Overheid; ontvangen belastingen 1995-2017

Overheid; ontvangen belastingen 1995-2017

Sectoren Perioden Belastingen: afzonderlijk Totaal belastingen (mln euro) Belastingen: afzonderlijk BTW (Belasting over toegevoegde waarde) (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Loon- en inkomstenbelasting (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Vennootschapsbelasting (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Accijnzen (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Verbruiksbel. op milieugrondslag (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Milieuheffingen (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Motorrijtuigenbelasting (mln euro) Belastingen: afzonderlijk BPM (Bel. personenauto's en motorrijw.) (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Overdrachtsbelasting (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Onroerendezaakbelasting (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Dividendbelasting (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Vermogensheffingen (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Assurantiebelasting (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Kansspelbelasting (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Bankenbelasting (incl. resolutieheffing) (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Verhuurderheffing (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Loonkostenheffing (mln euro) Belastingen: afzonderlijk Overige belastingen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Totaal belast. op productie en invoer (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Totaal productgebonden belastingen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen BTW (Belasting over toegevoegde waarde) (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Accijnzen Totaal accijnzen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Accijnzen Benzineaccijns (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Accijnzen Accijns op overige minerale oliën (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Accijnzen Tabakaccijns (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Accijnzen Alcoholaccijns (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Accijnzen Bieraccijns (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Accijnzen Wijnaccijns e.a. mousserende dranken (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Accijnzen Overige accijnzen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Verbruiksbel. op alcoholvrije dranken (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Belastingen op milieugrondslag (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen BPM (Bel.op personenauto's en motorrijw) (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Kansspelbelasting (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Overdrachtsbelasting (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Assurantiebelasting (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Kapitaalbelasting (mln euro) Belastingen op productie en invoer Productgebonden belastingen Voorraadheffing aardolieprodukten (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Totaal niet-productgebonden belastingen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Onroerendezaakbelasting (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Motorrijtuigenbelasting (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Milieuheffingen Totaal milieuheffingen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Milieuheffingen Rioolrechten (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Milieuheffingen Heffingen op waterverontreiniging (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Milieuheffingen Omslagheffing waterschappen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Milieuheffingen Overige milieuheffingen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Bankenbelasting (incl. resolutieheffing) (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Verhuurderheffing (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Loonkostenheffing (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen PBO-heffingen (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Inschrijfgelden Kamer van Koophandel (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Toeristenbelasting (mln euro) Belastingen op productie en invoer Niet-productgebonden belastingen Niet-productgebonden - overig (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Totaal belast. op inkomen en vermogen (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op inkomen Totaal belastingen op inkomen (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op inkomen Vennootschapsbelasting (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op inkomen Loonbelasting (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op inkomen Inkomstenbelasting (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op inkomen Dividendbelasting (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op inkomen Kansspelbelasting (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Totaal belastingen op vermogen (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Onroerendezaakbelasting (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Vermogensbelasting (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Motorrijtuigenbelasting (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Milieuheffingen Totaal milieuheffingen (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Milieuheffingen Rioolrechten (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Milieuheffingen Heffingen op waterverontreiniging (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Milieuheffingen Omslagheffing waterschappen (mln euro) Belastingen op inkomen en vermogen Belastingen op vermogen Overige belastingen inkomen en vermogen (mln euro) Vermogensheffingen (mln euro)
