Trendbreuk woningvoorraad
Vanaf 2012 stelt het CBS de woningvoorraad vast op basis van de gegevens uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). De overgang naar de BAG heeft als gevolg dat het aantal woningen zoals het CBS publiceert 7,387 miljoen bedraagt op 1 januari 2012. Dit zijn 121 duizend woningen meer dan volgens het Woningregister op hetzelfde peilmoment. Dit hangt in belangrijke mate samen met definitieverschillen.
1. Inleiding
Tot 1 januari 2012 heeft het CBS gegevens over de woningvoorraad gepubliceerd vanuit het Woningregister. Vanaf die datum baseert het CBS de voorraad woningen op de BAG. Overgang van de ene naar de andere bron brengt een trendbreuk met zich mee.
Centrale vragen zijn: Wat zijn de oorzaken van de trendbreuk en hoe groot is de trendbreuk.
2. Woningregister
In 1992 heeft het CBS een woningtelling gehouden. De uitkomsten zijn geregistreerd in het Woningregister. Daarna zijn de wijzigingen op adresniveau bijgehouden op basis van de Woningstatistiek (gebaseerd op een uitvraag bij de gemeenten). Op basis daarvan heeft het CBS vanaf 1992 per gemeente cijfers gepubliceerd van woningen, wooneenheden, recreatiewoningen en de capaciteit van de bijzondere woongebouwen.
Andere wijzigingen zoals gemeentelijke grenscorrecties en herindelingen en adresmutaties heeft het CBS apart waargenomen.
In het Woningregister hanteert het CBS het volgende onderscheid naar type woonverblijf:
Code 1: woningen
Code 4: recreatiewoningen
Code 5: wooneenheden
Code 6: bijzondere woongebouwen
Door de komst van de BAG per 1 juli 2011 en de wettelijke verplichting om als CBS hiervan gebruik te maken, heeft het CBS het Woningregister per 1 januari 2012 afgesloten.
3. BAG
De BAG geeft informatie over verblijfsobjecten (VBO’s). Daarbij worden de volgende gebruiksfuncties onderscheiden:
Woonfunctie: woning
Bijeenkomstfunctie: kerk, congrescentrum, bioscoop e.d.
Celfunctie: gevangenis
Gezondheidsfunctie: ziekenhuis e.d.
Industriefunctie: fabriek e.d.
Kantoorfunctie: kantoor
Logiesfunctie: recreatiewoning, hotel e.d.
Onderwijsfunctie: school
Sportfunctie: sporthal e.d.
Winkelfunctie: winkel
Overige gebruiksfunctie: parkeergarage, gemaal e.d.
Aan de verblijfsobjecten wordt bovendien een statuscode toegevoegd:
Statuscode verblijfsobjecten
Alleen de verblijfsobjecten met een woonfunctie en de statuscode 3, 4 of 6 vormen de woningvoorraad. Het kan in theorie voorkomen dat ook woningen met statuscode 1 of 2 toch bewoond zijn. Dat zijn woningen die officieel nog niet zijn opgeleverd maar die volgens de bevolkingsadministratie (GBA) al wel bewoond zijn. Deze woningen rekent het CBS niet tot de woningvoorraad.
4. Resultaten verschillenanalyse
Om een beeld te krijgen van de verschillen tussen de voorraad woningen uit het Woningregister en de aantallen verblijfsobjecten met een woonfunctie uit de BAG zijn de gegevens van 1 januari 2012 op adresniveau met elkaar vergeleken. Hiervoor is gebruik gemaakt van het BAG-extract van 8 augustus 2013.
Uit de vergelijking kan het volgende worden geconstateerd:
a. De woningvoorraad op 1 januari 2012 is volgens het Woningregister 7,266 miljoen woningen. De voorraad afgeleid uit de BAG op 1 januari 2012 is 7,387 miljoen woningen. Een verschil dus van 121 duizend woningen. In totaal komen 7,065 miljoen woningen in beide registraties voor.
b. Eén van de oorzaken van de verschillen is dat de woningen uit het Woningregister niet allemaal in de BAG zijn opgenomen. In de BAG zijn 7,154 miljoen woningen terug te vinden. De overige 112 duizend woningen konden niet worden gekoppeld, zeer waarschijnlijk doordat de schrijfwijze van de adressen niet overeenkomt en ook door onvolkomenheden in beide registers. Van de 7,154 miljoen gekoppelde woningen hadden er 52 duizend volgens de BAG geen woonfunctie. Van de resterende 7,102 miljoen woningen hadden er 7,065 de status in- of buiten gebruik. De overige verblijfsobjecten zijn officieel nog niet opgeleverd (of helemaal nog niet gebouwd) of soms zijn ze al onttrokken aan de voorraad volgens de BAG.
Dat het aantal verblijfsobjecten met een woonfunctie in de BAG veel groter is (in totaal 7,387 miljoen, 322 duizend meer dan de 7,065) komt door definitieverschillen.
BAG-gegevens van aan Woningregister gekoppelde verblijfsobjecten
5. Verklaring van de verschillen
Indien uitkomsten uit twee verschillende bronnen met elkaar worden vergeleken, zijn er altijd verschillen:
• tijdelijke bouwwerken werden in het Woningregister niet als woonruimte aangemerkt. Tijdelijke bouwwerken c.q. objecten zoals containerwoningen voor studenten en asielzoekers behoren volgens de definities van de BAG wel tot de reguliere woningvoorraad.
• Recreatiewoningen krijgen in de BAG soms als gebruikstypering een woonfunctie en worden dan tot de woningvoorraad gerekend.
• Daar tegenover worden bijzondere woongebouwen in de BAG niet altijd aangeduid met een woonfunctie. Dergelijke objecten kunnen ook onder logiesfunctie of verzorgingsfunctie (verpleegtehuizen, gezinsvervangende tehuizen en kazernes) vallen.
• Wooneenheden (onzelfstandige woningen), zoals studentenflats, werden in het Woningregister aangemerkt als aparte categorie woonruimten. In de BAG worden ze samen als één VBO gezien. Wanneer de eenheden een eigen adres hebben worden alle eenheden als afzonderlijke VBO gezien.
• Woningen die wel zijn bewoond maar officieel nog niet zijn opgeleverd of soms al zijn onttrokken, worden bij de BAG niet en bij het Woningregister soms wel tot de woningvoorraad gerekend.
• De gebruiksfuncties kunnen in beide registers verschillend zijn.
Het Woningregister kan dus niet één op één worden vergeleken met de BAG. De grote toename van het aantal woningen is veroorzaakt door de invoering van de BAG en is geen werkelijke toename. Het grootste deel van het verschil kan worden verklaard door gewijzigde definities.