Hoger beroepsonderwijs

In het studiejaar 2005/’06 is het aantal hbo-studenten opnieuw gegroeid. Er stonden toen ruim 356 duizend studenten bij een door de overheid bekostigde hogeschool ingeschreven. Bijna één op de drie studenten volgt een opleiding in de richting ‘sociale wetenschappen, bedrijfskunde en recht’. Ruim de helft van alle hbo-studenten is vrouw. In het hbo is vooral het aantal niet-westers allochtone studenten de afgelopen jaren sterk toegenomen. Vrouwen hebben na vijf jaar studie een duidelijk hoger studierendement dan mannen. Dit geldt ook voor autochtonen in vergelijking met allochtonen.

Ingeschrevenen

In het studiejaar 2005/’06 volgden ruim 356 duizend studenten een opleiding in het hbo. Ten opzichte van het vorige studiejaar is dat een groei van bijna 3 procent. Het aantal studenten in de richting ’persoonlijke dienstverlening, vervoer, milieu en veiligheid’ nam met 11 procent toe. Met ruim 115 duizend studenten is het gebied ‘sociale wetenschappen, bedrijfskunde en recht’ verreweg de grootste studierichting in het hbo. Het kleinste gebied is het landbouwonderwijs met iets minder dan 6 500 studenten.

Onderwijsvorm

Studenten kunnen hun hbo-opleiding volgen in verschillende onderwijsvormen. In 2005/’06 volgde 79 procent van de studenten in het hbo een voltijdstudie en 18 procent een deeltijdstudie. Een klein aantal studenten (3 procent) koos voor een duale studie, waarbij het studeren wordt afgewisseld met een baan in de beroepspraktijk.

Aandeel allochtone studenten

In het studiejaar 2005/’06 stonden in het voltijd hbo bijna 60 duizend allochtonen ingeschreven. Ten opzichte van 1995/’96 is het aantal westers allochtone studenten met ruim eenderde toegenomen tot 23 duizend en is het aantal niet-westers allochtone studenten zelfs verdrievoudigd tot bijna 37 duizend. Ter vergelijking: het aantal autochtone hbo’ers nam in dezelfde periode met 9 procent toe tot 213 duizend.

Geslaagden

In het studiejaar 2004/’05 behaalden bijna 59 duizend hbo’ers het bachelordiploma. Dat zijn er bijna 700 minder dan in het studiejaar daarvoor. Sinds 1993/’94 is het aantal vrouwelijke geslaagden hoger dan het aantal mannelijke; in 2004/’05 was 57 procent vrouw. In het voltijd hbo wordt de afname van het aantal autochtone geslaagden gedeeltelijk gecompenseerd door een verdere toename van het aantal allochtone geslaagden.

Studierendement

Van de studenten die in 2000 met hun studie in het voltijd-hbo begonnen (cohort 2000), had na vijf jaar 56 procent het bachelordiploma gehaald. Dat is een lichte achteruitgang ten opzichte van de groep die in 1995 begon. Van dit cohort had na vijf jaar 58 procent het einddiploma behaald. In cohort 2000 bedroeg het percentage uitvallers na vijf jaar 22 procent. In cohort 1995 was dit 23 procent. Er is een groot verschil tussen mannen en vrouwen in het studierendement na vijf jaar. Van cohort 2000 studeerde over alle studierichtingen van de vrouwen 62 procent na vijf jaar af, en van de mannen 48 procent. Bij vrijwel alle studierichtingen hebben de vrouwen eerder een diploma op zak dan de mannen. Ook de herkomstgroepering is van invloed op het studierendement. Van de autochtone hbo’ers is na vijf jaar ongeveer 60 procent geslaagd. Van de westers allochtone studenten had na vijf jaar de helft het bachelordiploma op zak, terwijl van de niet-westers allochtone studenten op dat moment amper 40 procent de studie met succes had afgerond.