Overheid 2017 1e kwartaal* 48.352 10.914 15.637 10.044 2.771 1.761 1.116 1.372 589 570 974 441 361 785 124 230 417 33 213 19.915 17.540 10.914 2.771 1.056 939 516 82 96 76 6 60 1.761 589 62 570 785 0 28 2.375 974 264 416 62 83 208 63 230 417 33 0 24 17 28.076 26.184 10.044 13.299 2.338 441 62 1.892 0 1.108 700 326 231 143 84 361
Overheid 2017 2e kwartaal* 45.847 12.215 16.656 4.309 3.052 1.130 1.128 1.420 519 669 954 1.674 439 565 142 236 416 37 286 20.750 18.324 12.215 3.052 1.096 1.000 661 79 128 83 5 76 1.130 519 71 669 565 0 27 2.426 954 274 419 65 83 209 62 236 416 37 0 72 18 24.658 22.710 4.309 17.658 -1.002 1.674 71 1.948 0 1.146 709 335 231 143 93 439
Overheid 2017 3e kwartaal* 39.654 12.102 12.627 3.946 2.828 952 1.104 1.432 488 706 956 530 341 550 114 243 416 37 282 20.207 17.773 12.102 2.828 1.025 923 605 77 115 78 5 62 952 488 57 706 550 0 28 2.434 956 277 413 60 83 208 62 243 416 37 0 79 13 19.106 17.160 3.946 13.220 -593 530 57 1.946 0 1.155 691 316 232 143 100 341
Overheid 2017 4e kwartaal* 46.373 14.583 16.119 3.114 3.036 1.730 1.117 1.421 404 781 954 1.015 500 586 92 239 369 41 272 23.601 21.262 14.583 3.036 1.116 1.012 615 92 109 85 7 68 1.730 404 46 781 586 0 28 2.339 954 273 401 64 85 219 33 239 369 41 0 51 11 22.272 20.294 3.114 18.044 -1.925 1.015 46 1.978 0 1.148 716 348 234 134 114 500
Overheid 2017* 180.226 49.814 61.039 21.413 11.687 5.573 4.465 5.645 2.000 2.726 3.838 3.660 1.641 2.486 472 948 1.618 148 1.053 84.473 74.899 49.814 11.687 4.293 3.874 2.397 330 448 322 23 266 5.573 2.000 236 2.726 2.486 0 111 9.574 3.838 1.088 1.649 251 334 844 220 948 1.618 148 0 226 59 94.112 86.348 21.413 62.221 -1.182 3.660 236 7.764 0 4.557 2.816 1.325 928 563 391 1.641
Centrale overheid 2017 1e kwartaal* 45.869 10.914 15.637 10.044 2.771 1.761 64 981 589 570 441 361 785 124 230 417 33 147 18.478 17.540 10.914 2.771 1.056 939 516 82 96 76 6 60 1.761 589 62 570 785 0 28 938 189 64 5 59 230 417 33 0 5 27.030 26.184 10.044 13.299 2.338 441 62 846 0 792 54 361
Centrale overheid 2017 2e kwartaal* 43.328 12.215 16.656 4.309 3.052 1.130 64 1.028 519 669 1.674 439 565 142 236 416 37 177 19.280 18.324 12.215 3.052 1.096 1.000 661 79 128 83 5 76 1.130 519 71 669 565 0 27 956 198 64 5 59 236 416 37 0 5 23.609 22.710 4.309 17.658 -1.002 1.674 71 899 0 830 69 439
Centrale overheid 2017 3e kwartaal* 37.156 12.102 12.627 3.946 2.828 952 64 1.040 488 706 530 341 550 114 243 416 37 172 18.739 17.773 12.102 2.828 1.025 923 605 77 115 78 5 62 952 488 57 706 550 0 28 966 201 64 5 59 243 416 37 0 5 18.076 17.160 3.946 13.220 -593 530 57 916 0 839 77 341
Centrale overheid 2017 4e kwartaal* 43.853 14.583 16.119 3.114 3.036 1.730 32 1.021 404 781 1.015 500 586 92 239 369 41 191 22.145 21.262 14.583 3.036 1.116 1.012 615 92 109 85 7 68 1.730 404 46 781 586 0 28 883 197 32 3 29 239 369 41 0 5 21.208 20.294 3.114 18.044 -1.925 1.015 46 914 0 824 90 500
Centrale overheid 2017* 170.206 49.814 61.039 21.413 11.687 5.573 224 4.070 2.000 2.726 3.660 1.641 2.486 472 948 1.618 148 687 78.642 74.899 49.814 11.687 4.293 3.874 2.397 330 448 322 23 266 5.573 2.000 236 2.726 2.486 0 111 3.743 785 224 18 206 948 1.618 148 0 20 89.923 86.348 21.413 62.221 -1.182 3.660 236 3.575 0 3.285 290 1.641
Lokale overheid 2017 1e kwartaal* 2.483 1.052 391 974 0 66 1.437 1.437 974 75 352 62 78 208 4 24 12 1.046 1.046 316 700 326 231 143 30 0
Lokale overheid 2017 2e kwartaal* 2.519 1.064 392 954 0 109 1.470 1.470 954 76 355 65 78 209 3 72 13 1.049 1.049 316 709 335 231 143 24 0
Lokale overheid 2017 3e kwartaal* 2.498 1.040 392 956 0 110 1.468 1.468 956 76 349 60 78 208 3 79 8 1.030 1.030 316 691 316 232 143 23 0
Lokale overheid 2017 4e kwartaal* 2.520 1.085 400 954 0 81 1.456 1.456 954 76 369 64 82 219 4 51 6 1.064 1.064 324 716 348 234 134 24 0
Lokale overheid 2017* 10.020 4.241 1.575 3.838 0 366 5.831 5.831 3.838 303 1.425 251 316 844 14 226 39 4.189 4.189 1.272 2.816 1.325 928 563 101 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de belastingopbrengsten van de overheid, per belasting. Onder overheid wordt hier verstaan de sector overheid volgens de definitie die in Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010) wordt gebruikt. De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. De gebruikte begrippen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010).

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaarcijfers van 1995 tot en met 2017, kwartaalcijfers van 2008 tot en met 2017.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2014 de status definitief. De kwartalen van 2015 hebben de status voorlopig. De jaarcijfers van 2015 hebben de status definitief. De cijfers van 2016 en 2017 hebben de status voorlopig.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 29 juni 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Overheid; ontvangen belastingen en sociale premies. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Belastingen: afzonderlijk
Verplichte betalingen, zonder dat hier een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat, die door de nationale overheid of door de instellingen van de Europese Unie worden opgelegd.
De belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen.
Totaal belastingen
Verplichte betalingen, zonder dat hier een direct aanwijsbare tegenprestatie tegenover staat, die door de nationale overheid of door de instellingen van de Europese Unie worden opgelegd.
De belastingen worden onderverdeeld in:
- belastingen op productie en invoer;
- belastingen op inkomen en vermogen;
- vermogensheffingen.
BTW (Belasting over toegevoegde waarde)
Een productgebonden belasting, die op de verschillende momenten van levering door producenten wordt geïnd en uiteindelijk volledig ten laste komt van de eindgebruikers.

Producenten dragen alleen het verschil af tussen de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op hun verkopen en de btw op hun aankopen.
Loon- en inkomstenbelasting
Loonbelasting:
Belasting die door de werkgever wordt ingehouden op het loon van de werknemer, als onderdeel van de loonheffing. De werkgever draagt deze belasting vervolgens af aan de overheid en doet daarvoor maandelijks aangifte.
Inkomstenbelasting:
Een belasting op inkomen. Bij de bron ingehouden belastingen op inkomen, zoals loonbelastingen en regelmatige voorschotten op de inkomstenbelasting, kunnen worden geregistreerd in de periode waarin ze worden betaald, terwijl eindafrekeningen kunnen worden geregistreerd in de periode waarin de belastingverplichting is vastgesteld. Inkomstenbelasting is verschuldigd over het belastbaar inkomen uit werk en woning en uit sparen en beleggen.
Vennootschapsbelasting
Belasting die wordt geheven over de winst van ondernemingen. De vennootschapsbelasting wordt gerekend tot de belastingen op inkomen.
Accijnzen
Productgebonden belastingen op productie. Voorbeelden zijn accijnzen op benzine, tabak en alcohol. De accijnzen zijn verschuldigd over de uitslag (levering, verkoop) en de invoer van de betreffende producten.
Verbruiksbel. op milieugrondslag
Verbruiksbelasting op milieugrondslag.
Verzamelnaam voor de productgebonden belastingen: belastingen op grondwater, leidingwater, afvalstoffen, brandstoffen en de energie en de niet-productgebonden belasting verpakkingsbelasting. In 2008 en 2009 maakte de vliegbelasting deel uit van de verbruiksbelasting op milieugrondslag. In 2010 werd de vliegbelasting afgeschaft.
Vanaf 2013 is de heffing opslag duurzame energie (ODE) ingevoerd. De ODE wordt net als de energiebelasting op het verbruik van elektriciteit en aardgas geheven. Met de opbrengsten van de ODE wordt de productie van duurzame energie gestimuleerd.
Milieuheffingen
Heffingen die zijn ingevoerd voor de financiering van specifieke milieumaatregelen die door de overheid worden uitgevoerd. Milieuheffingen is de verzamelnaam voor de volgende belastingen: rioolrechten, waterverontreinigingsheffing, omslagheffing waterschappen, geluidhinder grondwaterbelasting en heffing nazorg stortplaatsen. Als deze belastingen door bedrijven worden betaald worden ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen, worden de milieuheffingen door huishoudens betaald maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Motorrijtuigenbelasting
Belasting voor het bezit van een motorrijtuig. Motorrijtuigenbelasting wordt betaald voor een personenauto, bestelbus, motorrijwiel of vrachtauto. Als de motorrijtuigenbelasting door bedrijven (producenten) wordt betaald wordt ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen. Wordt de motorrijtuigenbelasting door huishoudens (consumenten) betaald maakt ze deel uit van de belastingen op vermogen.
BPM (Bel. personenauto's en motorrijw.)
Belastingen op personenauto's en motorrijwielen.
De belasting op personenauto's, bestelauto's en motorrijwielen (BPM) is verschuldigd als er een nieuw voertuig in Nederland wordt gekocht. De importeur van het voertuig zorgt voor de aangifte en de betaling van de BPM. De BPM wordt gerekend tot de productgebonden belastingen.
Overdrachtsbelasting
Belasting die geheven wordt bij de overdracht van bestaande onroerende zaken. Overdrachtsbelasting wordt gerekend tot de productgebonden belastingen.
Onroerendezaakbelasting
Belasting die door gemeenten wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken.

Het deel van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners, wordt gerekend tot de belastingen op vermogen. Het deel dat is betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis eigenaren behoren, wordt beschouwd als niet-productgebonden belastingen. De onroerendezaakbelasting betaald door bewoners is per 1 januari 2006 afgeschaft.
Dividendbelasting
Belasting die wordt geheven over de opbrengst van aandelen en winstbewijzen. Een vennootschap die dividend uitkeert, is verplicht de dividendbelasting in te houden en te betalen aan de Belastingdienst. Samen met de vennootschapsbelasting vormt de dividendbelasting het grootste deel van de belasting op inkomen en vermogen van vennootschappen. Beide belastingen hebben de winst van vennootschappen als grondslag.
