Werklozen iets langer op zoek naar werk

18-9-2025 06:30

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.

In het tweede kwartaal van 2025 waren er 378 duizend mensen werkloos. Dat is meer dan drie jaar eerder. In het tweede kwartaal van 2022 waren er 329 duizend mensen werkloos. De toename van het aantal werklozen komt niet voor rekening van langdurig werklozen. Er zijn vooral meer werklozen die korter dan een jaar zoeken. Er treden ook meer mensen toe tot de arbeidsmarkt die niet direct werk vinden. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

Werkloosheidsduur werklozen, 15 tot 75 jaar, tweede kwartaal
Kwartaal	Korter dan 1 maand (x 1 000)	1 tot 3 maanden (x 1 000)	3 tot 6 maanden (x 1 000)	6 tot 12 maanden (x 1 000)	Langer dan 1 jaar (x 1 000)	onbekend (x 1 000)
2022	97	83	33	35	68	12
2023	107	93	50	38	47	12
2024	107	100	54	40	53	11
2025	105	109	54	52	51	7

Werkloosheidsduur werklozen, 15 tot 75 jaar, tweede kwartaal
Kwartaal	Korter dan 1 maand (x 1 000)	1 tot 3 maanden (x 1 000)	3 tot 6 maanden (x 1 000)	6 tot 12 maanden (x 1 000)	Langer dan 1 jaar (x 1 000)	onbekend (x 1 000)
2022	97	83	33	35	68	12
2023	107	93	50	38	47	12
2024	107	100	54	40	53	11
2025	105	109	54	52	51	7

In het tweede kwartaal van 2025 waren er 320 duizend mensen kort werkloos, terwijl dit drie jaar eerder nog 249 duizend waren. Het aantal werkloze mensen dat korter dan een maand op zoek is naar werk neemt niet of nauwelijks toe. Er zijn vooral meer werklozen die een tot twaalf maanden op zoek zijn naar werk.

Toename nieuwe werkzoekenden

Nederlanders die zich voorheen niet aanboden op de arbeidsmarkt zijn nu vaker op zoek naar werk. In het tweede kwartaal van 2025 waren 123 duizend mensen op zoek naar een baan die drie maanden daarvoor nog niet actief waren op de arbeidsmarkt. In augustus was dit opgelopen naar 133 duizend.

Eind 2024 waren dat er nog 117 duizend. Er verloren juist minder mensen hun baan in die periode, van 120 duizend in het vierde kwartaal van 2024 naar 111 duizend in het tweede kwartaal van 2025.

Instroom in werkloze beroepsbevolking, seizoengecorrigeerd
Jaartal	Kwartaal	Vanuit werkzame beroepsbevoking (Verandering t.o.v. 3 maanden eerder (x 1 000))	Vanuit niet-beroepsbevoking (Verandering t.o.v. 3 maanden eerder (x 1 000))
2022	1e kwartaal	89	124
2022	2e kwartaal	89	125
2022	3e kwartaal	126	129
2022	4e kwartaal	113	117
2023	1e kwartaal	111	120
2023	2e kwartaal	111	118
2023	3e kwartaal	119	122
2023	4e kwartaal	112	122
2024	1e kwartaal	113	131
2024	2e kwartaal	114	120
2024	3e kwartaal	117	118
2024	4e kwartaal	120	117
2025	1e kwartaal	115	126
2025	2e kwartaal	111	123

Instroom in werkloze beroepsbevolking, seizoengecorrigeerd
Jaartal	Kwartaal	Vanuit werkzame beroepsbevoking (Verandering t.o.v. 3 maanden eerder (x 1 000))	Vanuit niet-beroepsbevoking (Verandering t.o.v. 3 maanden eerder (x 1 000))
2022	1e kwartaal	89	124
2022	2e kwartaal	89	125
2022	3e kwartaal	126	129
2022	4e kwartaal	113	117
2023	1e kwartaal	111	120
2023	2e kwartaal	111	118
2023	3e kwartaal	119	122
2023	4e kwartaal	112	122
2024	1e kwartaal	113	131
2024	2e kwartaal	114	120
2024	3e kwartaal	117	118
2024	4e kwartaal	120	117
2025	1e kwartaal	115	126
2025	2e kwartaal	111	123

Alleen tijdens krediet- en coronacrisis vooral toename werkloosheid door baanverlies

De werkloosheid was in het tweede kwartaal van 2022 op het laagste punt in de afgelopen twintig jaar, 3,3 procent. Sindsdien nam de werkloosheid op verschillende momenten toe en wordt dat telkens vooral veroorzaakt door meer nieuwe werkzoekenden die zich aanbieden.

Toenemende werkloosheid vooral door baanverlies speelde de afgelopen twintig jaar alleen in 2009, toen de gevolgen van de kredietcrisis merkbaar waren op de arbeidsmarkt, en kort in 2020 toen de coronacrisis begon.

