Regionale verschillen in handel en de invloed van de locatie op handelspatronen

Het zesde hoofdstuk van de Internationalisation Monitor 2013 gaat in op de regionale verschillen in de internationale handel en de invloed van de locatie op handelspatronen.

Internationale handel in goederen is niet uitsluitend een activiteit van bedrijven in de Randstad. Provincies zoals Limburg en Noord-Brabant zijn ook vrij actief in de internationale handel in goederen. Bedrijfskenmerken maar ook regionale karakteristieken hebben een impact op hoe vaak bedrijven handelen en op hun handelskenmerken. Als er gecorrigeerd wordt voor dergelijke verschillen, dan blijkt dat locatie een significante invloed heeft op de kans op handel en de handelswaarde.

Vestigingen in Limburg hebben de grootste kans om aan internationale handel in goederen te doen. Ook bedrijven in Noord-Brabant, Flevoland, Overijssel en Gelderland zijn relatief vaker actief in internationale handel in goederen. Er zijn dus regio-specifieke voordelen voor deze bedrijven waardoor ze eerder handelen. Provincies in de noordelijke en westelijke helft van het land zijn relatief het minst vaak actief in internationale handel in goederen. Bedrijven in Friesland hebben de laagste kans om aan handel te doen.

Zuid-Holland is de grootste provincie wat betreft absolute handelswaarde, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant. Als er echter gecorrigeerd wordt voor verschillen in bedrijfskenmerken, dan blijkt dat de gemiddelde invoerwaarde van bedrijven in Zuid-Holland lager is dan bij vergelijkbare bedrijven in Gelderland, Noord-Brabant of Overijssel. Dit komt omdat de import van Zuid-Holland gedomineerd wordt door een relatief kleine groep van hele grote importeurs.
Hetzelfde geldt voor Limburg; ook hier is de gemiddelde invoerwaarde lager dan voor vergelijkbare bedrijven in andere provincies. Dit is te verklaren door het feit dat de drempel om te gaan handelen relatief laag is in Limburg, met name door de nabijheid van de landsgrenzen en de vorm van de provincie. Voor export doet dit fenomeen zich niet voor, wat verklaard kan worden door het feit dat exporteren vaak een duidelijke bedrijfsstrategie is.
De provincie Groningen is een apart geval. Internationale handel in goederen in Groningen wordt veelal door grote bedrijven gedaan. Groningen verhandelt voornamelijk aardgas en minerale (bij)producten. Toch hebben bedrijven in Groningen een lagere kans om te handelen en een lagere import- en exportwaarde dan vergelijkbare bedrijven in andere provincies.
Noord-Brabant, Overijssel en Flevoland zijn de drie provincies die op alle drie gebieden (kans op handel, import-, exportwaarde) het hoogst/best scoren. Dit impliceert dat er specifieke kansen en voordelen zijn voor bedrijven om te handelen in deze regio’s.

Samenvattend kan gesteld worden dat de absolute handelswaarde van een provincie niet noodzakelijkerwijs een goede voorspeller is voor handelspatronen, de gemiddelde handelswaarde per bedrijf of het belang van handel voor een regio. Bedrijven in provincies met een hoge handelswaarde (bijvoorbeeld Zuid-Holland) hebben niet noodzakelijkerwijs de hoogste gemiddelde handelswaarde. Ook vertelt het absolute aantal handelaren in een provincie niet het hele verhaal. In Nood-Holland zijn veel bedrijven actief in de internationale handel, maar de waarschijnlijkheid dat een bedrijf actief is in de internationale handel is het hoogst in Limburg.