Huishoudens; samenstelling, grootte, regio, 1 januari

Huishoudens; samenstelling, grootte, regio, 1 januari

Leeftijd referentiepersoon Regio's Perioden Particuliere huishoudens: samenstelling Totaal particuliere huishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Eenpersoonshuishouden (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Totaal meerpersoonshuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Niet-gehuwd paar Totaal niet-gehuwde paren (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Gehuwd paar Totaal gehuwde paren (aantal) Particuliere huishoudens: samenstelling Meerpersoonshuishouden Eenouderhuishouden Totaal eenouderhuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 2 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 3 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 4 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 5 of meer personen (aantal)
Totaal Utrecht (PV) 2023 630.736 247.011 383.725 91.494 246.474 42.314 195.175 72.813 79.552 36.185
Totaal Utrecht (CR) 2023 630.736 247.011 383.725 91.494 246.474 42.314 195.175 72.813 79.552 36.185
Totaal Utrecht (gemeente) 2023 187.640 95.359 92.281 33.726 46.104 10.727 47.411 17.428 18.807 8.635
Totaal Utrechtse Heuvelrug 2023 21.947 7.821 14.126 2.695 10.062 1.305 7.567 2.400 2.795 1.364
15 tot 20 jaar Utrecht (PV) 2023 3.609 3.320 289 176 6 21 245 31 10 3
15 tot 20 jaar Utrecht (CR) 2023 3.609 3.320 289 176 6 21 245 31 10 3
15 tot 20 jaar Utrecht (gemeente) 2023 2.252 2.120 132 102 1 6 121 8 2 1
15 tot 20 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 125 111 14 11 1 0 11 3 0 0
20 tot 25 jaar Utrecht (PV) 2023 30.963 26.289 4.674 3.230 512 336 3.934 551 103 86
20 tot 25 jaar Utrecht (CR) 2023 30.963 26.289 4.674 3.230 512 336 3.934 551 103 86
20 tot 25 jaar Utrecht (gemeente) 2023 21.395 19.043 2.352 1.752 92 101 2.011 256 42 43
20 tot 25 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 429 342 87 51 17 8 69 9 4 5
25 tot 30 jaar Utrecht (PV) 2023 51.336 30.508 20.828 14.029 4.770 1.156 16.502 2.816 1.104 406
25 tot 30 jaar Utrecht (CR) 2023 51.336 30.508 20.828 14.029 4.770 1.156 16.502 2.816 1.104 406
25 tot 30 jaar Utrecht (gemeente) 2023 27.817 18.663 9.154 7.285 992 345 8.113 713 225 103
25 tot 30 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 707 395 312 171 112 20 201 71 24 16
30 tot 35 jaar Utrecht (PV) 2023 57.104 22.129 34.975 16.523 15.141 2.728 17.637 9.012 6.178 2.148
30 tot 35 jaar Utrecht (CR) 2023 57.104 22.129 34.975 16.523 15.141 2.728 17.637 9.012 6.178 2.148
30 tot 35 jaar Utrecht (gemeente) 2023 23.697 11.001 12.696 7.659 4.046 686 8.332 2.560 1.386 418
30 tot 35 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 1.069 407 662 259 334 60 294 171 133 64
35 tot 40 jaar Utrecht (PV) 2023 52.516 14.692 37.824 12.156 20.966 4.459 9.558 9.221 13.245 5.800
35 tot 40 jaar Utrecht (CR) 2023 52.516 14.692 37.824 12.156 20.966 4.459 9.558 9.221 13.245 5.800
35 tot 40 jaar Utrecht (gemeente) 2023 17.842 6.314 11.528 4.528 5.676 1.215 3.812 2.975 3.506 1.235
35 tot 40 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 1.377 328 1.049 353 571 125 205 267 387 190
40 tot 45 jaar Utrecht (PV) 2023 50.354 11.812 38.542 10.124 22.311 5.919 7.136 7.419 15.477 8.510
40 tot 45 jaar Utrecht (CR) 2023 50.354 11.812 38.542 10.124 22.311 5.919 7.136 7.419 15.477 8.510
40 tot 45 jaar Utrecht (gemeente) 2023 14.825 4.308 10.517 3.251 5.614 1.566 2.329 2.063 4.085 2.040
40 tot 45 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 1.661 346 1.315 394 766 151 203 214 560 338
45 tot 50 jaar Utrecht (PV) 2023 49.997 11.684 38.313 8.485 22.742 6.978 7.784 7.485 15.053 7.991
45 tot 50 jaar Utrecht (CR) 2023 49.997 11.684 38.313 8.485 22.742 6.978 7.784 7.485 15.053 7.991
45 tot 50 jaar Utrecht (gemeente) 2023 13.635 4.061 9.574 2.469 5.267 1.792 2.101 1.805 3.681 1.987
