal personen Noord-Friesland (CR) 2016 16 75 26 37 2
Totaal personen Zuidwest-Friesland (CR) 2016 7 32 11 16 1
Totaal personen Zuidoost-Friesland (CR) 2016 10 45 15 18 2
Totaal personen Noord-Drenthe (CR) 2016 8 38 16 26 3
Totaal personen Zuidoost-Drenthe (CR) 2016 8 38 13 16 2
Totaal personen Zuidwest-Drenthe (CR) 2016 6 30 11 14 2
Totaal personen Noord-Overijssel (CR) 2016 16 83 31 50 3
Totaal personen Zuidwest-Overijssel (CR) 2016 7 32 13 24 1
Totaal personen Twente (CR) 2016 31 140 49 78 3
Totaal personen Veluwe (CR) 2016 32 147 54 94 5
Totaal personen Achterhoek (CR) 2016 19 94 32 47 2
Totaal personen Arnhem/Nijmegen (CR) 2016 32 142 58 125 3
Totaal personen Zuidwest-Gelderland (CR) 2016 11 57 20 31 2
Totaal personen Utrecht (CR) 2016 47 236 107 262 2
Totaal personen Kop van Noord-Holland (CR) 2016 17 91 32 44 4
Totaal personen Alkmaar en omgeving (CR) 2016 10 54 21 34 2
Totaal personen IJmond (CR) 2016 8 45 17 27 1
Totaal personen Agglomeratie Haarlem (CR) 2016 7 43 20 44 0
Totaal personen Zaanstreek (CR) 2016 8 40 14 21 1
Totaal personen Groot-Amsterdam (CR) 2016 50 244 114 285 6
Totaal personen Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2016 9 46 21 44 1
Totaal personen Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2016 17 85 37 75 3
Totaal personen Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2016 30 147 67 147 3
Totaal personen Delft en Westland (CR) 2016 11 49 19 38 0
Totaal personen Oost-Zuid-Holland (CR) 2016 14 71 27 49 1
Totaal personen Groot-Rijnmond (CR) 2016 57 274 113 205 11
Totaal personen Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2016 16 91 33 51 4
Totaal personen Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2016 5 25 8 10 1
Totaal personen Overig Zeeland (CR) 2016 13 70 22 29 3
Totaal personen West-Noord-Brabant (CR) 2016 30 140 51 87 5
Totaal personen Midden-Noord-Brabant (CR) 2016 23 108 38 69 2
Totaal personen Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2016 28 152 54 95 3
Totaal personen Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2016 37 166 59 116 3
Totaal personen Noord-Limburg (CR) 2016 16 69 23 33 1
Totaal personen Midden-Limburg (CR) 2016 11 54 19 30 1
Totaal personen Zuid-Limburg (CR) 2016 28 126 46 77 4
Totaal personen Flevoland (CR) 2016 19 91 34 53 5
Totaal personen Aa en Hunze 2016 1 6 2 3 0
Totaal personen Aalburg 2016 1 3 1 2 0
Totaal personen Aalsmeer 2016 1 7 3 5 0
Totaal personen Aalten 2016 1 7 2 3 0
Totaal personen Achtkarspelen 2016 1 8 2 2 0
Totaal personen Alblasserdam 2016 1 5 2 2 0
Totaal personen Albrandswaard 2016 1 5 2 4 0
Totaal personen Alkmaar 2016 5 25 10 15 1
Totaal personen Almelo 2016 4 15 5 9 0
Totaal personen Almere 2016 9 43 18 28 3
Totaal personen Alphen aan den Rijn 2016 4 24 9 18 0
Totaal personen Alphen-Chaam 2016 0 2 1 1 0
Totaal personen Ameland 2016 0 1 0 0 0
Totaal personen Amersfoort 2016 6 28 14 31 0
Totaal personen Amstelveen 2016 3 14 7 20 0
Totaal personen Amsterdam 2016 30 140 69 201 3
Totaal personen Apeldoorn 2016 7 33 12 24 1
Totaal personen Appingedam 2016 1 3 1 1 0
Totaal personen Arnhem 2016 7 28 12 28 0
Totaal personen Assen 2016 3 13 6 9 1
Totaal personen Asten 2016 1 4 1 2 0
Totaal personen Baarle-Nassau 2016 0 1 0 1 0
Totaal personen Baarn 2016 1 4 2 4 0
Totaal personen Barendrecht 2016 2 9 4 8 1
Totaal personen Barneveld 2016 3 14 4 6 0
Totaal personen Bedum 2016 0 2 1 1 0
Totaal personen Beek (L.) 2016 1 3 1 2 0
Totaal personen Beemster 2016 0 2 1 1 0
Totaal personen Beesel 2016 1 3 1 2 0
Totaal personen Bellingwedde 2016 0 2 1 1 0
Totaal personen Berg en Dal 2016 2 7 3 5 0
Totaal personen Bergeijk 2016 1 5 2 2 0
Totaal personen Bergen (L.) 2016 1 3 1 1 0
Totaal personen Bergen (NH.) 2016 1 5 2 4 0
Totaal personen Bergen op Zoom 2016 3 14 5 9 1
Totaal personen Berkelland 2016 2 11 4 4 0
Totaal personen Bernheze 2016 1 7 2 4 0
Totaal personen Best 2016 1 6 3 5 0
Totaal personen Beuningen 2016 1 6 2 4 0
Totaal personen Beverwijk 2016 2 10 4 5 0
Totaal personen het Bildt 2016 1 3 1 1 0
Totaal personen De Bilt 2016 1 6 3 9 0
Totaal personen Binnenmaas 2016 1 7 3 4 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, migratieachtergrond en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2016.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2003.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 16 februari 2018:
Geen, tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma's vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Beroepsniveau onbekend