Vermogensheffingen
Verplichte, niet-periodieke betalingen aan de overheid, die gebaseerd zijn op het vermogen van de belastingplichtigen. In de praktijk gaat het hierbij bijna altijd om successierechten. De vermogensbelasting wordt niet tot de vermogensheffingen gerekend. Deze wordt namelijk periodiek geheven en wordt daarom gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen.
Assurantiebelasting
Belasting op verzekeringen waarvan het risico in Nederland ligt. De belastingplichtige voor de assurantiebelasting is de verstrekker van de verzekering. Assurantiebelasting is een productgebonden belasting.
Kansspelbelasting
De kansspelbelasting wordt betaald door casino's en de winnaars van prijzen in loterijen. De kansspelbelasting die door casino's wordt betaald wordt geboekt als een productgebonden belasting. De kansspelbelasting die door de winnaars van prijzen wordt betaald wordt geboekt als een belasting op inkomen.
Bankenbelasting (incl. resolutieheffing)
Bankenbelasting (inclusief resolutieheffing).

De bankenbelasting is een belasting op ongedekte schulden van de banken.
De resolutieheffing is een eenmalige heffing op de onder het Nederlandse depositogarantiestelsel gegarandeerde deposito's van banken.
De bankenbelasting en de resolutieheffing worden gerekend tot de niet-productgebonden belastingen.
De bankenbelasting wordt geheven vanaf 2012.
De resolutieheffing is een eenmalige heffing in 2014.
Verhuurderheffing
Belasting voor verhuurders over de waarde van de huurwoningen. Voorwaarde is dat voor deze huurwoningen huurtoeslag kan worden toegekend.

De Verhuurderheffing wordt gerekend tot de niet-productgebonden belastingen.
De Verhuurderheffing wordt geheven vanaf 2013.
Loonkostenheffing
De loonbelasting die door de werkgever wordt ingehouden op het loon van de werknemer wordt gerekend tot de belastingen op inkomen, vermogen, enz. Over bepaalde vormen van loon wordt de loonbelasting echter geheven in de vorm van een zogenaamde eindheffing (loonkostenheffing). De loonbelasting wordt in dit geval niet ingehouden op het loon van de werknemer maar komt voor rekening van de werkgever. Loon waarop de werkgever eindheffing toepast, hoort niet (meer) tot het loon van de werknemer en hoort dus ook niet tot zijn verzamelinkomen voor de inkomstenbelasting. De eindheffingen worden niet door werknemers betaald maar door werkgevers. Voorbeelden zijn de heffing op spaarloon (tot 2012) en heffingen op (kerst)geschenken. De tijdelijke cisisheffing op hoge lonen die werkgevers in 2013 en 2014 moeten betalen valt ook onder de loonkostenheffingen.
Overige belastingen
Hieronder zijn de volgende belastingen opgenomen: Verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, kapitaalbelasting, voorraadheffing aardolieproducten, PBO-heffingen, Inschrijfgelden Kamers van Koophandel, Toeristenbelasting, Niet-productgebonden belastingen overig en de overige belastingen op inkomen en vermogen.
Belastingen op productie en invoer
Totaal belastingen op productie en invoer.
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren. Deze belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en niet-productgebonden belastingen. Deze belastingen hebben betrekking op alle door producenten aan de overheid en de EU betaalde belastingen, met uitzondering van de belastingen over de winst. Zij worden geregistreerd volgens het bestemmingscriterium. Belastingen die door de centrale overheid worden geïnd ten behoeve van de lokale overheid of de EU worden dus niet geboekt bij de centrale overheid.
Totaal belast. op productie en invoer
Totaal belastingen op productie en invoer.
Verplichte betalingen aan de overheid en de Europese Unie (EU) die verband houden met productie en invoer en met het gebruik van productiefactoren. Deze belastingen worden onderscheiden in productgebonden belastingen en niet-productgebonden belastingen. Deze belastingen hebben betrekking op alle door producenten aan de overheid en de EU betaalde belastingen, met uitzondering van de belastingen over de winst. Zij worden geregistreerd volgens het bestemmingscriterium. Belastingen die door de centrale overheid worden geïnd ten behoeve van de lokale overheid of de EU worden dus niet geboekt bij de centrale overheid.
Productgebonden belastingen
Belastingen en subsidies waarbij het te betalen of te ontvangen bedrag afhankelijk is van de hoeveelheid goederen die werd geproduceerd of verhandeld.
Totaal productgebonden belastingen
Belastingen en subsidies waarbij het te betalen of te ontvangen bedrag afhankelijk is van de hoeveelheid goederen die werd geproduceerd of verhandeld.
BTW (Belasting over toegevoegde waarde)
Een productgebonden belasting, die op de verschillende momenten van levering door producenten wordt geïnd en uiteindelijk volledig ten laste komt van de eindgebruikers.

Producenten dragen alleen het verschil af tussen de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op hun verkopen en de btw op hun aankopen.