45 tot 50 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 1.723 337 1.386 327 839 217 277 204 595 310
50 tot 55 jaar Utrecht (PV) 2023 59.666 15.088 44.578 8.752 27.554 8.150 11.891 11.094 14.904 6.689
50 tot 55 jaar Utrecht (CR) 2023 59.666 15.088 44.578 8.752 27.554 8.150 11.891 11.094 14.904 6.689
50 tot 55 jaar Utrecht (gemeente) 2023 14.683 4.770 9.913 2.336 5.562 1.968 2.775 2.339 3.136 1.663
50 tot 55 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 2.193 497 1.696 355 1.084 253 465 418 562 251
55 tot 60 jaar Utrecht (PV) 2023 57.062 16.679 40.383 6.515 28.078 5.641 17.406 11.353 8.528 3.096
55 tot 60 jaar Utrecht (CR) 2023 57.062 16.679 40.383 6.515 28.078 5.641 17.406 11.353 8.528 3.096
55 tot 60 jaar Utrecht (gemeente) 2023 12.395 4.674 7.721 1.606 4.733 1.339 3.277 2.056 1.637 751
55 tot 60 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 2.295 625 1.670 252 1.203 211 737 479 342 112
60 tot 65 jaar Utrecht (PV) 2023 52.343 17.451 34.892 4.727 27.169 2.855 23.168 7.392 3.351 981
60 tot 65 jaar Utrecht (CR) 2023 52.343 17.451 34.892 4.727 27.169 2.855 23.168 7.392 3.351 981
60 tot 65 jaar Utrecht (gemeente) 2023 10.807 4.715 6.092 1.199 4.116 741 3.729 1.395 715 253
60 tot 65 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 2.255 691 1.564 209 1.274 76 1.081 301 132 50
65 tot 70 jaar Utrecht (PV) 2023 45.193 16.930 28.263 2.982 23.722 1.409 23.661 3.370 973 259
65 tot 70 jaar Utrecht (CR) 2023 45.193 16.930 28.263 2.982 23.722 1.409 23.661 3.370 973 259
65 tot 70 jaar Utrecht (gemeente) 2023 8.516 4.263 4.253 772 3.095 345 3.384 588 215 66
65 tot 70 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 1.841 600 1.241 112 1.073 51 1.047 139 37 18
70 tot 75 jaar Utrecht (PV) 2023 41.532 16.949 24.583 1.880 21.739 873 22.491 1.652 321 119
70 tot 75 jaar Utrecht (CR) 2023 41.532 16.949 24.583 1.880 21.739 873 22.491 1.652 321 119
70 tot 75 jaar Utrecht (gemeente) 2023 7.160 3.733 3.427 430 2.765 207 2.975 346 72 34
70 tot 75 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 1.853 690 1.163 106 1.015 39 1.089 58 9 7
75 tot 80 jaar Utrecht (PV) 2023 36.180 16.646 19.534 1.147 17.646 686 18.455 856 175 48
75 tot 80 jaar Utrecht (CR) 2023 36.180 16.646 19.534 1.147 17.646 686 18.455 856 175 48
75 tot 80 jaar Utrecht (gemeente) 2023 5.620 3.102 2.518 203 2.138 165 2.280 168 60 10
75 tot 80 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 1.853 870 983 52 895 35 938 39 6 0
80 tot 85 jaar Utrecht (PV) 2023 23.194 12.838 10.356 497 9.323 504 9.863 368 93 32
80 tot 85 jaar Utrecht (CR) 2023 23.194 12.838 10.356 497 9.323 504 9.863 368 93 32
80 tot 85 jaar Utrecht (gemeente) 2023 3.836 2.285 1.551 90 1.331 126 1.396 105 32 18
80 tot 85 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 1.317 699 618 24 568 22 592 20 4 2
85 tot 90 jaar Utrecht (PV) 2023 13.522 9.083 4.439 213 3.832 378 4.246 148 30 15
85 tot 90 jaar Utrecht (CR) 2023 13.522 9.083 4.439 213 3.832 378 4.246 148 30 15
85 tot 90 jaar Utrecht (gemeente) 2023 2.187 1.513 674 34 557 78 614 38 10 12
85 tot 90 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 805 541 264 12 230 22 259 4 0 1
90 tot 95 jaar Utrecht (PV) 2023 5.147 4.059 1.088 47 874 158 1.045 35 6 2
90 tot 95 jaar Utrecht (CR) 2023 5.147 4.059 1.088 47 874 158 1.045 35 6 2
90 tot 95 jaar Utrecht (gemeente) 2023 806 648 158 9 111 35 143 11 3 1
90 tot 95 jaar Utrechtse Heuvelrug 2023 373 286 87 6 71 10 85 2 0 0
95 jaar of ouder Utrecht (PV) 2023 1.018 854 164 11 89 63 153 10 1 0
95 jaar of ouder Utrecht (CR) 2023 1.018 854 164 11 89 63 153 10 1 0
95 jaar of ouder Utrecht (gemeente) 2023 167 146 21 1 8 12 19 2 0 0
95 jaar of ouder Utrechtse Heuvelrug 2023 71 56 15 1 9 5 14 1 0 0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Particuliere huishoudens in Nederland op 1 januari naar samenstelling of grootte van het huishouden, leeftijd van de referentiepersoon en regio.

