Industriebeeld: producentenvertrouwen verslechterd

De stemming onder ondernemers in de industrie is in mei 2012 verder verslechterd. Het producentenvertrouwen kwam uit op -5,0 tegen -3,3 in april. Het sentiment is in de eerste vijf maanden van 2012 gestaag verslechterd.

De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in maart 2012 bijna 1 procent hoger dan in maart 2011. In februari kromp de productie nog met bijna 3 procent ten opzichte van een jaar eerder. Carnaval viel in 2011 in maart en in 2012 in februari. Wellicht heeft dit de productiegroei in februari geremd en in maart een impuls gegeven. De industrie behaalde in maart bijna 1 procent meer omzet dan een jaar eerder. De toename was daarmee iets kleiner dan in februari, toen de omzetgroei nog iets meer dan 1 procent bedroeg.

Volgens de eerste, voorlopige raming van het CBS is de Nederlandse economie in het eerste kwartaal van 2012 met 1,1 procent gekrompen ten opzichte van een jaar eerder. Ten opzichte van een kwartaal eerder kromp de economie met 0,2 procent.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Productiegroei en producentenvertrouwen

Stemming ondernemers industrie verder verslechterd

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de voorraden gereed product.

Het oordeel over de orderpositie verslechterde in mei aanzienlijk. Deze indicator zakte tot de laagste stand in twee jaar tijd. Daarnaast verslechterde het oordeel over de voorraden iets. De verwachting over de productie in de komende drie maanden was net zo somber als vorige maand.

Het aantal ondernemers dat de waarde van hun orderontvangsten in de afgelopen drie maanden zag toenemen was, net als vorige maanden, kleiner dan het aantal dat de waarde zag afnemen. De index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) nam af en kwam uit op 100,1.

Over de toekomstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in hun branche waren de ondernemers pessimistischer dan voorgaande maanden. Het aantal ondernemers dat verwacht dat de personeelssterkte in de komende drie maanden zal afnemen was beduidend groter dan het aantal dat een toename voorziet.

Toename voorraden industrie iets kleiner

De ondernemers in de industrie hielden in maart 5 procent meer voorraad gereed product aan dan in maart 2011. In februari bedroeg de toename 6 procent. De voorraden zijn al ruim een jaar groter dan een jaar eerder. De index van de voorraden gereed product (2005=100) kwam in maart uit op 106,3. Dit was iets lager dan in februari (106,8).

Verdeeld beeld productie in onderliggende branches

De productiegroei was in maart 2012 het grootst in de chemische industrie en de voedings- en genotmiddelenindustrie. In de transportmiddelenindustrie en de elektrotechnische en elektrische apparatenindustrie daarentegen kromp de productie.

Omzetgroei in buitenland

De omzetgroei van de Nederlandse industrie werd in maart 2012 op de buitenlandse markt gerealiseerd; daar was de omzet 1,6 procent hoger dan in maart 2011. Op de binnenlandse markt was de omzet vrijwel even hoog als een jaar eerder.

De samenstelling van de werk- en feestdagen was in maart 2012 minder gunstig dan in maart 2011. Het negatieve effect hiervan op de omzetontwikkeling wordt geraamd op ruim 2 procent. Anderzijds viel carnaval in 2011 in maart en in 2012 in februari. Wellicht heeft dit de omzetgroei in februari geremd en in maart een impuls gegeven. De producten van de industrie waren in maart bijna 4 procent duurder dan een jaar eerder.

In de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofproductenindustrie nam de omzet flink toe (met bijna 9 procent). Dit kwam grotendeels door hogere prijzen. In de basismetaal- en metaalproductenindustrie en de elektrotechnische en machine-industrie was de omzet daarentegen veel lager dan een jaar eerder.

Derde kwartaal met krimp

Met de krimp van 0,2 procent voor het eerste kwartaal van 2012 slonk de economie voor het derde achtereenvolgende kwartaal ten opzichte van een kwartaal eerder. Volgens de gangbare definitie is er bij twee of meer achtereenvolgende kwartalen van krimp sprake van een recessie. In het vierde kwartaal van 2011 kromp de economie met 0,7 procent en in het derde met 0,4 procent.

De belangrijkste reden voor de krimp in het eerste kwartaal is de afname van de investeringen. Die waren 4,2 procent lager dan een jaar eerder. Vooral de bouwinvesteringen liepen terug. Dit kwam vooral doordat er minder kon worden gewerkt. Er was meer vorstverlet en een groter deel van de kerstvakantie in de bouw viel in januari.

De verdere daling van de consumptie door huishoudens versterkte de economische teruggang. De consumenten besteedden 1,1 procent minder dan een jaar eerder. De consumptie loopt al terug vanaf het eerste kwartaal van 2011. In het eerste kwartaal van 2012 werden er met name veel minder auto's verkocht dan een jaar eerder. Ook aan woninginrichting werd minder besteed. Voor het eerst sinds lange tijd werden er wel weer meer voedingsmiddelen en kledingstukken gekocht.
De consumptie door de overheid was in het eerste kwartaal 0,3 procent lager dan een jaar eerder. De consumptie door de overheid loopt terug sinds het derde kwartaal van 2011. Dit komt door een daling van het aantal ambtenaren en het onderwijzend personeel. De zorgkosten voor de overheid waren nog wel hoger dan een jaar eerder.

De uitvoer groeide in het eerste kwartaal met 3,8 procent. Dit komt met name door een sterke groei van de wederuitvoer. De uitvoer van Nederlandse producten, waar Nederland meer geld aan verdient, steeg met 0,2 procent licht. Dit betekent wel een opleving na de krimp in het vierde kwartaal.

De bouw produceerde in het eerste kwartaal bijna 11 procent minder dan een jaar geleden. Dat de bouw zo sterk daalde, kwam vooral doordat er minder kon worden gewerkt. De industrie kromp net als in het vierde kwartaal licht met 0,2 procent. De delfstoffenwinning kromp omdat er minder gas werd opgepompt dan in het eerste kwartaal van 2011. Ook de zakelijke dienstverlening presteerde slechter, vooral doordat er minder uitzendkrachten werden ingezet.

In het eerste kwartaal van 2012 waren er 13 duizend banen van werknemers minder dan in het overeenkomstige kwartaal van 2011. Dit is een daling van 0,2 procent. Het aantal banen in het openbaar bestuur daalde met 17 duizend. Ook in de meeste andere bedrijfstakken waren er in het eerste kwartaal minder banen dan een jaar eerder. Alleen in de handel, vervoer en horeca, de zorg en de informatie en communicatie is het aantal banen gestegen. Na correctie voor seizoeninvloeden ligt het aantal banen 21 duizend lager dan in het voorafgaande kwartaal.

De Industrieradar toont in mei 2012 een gemengd beeld in vergelijking met een maand eerder. Van de zes indicatoren vertonen er drie een verbetering en drie een  verslechtering ten opzichte van april.  De consumptie door huishoudens, het consumentenvertrouwen en het exportvolume verbeterden. Het producentenvertrouwen verslechterde, evenals de Europese industriële productie en orders. Alle indicatoren liggen onder de langjarig gemiddelde ontwikkelingen.