Amfibieënstatistiek
Wat behelst het onderzoek?
Doel
De ontwikkelingen in de populaties van amfibieën beschrijven. Dit sluit aan op meetdoelen van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Doelpopulatie
De afzonderlijke soorten en groepen van amfibieën.
Statistische eenheid
De soort amfibie.
Aanvang onderzoek
1997.
Frequentie
Jaarlijks.
Publicatiestrategie
Alleen defintieve cijfers worden gepubliceerd.
Hoe wordt het uitgevoerd?
Soort onderzoek
De meeste soorten worden steekproefsgewijs geteld. Enkele zeldzame soorten komen zo beperkt voor dat ze integraal kunnen worden geteld. Dit wil zeggen dat tellingen worden nagestreefdin alle gebieden waarin ze voorkomen. De populatieveranderingen bij de geelbuikvuurpad worden via vangst-terugvangst bepaald. Voor de rugstreeppad zijn er aanvullende telroutes in gebruik genomen waarbij een veel groter gebied dan normaal wordt onderzocht en alleen op geluid wordt gelet.
Waarnemingsmethode
Op vaste meetlocaties van ca. 100 ha wordt een aantal wateren met diverse meetmethoden (zicht- en geluidswaarneming, schepnet e.d.) bemonsterd op het voorkomen van soorten. Omdat exacte aantallen niet kunnen worden bepaald (behalve voor boomkikker, vuursalamander en geelbuikvuurpad) worden de aantallen in drie klassen geschat.
Berichtgevers
De organisatie RAVON coördineert het veldwerk en verzamelt de gegevens van waarnemers (vrijwilligers).
Steekproefomvang
Per jaar vier tellingen verdeeld over ruim 200 meetlocaties. Binnen elke meetlocatie worden verscheidene wateren bezocht.
Controle- en correctiemethoden
Er is een handleiding waarin opzet, uitvoering en verwerking van de tellingen beschreven worden. Er vindt controle op fouten en onwaarschijnlijkheden plaats. De afzonderlijke tellingen worden omgezet naar jaarcijfers. De steekproefomvang en –dekking worden gecontroleerd.
Weging
De cijfers worden gewogen naar de oppervlakte van het verspreidingsgebied van soorten per fysisch-geografische regio’s (landschappelijke eenheden zoals duinen, hogere zandgronden e.d.).
Wat is de kwaliteit van de uitkomsten?
Nauwkeurigheid
Het analyseprogramma TRIM geeft de standaardfout van de berekende trend van de afzonderlijke soorten. De indexen vertonen jaarlijkse kleine schommelingen ook in reeds berekende jaren. De non-respons (ontbrekende cijfers) worden bijgeschat met behulp van het analyseprogramma TRIM.
Volgtijdelijke vergelijkbaarheid
De cijfers zijn over de gehele periode vergelijkbaar.