Regionale verschillen in exportafhankelijkheid

De internationale handel in goederen levert een flinke bijdrage aan de economische groei van Nederland. De mate waarin de handel bijdraagt aan de economie verschilt echter per regio. Dit zevende hoofdstuk van de Internationalisation Monitor 2013 kijkt eerst naar de exportwaarde per regio. Absoluut gezien zijn Zuid-Holland, Noord-Holland en Noord-Brabant verreweg de grootste spelers. De bijdrage aan de economie wordt, naast de mate van export, bepaald door de aard van de export (wederuitvoer of uitvoer Nederlands product). Ook wordt er verdiend aan de export door toeleveranciers van exporteurs. Deze toeleveranciers kunnen in een andere provincie gelokaliseerd zijn en over het hoofd worden gezien doordat er slechts naar de absolute waarde van de export wordt gekeken. Het blijkt dat het zuiden en het westen van het land meer exporteert dan er lokaal wordt geproduceerd voor de export. Voor het oosten en noorden van het land, en dan met name Friesland en Drenthe, geldt het omgekeerde: de provincies aldaar produceren meer voor de export dan dat ze exporteren.

Voor wat betreft de bijdrage aan de lokale economie (het bruto regionaal product - brp) blijkt vooral Groningen erg afhankelijk te zijn van de export. Van elke euro die in Groningen wordt verdiend, vindt 36 cent zijn oorsprong in de export. Deze enorme afhankelijkheid komt door de unieke positie die Groningen heeft in de gashandel. Utrecht blijkt zijn geld juist te verdienen aan lokale activiteiten zoals de dienstverlening en is slechts voor 15 procent van zijn inkomsten afhankelijk van de export.