Werkloosheid per kwartaal, seizoengecorrigeerd
Kwartaal	Aandeel (% beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar)
2003, 1e kwartaal	5,4
2003, 2e kwartaal	5,8
2003, 3e kwartaal	6,1
2003, 4e kwartaal	6,4
2004, 1e kwartaal	6,6
2004, 2e kwartaal	6,9
2004, 3e kwartaal	6,7
2004, 4e kwartaal	6,9
2005, 1e kwartaal	7,1
2005, 2e kwartaal	7,1
2005, 3e kwartaal	6,9
2005, 4e kwartaal	6,8
2006, 1e kwartaal	6,5
2006, 2e kwartaal	6,1
2006, 3e kwartaal	5,9
2006, 4e kwartaal	5,8
2007, 1e kwartaal	5,6
2007, 2e kwartaal	5,3
2007, 3e kwartaal	5,2
2007, 4e kwartaal	5,1
2008, 1e kwartaal	4,8
2008, 2e kwartaal	4,8
2008, 3e kwartaal	4,7
2008, 4e kwartaal	4,7
2009, 1e kwartaal	4,9
2009, 2e kwartaal	5,2
2009, 3e kwartaal	5,6
2009, 4e kwartaal	5,9
2010, 1e kwartaal	6,2
2010, 2e kwartaal	6,1
2010, 3e kwartaal	6,1
2010, 4e kwartaal	5,9
2011, 1e kwartaal	5,8
2011, 2e kwartaal	5,8
2011, 3e kwartaal	6,1
2011, 4e kwartaal	6,5
2012, 1e kwartaal	6,5
2012, 2e kwartaal	6,7
2012, 3e kwartaal	6,9
2012, 4e kwartaal	7,2
2013, 1e kwartaal	7,7
2013, 2e kwartaal	8,2
2013, 3e kwartaal	8,5
2013, 4e kwartaal	8,5
2014, 1e kwartaal	8,7
2014, 2e kwartaal	8,5
2014, 3e kwartaal	8,1
2014, 4e kwartaal	8,1
2015, 1e kwartaal	8,2
2015, 2e kwartaal	8
2015, 3e kwartaal	7,7
2015, 4e kwartaal	7,7
2016, 1e kwartaal	7,4
2016, 2e kwartaal	7,2
2016, 3e kwartaal	6,8
2016, 4e kwartaal	6,5
2017, 1e kwartaal	6,3
2017, 2e kwartaal	6
2017, 3e kwartaal	5,8
2017, 4e kwartaal	5,4
2018, 1e kwartaal	5,1
2018, 2e kwartaal	4,9
2018, 3e kwartaal	4,9
2018, 4e kwartaal	4,6
2019, 1e kwartaal	4,5
2019, 2e kwartaal	4,4
2019, 3e kwartaal	4,5
2019, 4e kwartaal	4,4
2020, 1e kwartaal	4
2020, 2e kwartaal	4,8
2020, 3e kwartaal	5,5
2020, 4e kwartaal	5,1
2021, 1e kwartaal	4,6
2021, 2e kwartaal	4,3
2021, 3e kwartaal	4,1
2021, 4e kwartaal	3,8
2022, 1e kwartaal	3,5
2022, 2e kwartaal	3,3
2022, 3e kwartaal	3,7
2022, 4e kwartaal	3,6
2023, 1e kwartaal	3,6
2023, 2e kwartaal	3,5
2023, 3e kwartaal	3,6
2023, 4e kwartaal	3,5
2024, 1e kwartaal	3,7
2024, 2e kwartaal	3,6
2024, 3e kwartaal	3,7
2024, 4e kwartaal	3,7
2025, 1e kwartaal	3,8
2025, 2e kwartaal	3,8