De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Particuliere huishoudens naar samenstelling, leeftijd van de referentiepersoon en regio;
- Particuliere huishoudens naar grootte, leeftijd van de referentiepersoon en regio.

De in de tabel opgenomen regio's zijn landsdelen, provincies, COROP-gebieden en gemeenten. De gepresenteerde regiototalen betreffen samentellingen van gemeenten. In geval van grenswijzigingen die over verschillende regiogrenzen heen gaan is de indeling van de gemeenten gegroepeerd naar de meest recente situatie.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers:
Alle in de tabel opgenomen cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 14 juli 2023:
De cijfers per 1 januari 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2024 worden de definitieve cijfers per 1 januari 2024 toegevoegd.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens: samenstelling
Particuliere huishoudens naar samenstelling van het huishouden.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Samenstelling huishouden:
Typering van een particulier huishouden op basis van de onderlinge relaties van de personen binnen het huishouden.

Trendbreuk (personen in) particuliere huishoudens
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verandering betreft het aantal overige huishoudens en de niet-gehuwde paren. In 2011 valt het aantal overige huishoudens 10 duizend lager uit dan in 2010. Het aantal niet gehuwde paren valt navenant hoger uit.

Totaal particuliere huishoudens
Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Meerpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Totaal meerpersoonshuishoudens
Totaal aantal particuliere huishoudens bestaande uit twee of meer personen.
Niet-gehuwd paar
Twee personen die een samenwoonrelatie hebben maar niet met elkaar zijn gehuwd of een partnerschapsregistratie hebben gesloten.

Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.
Totaal niet-gehuwde paren
Gehuwd paar
Twee personen die met elkaar gehuwd zijn of samen een geregistreerd partnerschap hebben gesloten.

Partnerschapsregistratie:
Een op het huwelijk lijkende vorm van vastlegging van een relatie in een akte van de Burgerlijke Stand. De registratie staat open voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
De registratie is ingevoerd in Nederland per 1 januari 1998.
Totaal gehuwde paren
Eenouderhuishouden
Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind:
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouderrelatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.
Adoptie- en stiefkinderen in het huishouden worden wel gezien als thuiswonende kinderen, maar pleegkinderen niet.
Totaal eenouderhuishoudens
Eenouderhuishouden:
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer thuiswonende kinderen.
Particuliere huishoudens: grootte
Particuliere huishoudens naar grootte van het huishouden.

Huishoudensgrootte:
Aantal personen dat deel uitmaakt van het huishouden.

Particulier huishouden:
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar particulier, dus niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Trendbreuk (personen in) particuliere huishoudens
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling. De grootste verandering betreft het aantal overige huishoudens en de niet-gehuwde paren. In 2011 valt het aantal overige huishoudens 10 duizend lager uit dan in 2010. Het aantal niet gehuwde paren valt navenant hoger uit.

Meerpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
2 personen
3 personen
4 personen
5 of meer personen