Accijnzen
Productgebonden belastingen op productie. Voorbeelden zijn accijnzen op benzine, tabak en alcohol. De accijnzen zijn verschuldigd over de uitslag (levering, verkoop) en de invoer van de betreffende producten.
Totaal accijnzen
Productgebonden belastingen op productie. Voorbeelden zijn accijnzen op benzine, tabak en alcohol. De accijnzen zijn verschuldigd over de uitslag (levering, verkoop) en de invoer van de betreffende producten.
Benzineaccijns
Accijns op benzine.

Benzine is een mengsel van koolwaterstoffen dat ontstaat bij de destillatie van ruwe aardolie. Het wordt vooral gebruikt als brandstof voor benzinemotoren en als oplos- en schoonmaakmiddel.
Accijns op overige minerale oliën
Accijns op petroleum (halfzware olie), diesel (gasolie), zware stookolie, LPG ( vloeibaar gemaakt petroleumgas) en methaan.
Tabakaccijns
Accijns op sigaren, sigaretten en dergelijke.
Alcoholaccijns
Accijns op alcohol.

Alcohol is een helder, kleurloos, brandbaar distillatieproduct, afgeleid van koolwaterstof.
Bieraccijns
Accijns op bier.
Wijnaccijns e.a. mousserende dranken
Accijns op wijn en andere mousserende dranken.
Overige accijnzen
Accijnzen op alcoholvrije dranken en suiker.
Verbruiksbel. op alcoholvrije dranken
Verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken.
Productgebonden belasting op frisdranken, vruchtensappen, mineraalwater en siropen en op pruim- en snuiftabak. Deze belasting is verschuldigd over de uitslag (levering, verkoop) en de invoer van deze producten.
Belastingen op milieugrondslag
Belastingen op milieugrondslag (inclusief opslag duurzame energie).
Verzamelnaam voor de productgebonden belastingen: belastingen op grondwater, leidingwater, afvalstoffen, brandstoffen en de energie en de niet-productgebonden belasting verpakkingsbelasting. In 2008 en 2009 maakte de vliegbelasting deel uit van de verbruiksbelasting op milieugrondslag. In 2010 werd de vliegbelasting afgeschaft. Vanaf 2013 is de heffing opslag duurzame energie (ODE) ingevoerd. De ODE wordt net als de energiebelasting op het verbruik van elektriciteit en aardgas geheven. Met de opbrengsten van de ODE wordt de productie van duurzame energie gestimuleerd.
BPM (Bel.op personenauto's en motorrijw)
Belastingen op personenauto's en motorrijwielen.
De belasting op personenauto's, bestelauto's en motorrijwielen (BPM) is verschuldigd als er een nieuw voertuig in Nederland wordt gekocht. De importeur van het voertuig zorgt voor de aangifte en de betaling van de BPM. De BPM wordt gerekend tot de productgebonden belastingen. Eenmalige belasting die wordt geheven van degene die een voertuig (personenauto, bestelauto, motorrijwiel) als eerste op zijn naam laat registreren bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer.
Kansspelbelasting
De kansspelbelasting wordt betaald door casino's en de winnaars van prijzen in loterijen. De kansspelbelasting die door casino's wordt betaald wordt geboekt als een productgebonden belasting. De kansspelbelasting die door de winnaars van prijzen wordt betaald wordt geboekt als een belasting op inkomen.
Overdrachtsbelasting
Belasting die geheven wordt bij de overdracht van bestaande onroerende zaken. Overdrachtsbelasting wordt gerekend tot de productgebonden belastingen.
Assurantiebelasting
Belasting op verzekeringen waarvan het risico in Nederland ligt. De belastingplichtige voor de assurantiebelasting is de verstrekker van de verzekering. Assurantiebelasting is een productgebonden belasting.
Kapitaalbelasting
De kapitaalbelasting is een belasting die wordt geheven bij de oprichting van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (BV). Ook als in een BV extra aandelen worden uitgegeven moet er kapitaalsbelasting worden betaald. De kapitaalbelasting wordt gerekend tot de productgebonden belastingen.
Voorraadheffing aardolieprodukten
De voorraadheffing aardolieolieproducten wordt geheven op alle minerale oliën, behalve zware stookolie.
Met deze heffing wordt aanleg en beheer van strategische aardolieproducten gefinancierd.
Niet-productgebonden belastingen
Een belasting is niet-productgebonden als de hoogte van de belasting los staat van de waarde of de hoeveelheid van de geproduceerde of verkochte goederen.
Totaal niet-productgebonden belastingen
Een belasting is niet-productgebonden als de hoogte van de belasting los staat van de waarde of de hoeveelheid van de geproduceerde of verkochte goederen.
Onroerendezaakbelasting
Belasting die door gemeenten wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken. Het deel van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis eigenaren behoren, wordt beschouwd als niet-productgebonden belastingen. Het deel dat is betaald door bewoners, wordt gerekend tot de belastingen op vermogen. De onroerendezaakbelasting betaald door bewoners is per 1 januari 2006 afgeschaft.
