Economie groeit in tweede kwartaal 2025 een fractie
| Jaar | Kwartaal | Index (2021=100) | (2021=100) |
|---|---|---|---|
| 2021 | 3e kwartaal | 101,8 | |
| 2021 | 4e kwartaal | 101,9 | |
| 2022 | 1e kwartaal | 103,2 | |
| 2022 | 2e kwartaal | 105,6 | |
| 2022 | 3e kwartaal | 105,8 | |
| 2022 | 4e kwartaal | 105,5 | |
| 2023 | 1e kwartaal | 104,9 | |
| 2023 | 2e kwartaal | 104,5 | |
| 2023 | 3e kwartaal | 104 | |
| 2023 | 4e kwartaal | 104,2 | |
| 2024 | 1e kwartaal | 104,2 | |
| 2024 | 2e kwartaal | 105,3 | |
| 2024 | 3e kwartaal | 106 | |
| 2024 | 4e kwartaal | 106,5 | |
| 2025 | 1e kwartaal | 106,8 | |
| 2025 | 2e kwartaal | 106,9 |
Alle cijfers in dit bericht betreffen volumecijfers. Dat wil zeggen dat ze zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
Investeringen en overheidsconsumptie stijgen
De investeringen in vaste activa stegen in het tweede kwartaal met 1,5 procent. Bedrijven en overheid hebben vooral meer geïnvesteerd in vervoermiddelen, zoals schepen en vliegtuigen. De investeringen in de bouw daalden echter ten opzichte van het eerste kwartaal. De consumptie door de overheid steeg in het tweede kwartaal met 0,8 procent.
De consumptie door huishoudens daalde echter in het tweede kwartaal met 0,4 procent. Huishoudens hebben onder andere minder besteed aan horeca, kleding en recreatie. De uitvoer van goederen en diensten steeg in het tweede kwartaal met 0,9 procent ten opzichte van het eerste kwartaal. De invoer van goederen en diensten steeg echter, met 2,6 procent, harder. Hierdoor daalde het handelsoverschot.
| 2e kwartaal 2025 (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | 1e kwartaal 2025 (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | |
|---|---|---|
| Bruto binnenlands product | 0,1 | 0,3 |
| Invoer goederen en diensten | 2,6 | 0,4 |
| Investeringen in vaste activa | 1,5 | -2,1 |
| Uitvoer goederen en diensten | 0,9 | 0,2 |
| Consumptie overheid | 0,8 | 0,5 |
| Consumptie huishoudens | -0,4 | 0,4 |
Zakelijke dienstverlening en industrie dragen het meest bij aan groei
In de meeste bedrijfstakken steeg de toegevoegde waarde (het verschil tussen productie en verbruik van energie, materialen en diensten) in het tweede kwartaal. Het sterkst was de groei, met 12,4 procent, bij de delfstoffenwinning. Hoewel de toegevoegde waarde van de zakelijke dienstverlening en de industrie, met 1,0 en 1,2 procent minder sterk groeide, hadden deze sectoren door hun gewicht de grootste bijdrage aan de economische groei in het tweede kwartaal. De bouw, de handel, horeca, vervoer en opslag en de financiële instellingen drukten echter de groei.
| 2e kwartaal 2025 (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | 1e kwartaal 2025 (%-verandering t.o.v. kwartaal eerder) | |
|---|---|---|
| Delfstoffenwinning | 12,4 | -5,3 |
| Water en afval | 2,6 | 1,3 |
| Industrie | 1,2 | -0,8 |
| Zakelijke dienstverlening | 1 | -0,6 |
| Informatie en communicatie | 0,9 | 0,8 |
| Cultuur, sport, recreatie en overige diensten | 0,8 | 0,3 |
| Overheid, onderwijs en zorg | 0,4 | 0,5 |
| Landbouw, bosbouw en visserij | 0,1 | -3,3 |
| Verhuur en handel onroerend goed | 0 | 0,8 |
| Energiebedrijven | -0,1 | 0,1 |
| Handel, horeca, vervoer en opslag | -0,3 | 0,8 |
| Bouwnijverheid | -1,4 | -0,3 |
| Financiële instellingen | -2,5 | 2,8 |
Omvang economie 1,5 procent groter dan een jaar eerder
De economie groeide in het tweede kwartaal van 2025 met 1,5 procent ten opzichte van het tweede kwartaal van 2024. De consumptie door de overheid, de investeringen, de consumptie door huishoudens droegen het meest bij aan deze groei.
De overheidsconsumptie was 2,8 procent hoger, de consumptie door huishoudens was 1,0 procent hoger en de investeringen groeiden met 2,5 procent. De stijging van de uitvoer was 2,2 procent. De toename van de invoer was, met 3,7 procent, echter sterker, waardoor het handelssaldo negatief bijdroeg aan de groei.
Van de bedrijfstakken leverden de industrie, de overheid en zorg en de handel, horeca, vervoer en opslag de grootste bijdragen aan de economische groei ten opzichte van het tweede kwartaal van 2024.
| Jaar | Kwartaal | % (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
|---|---|---|
| 2021 | 3e kwartaal | 7 |
| 2021 | 4e kwartaal | 7,6 |
| 2022 | 1e kwartaal | 7 |
| 2022 | 2e kwartaal | 5,5 |
| 2022 | 3e kwartaal | 3,8 |
| 2022 | 4e kwartaal | 3,9 |
| 2023 | 1e kwartaal | 1,1 |
| 2023 | 2e kwartaal | -0,9 |
| 2023 | 3e kwartaal | -1,5 |
| 2023 | 4e kwartaal | -1,1 |
| 2024 | 1e kwartaal | -0,3 |
| 2024 | 2e kwartaal | 0,9 |
| 2024 | 3e kwartaal | 1,7 |
| 2024 | 4e kwartaal | 2 |
| 2025 | 1e kwartaal | 2,2 |
| 2025 | 2e kwartaal | 1,5 |
Eerste berekening
De eerste berekening, 30 dagen na afloop van een kwartaal, wordt gepubliceerd op basis van de dan beschikbare informatie. Hiermee geeft het CBS een eerste beeld van de stand van de Nederlandse economie. Na deze eerste berekening komt voortdurend meer informatie beschikbaar over de Nederlandse economie, die vervolgens wordt verwerkt in nieuwe berekeningen. De tweede berekening van de economische groei maakt het CBS bekend op dinsdag 23 september.
De absolute bijstelling van de tweede berekening ten opzichte van de eerste berekening was de afgelopen vijf jaar (2020-2024) gemiddeld 0,1 procentpunt. De twee uitersten bedroegen -0,4 en 0,7 procentpunt, respectievelijk in 2024 en 2021.
Bij elke nieuwe berekening bepaalt het CBS ook de nieuwe seizoengecorrigeerde cijfers van de eerder gepubliceerde kwartalen. Hierdoor kunnen de groeicijfers van eerdere kwartalen worden bijgesteld. Onder meer de groei van het eerste kwartaal van 2025 is bijgesteld, van 0,4 naar 0,3 procent.
Bronnen
- StatLine - Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
- StatLine - Arbeidsvolume en werkzame personen, kwartalen; nationale rekeningen
Relevante links
- Achtergrond - Bijstellingen nationale rekeningen: algemeen overzicht
- Dossier - Conjunctuur