Arbeidsdeelname; regionale indeling 2015, 2003-2015

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2015, 2003-2015

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau onbekend (x 1 000)
Totaal Nederland 2015 737 3.592 1.341 2.497 126
Totaal Noord-Nederland (LD) 2015 80 388 132 198 20
Totaal Oost-Nederland (LD) 2015 167 787 279 495 26
Totaal West-Nederland (LD) 2015 321 1.598 645 1.323 57
Totaal Zuid-Nederland (LD) 2015 169 819 285 481 24
Totaal Groningen (PV) 2015 27 126 44 77 5
Totaal Friesland (PV) 2015 31 153 49 67 7
Totaal Drenthe (PV) 2015 22 109 39 54 8
Totaal Overijssel (PV) 2015 55 261 88 147 8
Totaal Flevoland (PV) 2015 20 86 32 55 5
Totaal Gelderland (PV) 2015 92 440 159 293 13
Totaal Utrecht (PV) 2015 47 233 103 259 2
Totaal Noord-Holland (PV) 2015 110 564 228 471 18
Totaal Zuid-Holland (PV) 2015 146 713 284 552 31
Totaal Zeeland (PV) 2015 18 89 30 41 6
Totaal Noord-Brabant (PV) 2015 118 564 200 346 17
Totaal Limburg (PV) 2015 51 255 86 135 7
Totaal Oost-Groningen (CR) 2015 7 35 11 13 2
Totaal Delfzijl en omgeving (CR) 2015 2 11 4 4 1
Totaal Overig Groningen (CR) 2015 18 80 30 60 2
Totaal Noord-Friesland (CR) 2015 16 76 25 33 4
Totaal Zuidwest-Friesland (CR) 2015 6 33 10 15 0
Totaal Zuidoost-Friesland (CR) 2015 9 44 14 19 2
Totaal Noord-Drenthe (CR) 2015 8 39 16 25 3
Totaal Zuidoost-Drenthe (CR) 2015 8 40 12 16 2
Totaal Zuidwest-Drenthe (CR) 2015 7 29 10 13 3
Totaal Noord-Overijssel (CR) 2015 17 84 29 48 3
Totaal Zuidwest-Overijssel (CR) 2015 8 34 12 22 1
Totaal Twente (CR) 2015 30 143 47 77 4
Totaal Veluwe (CR) 2015 31 148 52 92 5
Totaal Achterhoek (CR) 2015 18 94 31 48 2
Totaal Arnhem/Nijmegen (CR) 2015 32 142 57 122 4
Totaal Zuidwest-Gelderland (CR) 2015 11 56 19 31 2
Totaal Utrecht (CR) 2015 47 233 103 259 2
Totaal Kop van Noord-Holland (CR) 2015 17 90 31 43 5
Totaal Alkmaar en omgeving (CR) 2015 11 54 20 32 2
Totaal IJmond (CR) 2015 8 42 16 30 1
Totaal Agglomeratie Haarlem (CR) 2015 8 43 19 42 0
Totaal Zaanstreek (CR) 2015 8 40 13 20 1
Totaal Groot-Amsterdam (CR) 2015 49 248 108 262 8
Totaal Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2015 9 46 20 42 1
Totaal Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2015 18 85 36 73 3
Totaal Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2015 29 144 63 148 4
Totaal Delft en Westland (CR) 2015 11 50 17 38 0
Totaal Oost-Zuid-Holland (CR) 2015 14 68 26 50 2
Totaal Groot-Rijnmond (CR) 2015 57 280 110 194 15
Totaal Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2015 18 86 33 50 7
Totaal Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2015 6 26 8 9 2
Totaal Overig Zeeland (CR) 2015 12 63 22 32 5
Totaal West-Noord-Brabant (CR) 2015 29 142 50 83 5
Totaal Midden-Noord-Brabant (CR) 2015 24 105 39 63 5
Totaal Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2015 29 149 53 91 3
Totaal Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2015 36 168 57 109 3
Totaal Noord-Limburg (CR) 2015 14 68 22 34 1
Totaal Midden-Limburg (CR) 2015 11 57 19 28 1
Totaal Zuid-Limburg (CR) 2015 27 130 45 73 4
Totaal Flevoland (CR) 2015 20 86 32 55 5
Totaal Groningen (SG) 2015 17 72 28 59 2
Totaal Leeuwarden (SG) 2015 9 39 14 20 3
Totaal Zwolle (SG) 2015 8 38 15 29 2
Totaal Enschede (SG) 2015 15 68 24 43 2
Totaal Apeldoorn (SG) 2015 10 44 17 30 2
Totaal Arnhem (SG) 2015 15 70 29 61 2
Totaal Nijmegen (SG) 2015 12 50 20 49 1
Totaal Amersfoort (SG) 2015 12 57 23 53 0
Totaal Utrecht (SG) 2015 23 112 53 155 1
Totaal Amsterdam (SG) 2015 61 309 129 299 9
Totaal Haarlem (SG) 2015 16 85 35 72 2
Totaal Leiden (SG) 2015 15 69 30 62 3
Totaal 's-Gravenhage (SG) 2015 40 194 80 186 4
Totaal Rotterdam (SG) 2015 48 228 90 159 13
Totaal Dordrecht (SG) 2015 12 59 24 37 6
Totaal Breda (SG) 2015 14 71 26 50 2
Totaal Tilburg (SG) 2015 16 65 26 44 3
Totaal 's-Hertogenbosch (SG) 2015 8 42 18 35 1
Totaal Eindhoven (SG) 2015 20 86 31 69 2
Totaal Geleen/Sittard (SG) 2015 6 31 12 19 1
Totaal Heerlen (SG) 2015 11 56 18 25 2
Totaal Maastricht (SG) 2015 9 37 13 27 1
Totaal Groningen (GA) 2015 11 43 17 39 0
Totaal Leeuwarden (GA) 2015 6 24 9 12 2
Totaal Zwolle (GA) 2015 6 23 11 22 2
Totaal Enschede (GA) 2015 8 35 11 21 1
Totaal Apeldoorn (GA) 2015 7 32 12 24 1
Totaal Arnhem (GA) 2015 6 28 12 29 0
Totaal Nijmegen (GA) 2015 9 29 12 36 1
Totaal Amersfoort (GA) 2015 7 34 15 37 0
Totaal Utrecht (GA) 2015 18 84 39 121 0
Totaal Amsterdam (GA) 2015 42 208 89 230 5
Totaal Haarlem (GA) 2015 7 38 17 39 0
Totaal Leiden (GA) 2015 11 49 22 50 2
Totaal 's-Gravenhage (GA) 2015 23 111 47 117 3
Totaal Rotterdam (GA) 2015 42 197 78 140 11
Totaal Dordrecht (GA) 2015 10 49 19 30 4
Totaal Breda (GA) 2015 8 37 14 32 0
Totaal Tilburg (GA) 2015 13 50 20 35 2
Totaal 's-Hertogenbosch (GA) 2015 7 36 15 31 1
Totaal Eindhoven (GA) 2015 16 67 25 57 2
Totaal Geleen/Sittard (GA) 2015 5 28 11 18 1
Totaal Heerlen (GA) 2015 9 46 15 18 2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, herkomst en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2015.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2015.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 14 februari 2017:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld.

Toelichting onderwerpen

Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma's vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Beroepsniveau onbekend