Motorrijtuigenbelasting
Motorrijtuigenbelasting wordt betaald voor het bezit van een motorrijtuig. Motorrijtuigenbelasting wordt betaald voor een personenauto, bestelbus, motorrijwiel of vrachtauto. Als de motorrijtuigenbelasting door bedrijven (producenten) wordt betaald wordt ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen. Wordt de motorrijtuigenbelasting door huishoudens (consumenten) betaald maakt ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Milieuheffingen
Heffingen die zijn ingevoerd voor de financiering van specifieke milieumaatregelen die door de overheid worden uitgevoerd. Milieuheffingen is de verzamelnaam voor de volgende belastingen: rioolrechten, waterverontreinigingsheffing, omslagheffing waterschappen, geluidhinder grondwaterbelasting en heffing nazorg stortplaatsen. Als deze belastingen door bedrijven worden betaald worden ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen, worden de milieuheffingen door huishoudens betaald maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Totaal milieuheffingen
Heffingen die zijn ingevoerd voor de financiering van specifieke milieumaatregelen die door de overheid worden uitgevoerd. Milieuheffingen is de verzamelnaam voor de volgende belastingen: rioolrechten, waterverontreinigingsheffing, omslagheffing waterschappen, geluidhinder grondwaterbelasting en heffing nazorg stortplaatsen. Als deze belastingen door bedrijven worden betaald worden ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen, worden de milieuheffingen door huishoudens betaald maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Rioolrechten
Belasting die wordt geheven om onderhoud en vernieuwing van het riool te kunnen bekostigen. Rioolrechten moeten worden betaald door gebruikers van een onroerend goed van waaruit afvalwater wordt afgevoerd via het rioolnetwerk. De rioolrechten worden tot de milieuheffingen gerekend. Als de rioolrechten worden betaald door bedrijven zijn ze onderdeel van de niet-productgebonden belastingen. Als de rioolrechten worden betaald door huishoudens maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Heffingen op waterverontreiniging
Deze heffing moet worden betaald voor het lozen van afvalwater op het riool. De heffing wordt gebruikt ter financiering van de kosten voor de zuivering van afvalwater door de waterschappen. De heffingen op waterverontreiniging worden tot de milieuheffingen gerekend. Als deze heffing wordt betaald door bedrijven is ze onderdeel van de niet-productgebonden belastingen. Als de heffing wordt betaald door huishoudens maakt ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Omslagheffing waterschappen
Belastingen die worden geïnd door de waterschappen. De waterschappen financieren hiermee uitgaven aan hun traditionele taken op het terrein van de waterkwantiteit, zoals waterbeheersing, waterkering en het beheer van vaarwegen.

Naast de omslagheffing innen de waterschappen heffingen op waterverontreiniging. Daarmee financieren zij de taken op het terrein van de waterkwaliteit. De heffingen op waterverontreiniging worden tot de milieuheffingen gerekend. Als deze belastingen door bedrijven worden betaald worden ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen, worden de omslag heffingen door huishoudens betaald (ingezetenenomslag) maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Overige milieuheffingen
De grondwaterheffing, geluidsheffing burgerluchtvaart en de emissierechten. Milieuheffingen worden gerekend tot de niet-productgebonden belastingen.
Bankenbelasting (incl. resolutieheffing)
Bankenbelasting (inclusief resolutieheffing).
De bankenbelasting is een belasting op ongedekte schulden van de banken.
De resolutieheffing is een eenmalige heffing op de onder het Nederlandse depositogarantiestelsel gegarandeerde deposito’s van banken. De bankenbelasting en de resolutieheffing worden gerekend tot de niet-productgebonden belastingen.
De bankenbelasting wordt geheven vanaf 2012.
De resolutieheffing is een eenmalige heffing in 2014.
Verhuurderheffing
Belasting voor verhuurders over de waarde van de huurwoningen. Voorwaarde is dat voor deze huurwoningen huurtoeslag kan worden toegekend.

De Verhuurderheffing wordt gerekend tot de niet-productgebonden belastingen.
De Verhuurderheffing wordt geheven vanaf 2013.
Loonkostenheffing
De loonbelasting die door de werkgever wordt ingehouden op het loon van de werknemer wordt gerekend tot de belastingen op inkomen, vermogen, enz. Over bepaalde vormen van loon wordt de loonbelasting echter geheven in de vorm van een zogenaamde eindheffing (loonkostenheffing). De loonbelasting wordt in dit geval niet ingehouden op het loon van de werknemer maar komt voor rekening van de werkgever. Loon waarop de werkgever eindheffing toepast, hoort niet (meer) tot het loon van de werknemer en hoort dus ook niet tot zijn verzamelinkomen voor de inkomstenbelasting. De eindheffingen worden niet door werknemers betaald maar door werkgevers. Voorbeelden zijn de heffing op spaarloon (tot 2012) en heffingen op (kerst)geschenken. De tijdelijke cisisheffing op hoge lonen die werkgevers in 2013 en 2014 moeten betalen valt ook onder de loonkostenheffingen.