Werkloosheid per kwartaal, seizoengecorrigeerd
Kwartaal	Aandeel (% beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar)
2003, 1e kwartaal	5,4
2003, 2e kwartaal	5,8
2003, 3e kwartaal	6,1
2003, 4e kwartaal	6,4
2004, 1e kwartaal	6,6
2004, 2e kwartaal	6,9
2004, 3e kwartaal	6,7
2004, 4e kwartaal	6,9
2005, 1e kwartaal	7,1
2005, 2e kwartaal	7,1
2005, 3e kwartaal	6,9
2005, 4e kwartaal	6,8
2006, 1e kwartaal	6,5
2006, 2e kwartaal	6,1
2006, 3e kwartaal	5,9
2006, 4e kwartaal	5,8
2007, 1e kwartaal	5,6
2007, 2e kwartaal	5,3
2007, 3e kwartaal	5,2
2007, 4e kwartaal	5,1
2008, 1e kwartaal	4,8
2008, 2e kwartaal	4,8
2008, 3e kwartaal	4,7
2008, 4e kwartaal	4,7
2009, 1e kwartaal	4,9
2009, 2e kwartaal	5,2
2009, 3e kwartaal	5,6
2009, 4e kwartaal	5,9
2010, 1e kwartaal	6,2
2010, 2e kwartaal	6,1
2010, 3e kwartaal	6,1
2010, 4e kwartaal	5,9
2011, 1e kwartaal	5,8
2011, 2e kwartaal	5,8
2011, 3e kwartaal	6,1
2011, 4e kwartaal	6,5
2012, 1e kwartaal	6,5
2012, 2e kwartaal	6,7
2012, 3e kwartaal	6,9
2012, 4e kwartaal	7,2
2013, 1e kwartaal	7,7
2013, 2e kwartaal	8,2
2013, 3e kwartaal	8,5
2013, 4e kwartaal	8,5
2014, 1e kwartaal	8,7
2014, 2e kwartaal	8,5
2014, 3e kwartaal	8,1
2014, 4e kwartaal	8,1
2015, 1e kwartaal	8,2
2015, 2e kwartaal	8
2015, 3e kwartaal	7,7
2015, 4e kwartaal	7,7
2016, 1e kwartaal	7,4
2016, 2e kwartaal	7,2
2016, 3e kwartaal	6,8
2016, 4e kwartaal	6,5
2017, 1e kwartaal	6,3
2017, 2e kwartaal	6
2017, 3e kwartaal	5,8
2017, 4e kwartaal	5,4
2018, 1e kwartaal	5,1
2018, 2e kwartaal	4,9
2018, 3e kwartaal	4,9
2018, 4e kwartaal	4,6
2019, 1e kwartaal	4,5
2019, 2e kwartaal	4,4
2019, 3e kwartaal	4,5
2019, 4e kwartaal	4,4
2020, 1e kwartaal	4
2020, 2e kwartaal	4,8
2020, 3e kwartaal	5,5
2020, 4e kwartaal	5,1
2021, 1e kwartaal	4,6
2021, 2e kwartaal	4,3
2021, 3e kwartaal	4,1
2021, 4e kwartaal	3,8
2022, 1e kwartaal	3,5
2022, 2e kwartaal	3,3
2022, 3e kwartaal	3,7
2022, 4e kwartaal	3,6
2023, 1e kwartaal	3,6
2023, 2e kwartaal	3,5
2023, 3e kwartaal	3,6
2023, 4e kwartaal	3,5
2024, 1e kwartaal	3,7
2024, 2e kwartaal	3,6
2024, 3e kwartaal	3,7
2024, 4e kwartaal	3,7
2025, 1e kwartaal	3,8
2025, 2e kwartaal	3,8

Werkloosheid in Nederland onder EU-gemiddelde

De werkloosheid in Nederland behoort tot de laagste in de Europese Unie (EU-27). In 2024 was gemiddeld 5,9 procent van de beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar in de EU werkloos. In Nederland was dat toen 3,7 procent.

Tsjechië en Polen hadden met minder dan 3 procent van de beroepsbevolking de laagste werkloosheid in de EU. Spanje had met 11,4 procent de hoogste werkloosheid in de EU, gevolgd door Griekenland met 10,1 procent.

De arbeidsparticipatie is in Nederland de hoogste in de EU. In 2024 werkte in Nederland 73,2 procent van de 15- tot 75-jarigen, tegenover 61,7 procent gemiddeld in de EU.

Werkloosheid EU-27, 2024
Land	Werkloosheidspercentage (% beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar)
Spanje	11,4
Griekenland	10,1
Finland	8,4
Zweden	8,4
Estland	7,6
Frankrijk	7,4
Litouwen	7,1
Letland	6,9
Italië	6,5
Portugal	6,5
Luxemburg	6,4
Denemarken	6,2
EU-27	5,9
België	5,7
Roemenië	5,4
Slowakije	5,3
Oostenrijk	5,2
Kroatië	5,0
Cyprus	4,9
Hongarije	4,5
Ierland	4,3
Bulgarije	4,2
Nederland	3,7
Slovenië	3,7
Duitsland	3,4
Malta	3,1
Polen	2,9
Tsjechië	2,6

Werkloosheid EU-27, 2024
Land	Werkloosheidspercentage (% beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar)
Spanje	11,4
Griekenland	10,1
Finland	8,4
Zweden	8,4
Estland	7,6
Frankrijk	7,4
Litouwen	7,1
Letland	6,9
Italië	6,5
Portugal	6,5
Luxemburg	6,4
Denemarken	6,2
EU-27	5,9
België	5,7
Roemenië	5,4
Slowakije	5,3
Oostenrijk	5,2
Kroatië	5,0
Cyprus	4,9
Hongarije	4,5
Ierland	4,3
Bulgarije	4,2
Nederland	3,7
Slovenië	3,7
Duitsland	3,4
Malta	3,1
Polen	2,9
Tsjechië	2,6

Bronnen

StatLine - Arbeidsdeelname en werkloosheid per maand
StatLine – Wisselingen arbeidspositie na drie maanden, per maand
StatLine – Werkloze beroepsbevolking; werkloosheidsduur, persoonskenmerken
Eurostat - Unemployment by sex and age - annual data
Eurostat - Employment rates by educational attainment

Relevante links

Nieuwsbericht - Werkloosheid toegenomen in augustus
Dashboard - Arbeidsmarkt
Video - Wanneer tel je als werkloos?