In dit artikel in de CBS-reeks Statistische Trends staat het risico op (langdurige) armoede van huishoudens in Nederland centraal.
Sinds 2014 daalde het aandeel huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens,
maar in 2017 steeg het weer. Volgens ramingen van het Centraal Planbureau kan pas in 2019 een daling worden verwacht. Ook het aandeel huishoudens dat al ten minste vier jaar moet rondkomen van een laag inkomen ging in 2017 omhoog. Onder huishoudens die voornamelijk leven van een uitkering (geen pensioen) is het aandeel met een laag inkomen groter dan huishoudens met hoofdzakelijk inkomen uit loon of eigen onderneming. Eenoudergezinnen met uitsluitend minderjarige kinderen en alleenstaanden tot de AOW-leeftijd lopen van alle huishoudenstypen het meeste risico op (langdurige) armoede. Huishoudens met migratieachtergrond, met name een niet-westerse, hebben vaker (langdurig) een laag inkomen dan huishoudens zonder migratieachtergrond.