PBO-heffingen
Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO) is de verzamelnaam voor de Product- en (hoofd)bedrijfschappen. Door middel van deze product- en bedrijfsschappen worden de belangen van de betreffende sector behartigen. Hiervoor leggen de schappen verplichte heffingen op aan de bedrijven in de desbetreffende sector.
Inschrijfgelden Kamer van Koophandel
Ondernemers zijn verplicht om zich in te laten schrijven bij de Kamers van Koophandel. Afhankelijk van de grootte en rechtsvorm betalen ondernemers voor deze inschrijving een wettelijk vastgestelde heffing.
Toeristenbelasting
De toeristenbelasting wordt door de gemeenten geheven. Belastingplichtigen zijn degenen(hoteleigenaren, appartementhouders) die gelegenheid tot verblijf bieden aan personen die niet in de gemeente ingeschreven staan.
Niet-productgebonden - overig
Hieronder vallen een aantal kleinere belastingen.
Belastingen op inkomen en vermogen
Totaal belastingen op inkomen en vermogen.
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en huishoudens worden geheven. Bij vennootschappen is dit met name de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben als grondslag de winst van vennootschappen. De belangrijkste belasting op inkomen betaald door huishoudens is de loon- en inkomstenbelasting. Alle belastingen die huishoudens afdragen in hun hoedanigheid van consument worden gerekend tot belastingen op inkomen en vermogen. Zo wordt het deel van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Het deel dat is betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis eigenaren behoren, wordt beschouwd als niet-productgebonden belastingen. Enkele belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, zijn als vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten) aangemerkt.
Totaal belast. op inkomen en vermogen
Totaal belastingen op inkomen en vermogen.
Belastingen op inkomen en vermogen zijn alle verplichte betalingen die regelmatig door de overheid over het inkomen en vermogen van bedrijven en huishoudens worden geheven. Bij vennootschappen is dit met name de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben als grondslag de winst van vennootschappen. De belangrijkste belasting op inkomen betaald door huishoudens is de loon- en inkomstenbelasting. Alle belastingen die huishoudens afdragen in hun hoedanigheid van consument worden gerekend tot belastingen op inkomen en vermogen. Zo wordt het deel van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Het deel dat is betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis eigenaren behoren, wordt beschouwd als niet-productgebonden belastingen. Enkele belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, zijn als vermogensheffingen (kapitaaloverdrachten) aangemerkt.
Belastingen op inkomen
Hieronder vallen: de vennootschapsbelasting, loonbelasting, inkomstenbelasting, dividendbelasting, kansspelbelasting en eenmalige ontvangsten in verband met de liquidatie van houdstermaatschappijen.
Totaal belastingen op inkomen
Hieronder vallen: de vennootschapsbelasting, loonbelasting, inkomstenbelasting, dividendbelasting, kansspelbelasting en eenmalige ontvangsten in verband met de liquidatie van houdstermaatschappijen.
Vennootschapsbelasting
Belasting die wordt geheven over de winst van ondernemingen. De vennootschapsbelasting wordt gerekend tot de belastingen op inkomen.
Loonbelasting
Belasting die door de werkgever wordt ingehouden op het loon van de werknemer, als onderdeel van de loonheffing. De werkgever draagt deze belasting vervolgens af aan de overheid en doet daarvoor maandelijks aangifte.
Inkomstenbelasting
Een belasting op inkomen. Bij de bron ingehouden belastingen op inkomen, zoals loonbelastingen en regelmatige voorschotten op de inkomstenbelasting, kunnen worden geregistreerd in de periode waarin ze worden betaald, terwijl eindafrekeningen kunnen worden geregistreerd in de periode waarin de belastingverplichting is vastgesteld. Inkomstenbelasting is verschuldigd over het belastbaar inkomen uit werk en woning en uit sparen en beleggen.
Dividendbelasting
Belasting die wordt geheven over de opbrengst van aandelen en winstbewijzen. Een vennootschap die dividend uitkeert, is verplicht de dividendbelasting in te houden en te betalen aan de Belastingdienst. Samen met de vennootschapsbelasting vormt de dividendbelasting het grootste deel van de belasting op inkomen en vermogen van vennootschappen. Beide belastingen hebben de winst van vennootschappen als grondslag. De behandeling van de dividendbelasting vloeit voort uit de brutoregistratie van dividend, dat wil zeggen inclusief dividendbelasting. Dit betekent dat de dividendbelasting geboekt dient te worden bij de sector die het dividend ontvangt. Dit heeft tot gevolg dat er ook dividendbelasting aan het buitenland wordt betaald en uit het buitenland wordt ontvangen.
Kansspelbelasting
Wordt betaald door casino's en de winnaars van prijzen in loterijen. De kansspelbelasting die door de winnaars van prijzen wordt betaald wordt geboekt als een belasting op inkomen. De kansspelbelasting die door casino's wordt betaald wordt geboekt als een productgebonden belasting
Belastingen op vermogen
Hieronder worden gerekend belastingen op kapitaal, bestaande uit periodieke belastingen op het eigendom of het gebruik van grond of onroerende goederen door de eigenaars ervan. Voorbeeld voor belastingen op vermogen zijn de motorrijtuigenbelastingen betaald door consumenten en de rioolrechten betaald door consumenten.
