Realisaties: elektrotechnische en machine-industrie

De elektrotechnische en machine-industrie heeft in april 2011 meer geproduceerd en omgezet dan in dezelfde maand een jaar eerder. De waarde van de orderontvangsten was echter lager. De producten zijn in een jaar tijd iets duurder geworden.

Omzet, orders, productie en afzetprijs (april 2011)

Omzet, orders, productie en afzetprijs (april 2011)

Hogere omzet

De omzet van de elektrotechnische en machine-industrie lag in april 2011 een kwart hoger dan in april 2010. Dit resultaat was voor het overgrote deel te danken aan een grotere afzet.

In lijn met het beeld van de afgelopen maanden was ook in april de buitenlandse omzet van de machine-industrie de trekker in de branche. De omzet was daar bijna de helft hoger dan een jaar eerder. In de elektronische en elektrische apparatenindustrie bleef de omzet op de exportmarkt vrijwel gelijk. In het binnenland werd door de elektrotechnische en machine-industrie voor bijna 9 procent meer verkocht.

Lagere waarde orderontvangsten

In tegenstelling tot de omzet was de waarde van de ontvangen orders in april lager dan een jaar eerder. Ondernemers in de elektrotechnische en machine-industrie ontvingen qua waarde ruim 7 procent minder orders.

In de machine-industrie daalden de orderontvangsten uit het buitenland, maar steeg de vraag uit eigen land. In de elektronische en elektrische apparatenindustrie was dat precies omgekeerd.

Producten duurder

De elektrotechnische en machine-industrie vroeg in april een kleine 2 procent meer voor hun waar dan een jaar eerder. In de machine-industrie lagen de prijzen ruim 1 procent hoger, terwijl in de elektronische en elektrische apparatenindustrie de producten bijna 3 procent duurder werden.

Productiegroei

De elektrotechnische en machine-industrie produceerde in april 2011 meer dan in april vorig jaar. De groei van het productievolume per gemiddelde werkdag bedroeg een kleine 8 procent.

Omzet, productie en afzetprijs (3-maandsvoortschrijdendgemiddelde)

Omzet, productie en afzetprijs (3-maandsvoortschrijdendgemiddelde)