Verdeling: Milieu

Milieu gaat over de kwaliteit van de omgeving waarin mensen leven. Een gezonde leefomgeving wordt gekenmerkt door schone lucht, schoon water, voldoende en gezonde natuur en biodiversiteit, en een bodem zonder vervuiling. De verschillen tussen bevolkingsgroepen worden gemeten met de door hen ervaren last van vervuiling in de woonomgeving. Milieuvervuiling in de omgeving kan gezondheidsproblemen veroorzaken door een verslechtering van de kwaliteit van lucht, water en aarde. Ook kan vervuiling van het milieu een negatief effect hebben op de kwaliteit van leven doordat mensen minder goed kunnen profiteren van alles wat de leefomgeving te bieden heeft.

  • In 2024 behoorde 17,5 procent van de Nederlandse bevolking tot een huishouden dat aangaf last te hebben van vervuiling of andere milieuproblemen, zoals rook, stof, stank of vervuild water.
  • Vooral vrouwen, de leeftijdsgroepen tussen 35 en 45 jaar en tussen 65 en 75 jaar en mensen die in Nederland geboren zijn met ouders die in een land buiten Europa geboren zijn, ervaren bovengemiddeld vaak milieuproblemen.
  • Het totale aandeel mensen in huishoudens die aangeven last te ervaren van vervuiling in de woonomgeving is in 2024 niet significant hoger dan dat in 2019.

Last van milieuproblemen in woonomgeving

Situatie in 2024

In 2024 behoorde 17,5 procent van de Nederlandse bevolking tot een huishouden dat aangaf last te hebben van vervuiling in de woonomgeving. Daarbij gaat het specifiek om vervuiling of andere milieuproblemen, zoals rook, stof, stank of vervuild water.

  • Vrouwen ervaren bovengemiddeld vaak milieuvervuiling, mannen juist minder dan gemiddeld.
  • 25- tot 35-jarigen behoren minder vaak dan gemiddeld tot een huishouden dat aangeeft last te hebben van milieuvervuiling, evenals 75 plussers. Mensen in de leeftijdsgroepen van 35 tot 45 jaar en tussen 65 en 75 jaar hebben hier juist vaker last van dan gemiddeld.
  • Mensen die in Nederland geboren zijn en hun ouders ook, rapporteren minder dan gemiddeld last te hebben van milieuvervuiling in de woonomgeving. Mensen die zelf in Nederland geboren zijn, maar met ouders die geboren zijn in een land buiten Europa ervaren juist relatief vaak vervuiling.

De kenmerken geslacht, leeftijd, onderwijsniveau en herkomst hangen samen. Het percentage hbo’ers en universitair geschoolden is bijvoorbeeld niet gelijk in alle leeftijdsgroepen. Door standaardisatie van de cijfers wordt hiermee rekening gehouden: er wordt gecorrigeerd voor de verschillen tussen groepen in genoemde kenmerken. Op basis van gestandaardiseerde cijfers over de ervaren last van milieuproblemen in de woonomgeving blijven bovenstaande bevindingen grotendeels in stand. Uitzondering vormen mensen met een havo-, vwo- of mbo-diploma. Na standaardisering ervaren zij vaker dan gemiddeld milieuhinder in de woonomgeving.

Veranderingen tussen 2019 en 2024

Het totale aandeel mensen in huishoudens die aangeven last te ervaren van vervuiling in de woonomgeving is in 2024 met 17,5 procent hoger dan in 2019 (15 procent). Ook bij een aantal bevolkingsgroepen is sprake van ontwikkelingen.

  • Mannen hebben vergeleken met gemiddeld een wat minder ongunstige ontwikkeling doorgemaakt; het aandeel van hen dat last heeft van milieuvervuiling is met 1,6 procentpunt toegenomen tegenover 2,4 gemiddeld. Bij vrouwen is het met 3,2 procentpunt, en daarmee sterker dan gemiddeld, toegenomen.
  •  De leeftijdsgroepen tussen 25 en 35 jaar en tussen 55 en 65 jaar laten ten opzichte van gemiddeld een relatief gunstige ontwikkeling zien. Het aandeel dat milieuvervuiling ervaart is bij hen respectievelijk met 0,1 en 0,5 procentpunt gedaald ten opzichte van 2019. De leeftijdsgroep tot 25 jaar en de 35- tot 45-jarigen ondervinden met een stijging van respectievelijk 4,1 en 4,6 procentpunt juist een relatief ongunstige ontwikkeling.
  • De groep die in Nederland geboren is, maar waarvan de ouders in een land buiten Europa geboren zijn, laat een relatief ongunstige ontwikkeling zien. Het aandeel dat milieuvervuiling ervaart is bij hen met 5,2 procentpunt gestegen. Bij de andere groepen week de ontwikkeling niet noemenswaardig af van de gemiddelde ontwikkeling.

Relevante links