Totaal belastingen op vermogen
Hieronder worden gerekend belastingen op kapitaal, bestaande uit periodieke belastingen op het eigendom of het gebruik van grond of onroerende goederen door de eigenaars ervan. Voorbeeld voor belastingen op vermogen zijn de motorrijtuigenbelastingen betaald door consumenten en de rioolrechten betaald door consumenten.
Onroerendezaakbelasting
Belasting die door gemeenten wordt geheven van eigenaren en gebruikers van onroerende zaken. Het deel van de onroerendezaakbelasting op woningen dat is betaald door bewoners, wordt gerekend tot de belastingen op vermogen. Het deel dat is betaald door exploitanten van woningen, waartoe ook de eigen-huis eigenaren behoren, wordt beschouwd als niet-productgebonden belastingen. De onroerendezaakbelasting betaald door bewoners is per 1 januari 2006 afgeschaft.
Vermogensbelasting
Deze belasting is per 1 januari 2001 opgegaan in de inkomstenbelasting. De vermogensbelasting wordt nu als vermogensrendementsheffing geheven via box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) van de inkomstenbelasting.
Motorrijtuigenbelasting
Belasting voor het bezit van een motorrijtuig. Motorrijtuigenbelasting wordt betaald voor een personenauto, bestelbus, motorrijwiel of vrachtauto. Als de motorrijtuigenbelasting door bedrijven wordt betaald wordt ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen. Wordt de motorrijtuigenbelasting door huishoudens betaald maakt ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Milieuheffingen
Heffingen die zijn ingevoerd voor de financiering van specifieke milieumaatregelen die door de overheid worden uitgevoerd. Milieuheffingen is de verzamelnaam voor de volgende belastingen: rioolrechten, waterverontreinigingsheffing, omslagheffing waterschappen, geluidhinder burgerluchtvaart, grondwaterbelasting en heffing nazorg stortplaatsen. Als deze belastingen door bedrijven worden betaald worden ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen, worden de milieuheffingen door huishoudens betaald maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Totaal milieuheffingen
Heffingen die zijn ingevoerd voor de financiering van specifieke milieumaatregelen die door de overheid worden uitgevoerd. Milieuheffingen is de verzamelnaam voor de volgende belastingen: rioolrechten, waterverontreinigingsheffing, omslagheffing waterschappen, geluidhinder burgerluchtvaart, grondwaterbelasting en heffing nazorg stortplaatsen. Als deze belastingen door bedrijven worden betaald worden ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen, worden de milieuheffingen door huishoudens betaald maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Rioolrechten
Belasting die wordt geheven om onderhoud en vernieuwing van het riool te kunnen bekostigen. Rioolrechten moeten worden betaald door gebruikers van een onroerend goed van waaruit afvalwater wordt afgevoerd via het rioolnetwerk. De rioolrechten worden tot de milieuheffingen gerekend. Als de rioolrechten worden betaald door bedrijven zijn ze onderdeel van de niet-productgebonden belastingen. Als de rioolrechten worden betaald door huishoudens maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Heffingen op waterverontreiniging
De heffing moet worden betaald voor het lozen van afvalwater op het riool. Deze heffing wordt gebruikt ter financiering van de kosten voor de zuivering van afvalwater door de waterschappen. De heffingen op waterverontreiniging worden tot de milieuheffingen gerekend. Als deze heffing wordt betaald door bedrijven is ze onderdeel van de niet-productgebonden belastingen. Als de heffing wordt betaald door huishoudens maakt ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Omslagheffing waterschappen
Belastingen die worden geïnd door de waterschappen. De waterschappen financieren hiermee uitgaven aan hun traditionele taken op het terrein van de waterkwantiteit, zoals waterbeheersing, waterkering en het beheer van vaarwegen.

Naast de omslagheffing innen de waterschappen heffingen op waterverontreiniging. Daarmee financieren zij de taken op het terrein van de waterkwaliteit. De heffingen op waterverontreiniging worden tot de milieuheffingen gerekend. Als deze belastingen door bedrijven worden betaald worden ze gerekend tot de niet-productgebonden belastingen, worden de omslag heffingen door huishoudens betaald (ingezetenenomslag) maken ze deel uit van de belastingen op vermogen.
Overige belastingen inkomen en vermogen
Hieronder vallen enkele kleine belastingen, waaronder de hondenbelasting.
Vermogensheffingen
Verplichte, niet-periodieke betalingen aan de overheid, die gebaseerd zijn op het vermogen van de belastingplichtigen. In de praktijk gaat het hierbij bijna altijd om successierechten. De vermogensbelasting wordt niet tot de vermogensheffingen gerekend. Deze wordt namelijk periodiek geheven en wordt daarom gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen.