Statement pilot T-Mobile en CBS
Het CBS heeft kennis genomen van het verhaal in het NRC dd 11 maart 2021. Het CBS heeft als wettelijke taak het maken van statistiek over groepen in de samenleving en daarom verwerkt het CBS dagelijks gevoelige gepseudonimiseerde data. Daar is het CBS voor opgericht. Het voorkomen van onthulling van personen of bedrijven is daarbij wettelijk verplicht.
Het CBS is met T-Mobile een pilot gestart met als doel het ontwikkelen van software/algoritmes om uiteindelijk met deze nieuwe databron maatschappelijk relevante statistieken te maken. Bijvoorbeeld rondom drukte in stedelijke gebieden en toerisme. Deze pilot voldeed aan de strengste wettelijke privacyeisen. De werkwijze is (net als al onze werkwijzen en methoden) openbaar gepubliceerd in dit document en deze technische handleiding. De uitkomsten zijn bovendien anoniem zo blijkt uit onderzoek van prof. Dr. GJ Zwenne en een uitspraak van de Raad van State. Het gebruik van mobiele data voor statistiek is overigens in Europa gemeengoed. Zo heeft de Europese commissie op 8 april 2020 een aanbeveling uitgebracht over het gebruik van o.a. geanonimiseerde mobiliteitsgegevens bij de bestrijding van Covid-19.
Het CBS heeft geen toegang gehad tot individuele gegevens van personen en heeft nooit de intentie mensen te kunnen of willen volgen. De gegevens waar het om gaat geven bovendien geen exacte plaatsbepaling aan. Het CBS rekent door het optellen van kansen of een telefoon in een gebied aanwezig zou kunnen zijn. Dit staat ook in de methodebeschrijving. Het resultaat is goed genoeg voor de statistische doeleinden en volledig anoniem: een globale schatting van het aantal aanwezige personen in een bepaald gebied.
Dit in tegenstelling tot andere methoden waarbij de bepaling van de exacte locatie van een toestel mogelijk is. Deze laatste methode is van belang voor opsporing, maar niet voor statistiek en wordt daarom door het CBS dus ook niet gebruikt. De data waarop zijn gewerkt zijn twee keer versleuteld. Namelijk door het vervangen van IMSI-nummers (identificatienummer van een toestel) en vervolgens een extra versleuteling die elke 30 dagen werd vervangen. Het resultaat was data waaruit het voor onderzoekers niet mogelijk was individuen te halen.
Elke overheid mag bij het CBS een verzoek voor statistische informatie indienen om daarmee beleid te verbeteren. Bijvoorbeeld door resultaten van beleid sneller of beter zichtbaar te maken. Wij hebben de verplichting om die verzoeken serieus in overweging te nemen. Bij uitvoering en daar waar zo’n verzoek geen onderdeel van het basispakket is, brengt het CBS de kostprijs in rekening.
Tenslotte: het werken met telefoondata is een technisch ingewikkeld onderwerp. Dat gezegd hebbende wil het CBS graag leren van deze casus en meer in dialoog komen met de Autoriteit Persoonsgegevens – ook over dergelijke pilots. Het CBS heeft privacy hoog in het vaandel en heeft al veel ervaringen en kennis over gegevensverwerking ontwikkeld. Een betere dialoog hierover met de AP kan duidelijkheid bieden over hoe privacy in een dergelijke context moet worden opgevat en zou wat het CBS betreft dus een wenselijke stap zijn.
Het CBS heeft door uitvoerig te antwoorden op de gestelde vragen, aan NRC de gelegenheid geboden om hoor en wederhoor in het journalistieke artikel toe te passen. Hierbij onze antwoorden op het gestelde in het artikel die voorafgaand aan publicatie aan NRC zijn gegeven