Werkloosheid in april licht toegenomen

© ANP / Robin Utrecht
Het aantal werklozen is in de afgelopen drie maanden toegenomen, met gemiddeld 2 duizend per maand. In april waren er 375 duizend mensen werkloos, dat is 3,7 procent van de beroepsbevolking. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. De toename van de werkloosheid sluit aan bij het verslechterde economische beeld van Nederland in april. UWV registreerde eind april 170 duizend lopende WW-uitkeringen, 4 duizend minder dan in maart.

Werkloosheid en WW-uitkeringen
   Werkloosheidsindicator (ILO) (15 tot 75 jaar, seizoengecorrigeerd) (x 1 000)WW-uitkeringen (15 jaar tot AOW-leeftijd) (x 1 000)
2017januari588419
2017februari582416
2017maart571415
2017april563401
2017mei564386
2017juni555372
2017juli544364
2017augustus534362
2017september529351
2017oktober511343
2017november504337
2017december503330
2018januari487335
2018februari474330
2018maart465327
2018april463314
2018mei460301
2018juni463288
2018juli458279
2018augustus463278
2018september451274
2018oktober444269
2018november433267
2018december437263
2019januari437279
2019februari419274
2019maart416268
2019april409257
2019mei411251
2019juni423243
2019juli424234
2019augustus432237
2019september432233
2019oktober432233
2019november434228
2019december409223
2020januari390241
2020februari383240
2020maart388250
2020april427292
2020mei439301
2020juni513301
2020juli532301
2020augustus533292
2020september519278
2020oktober509278
2020november485276
2020december476286
2021januari448289
2021februari450286
2021maart439282
2021april427266
2021mei419250
2021juni405238
2021juli393224
2021augustus406213
2021september399208
2021oktober382199
2021november359189
2021december369192
2022januari354193
2022februari336188
2022maart327184
2022april316175
2022mei323165
2022juni339161
2022juli353157
2022augustus378152
2022september382152
2022oktober365150
2022november364145
2022december352149
2023januari360154
2023februari356154
2023maart357158
2023april343156
2023mei353151
2023juni353153
2023juli362152
2023augustus364156
2023september371155
2023oktober361156
2023november357160
2023december361161
2024januari368167
2024februari379174
2024maart371175
2024april375170

Eind vorig jaar hadden voor het eerst meer dan 9,8 miljoen mensen betaald werk. Het aantal werkenden schommelde de maanden erna rond die 9,8 miljoen. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden daalde dit aantal met gemiddeld 2 duizend per maand.

Om verschillende redenen hadden 3,6 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar in april geen betaald werk. Naast werklozen ging het om 3,2 miljoen mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren. Zij worden niet tot de beroepsbevolking gerekend. Het gaat vooral om mensen die met pensioen zijn of niet kunnen werken door ziekte of arbeidsongeschiktheid. Gemiddeld over de afgelopen drie maanden veranderde het aantal mensen buiten de beroepsbevolking nauwelijks.

UWV: aantal WW-uitkeringen licht afgenomen

Eind april 2024 verstrekte UWV 170,3 duizend lopende WW-uitkeringen. Dat zijn 4,2 duizend uitkeringen minder dan een maand eerder (-2,4 procent). Er kwamen 18,4 duizend nieuwe uitkeringen bij en er werden 20,6 duizend uitkeringen beëindigd.

UWV: aantal WW-uitkeringen neemt in vrijwel alle sectoren af

Het aantal WW-uitkeringen nam het meest af in de landbouw, groenvoorziening, visserij (-7,4 procent), bij de uitzendbedrijven (-5,4 procent), de horeca en catering en het bank- en verzekeringswezen (beide -3,3 procent) en de bouw (-3,0 procent). Voor de meeste van bovenstaande sectoren betreft het een seizoenspatroon dat in voorgaande jaren ook zichtbaar is in april.

Meer mensen 1 tot 3 maanden werkloos

Ten opzichte van een jaar geleden, waren er in het eerste kwartaal van 2024 vooral meer mensen die 1 tot 3 maanden werkloos zijn. Ten opzichte van twee jaar geleden is ook het aantal mensen dat 3 tot 6 maanden werkloos is, toegenomen. Het aantal langdurig werklozen (1 jaar of langer) nam af.

Werkloze beroepsbevolking naar duur werkloosheid
Werkloosheidsduur1e kwartaal 2022 (x 1 000)1e kwartaal 2023 (x 1 000)1e kwartaal 2024 (x 1 000)
Korter dan
1 maand
108102107
1 tot 3
maanden
8199117
3 tot 6
maanden
456159
6 tot 12
maanden
393837
Langdurig
werkloos
755953

Iets meer instroom dan uitstroom

De ontwikkeling van de werkloosheid is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het schema hieronder laat die stromen zien. De figuur daaronder toont de ontwikkeling van die verschillende stromen in de afgelopen maanden.




De werkloosheid kan toe- of afnemen door vier verschillende stromen. Twee van die stromen kunnen de werkloosheid doen dalen. De eerste is de stroom van werklozen die een baan vinden. De tweede is de stroom van werklozen die stoppen met zoeken en de arbeidsmarkt verlaten.

Er zijn ook twee tegengestelde stromen, die de werkloosheid kunnen vergroten. Het gaat om werkenden die hun baan verliezen en om mensen die zich eerder niet aanboden op de arbeidsmarkt en op zoek zijn gegaan naar werk. Als ze niet meteen werk vinden, worden ze deel van de werkloze beroepsbevolking.

De eerste maanden van 2024 groeide de werkloosheid vooral doordat meer mensen buiten de beroepsbevolking op zoek gingen naar werk. In april is die instroom weer wat afgenomen (123 duizend in de afgelopen drie maanden), maar nog steeds is de instroom groter dan de uitstroom, waardoor de werkloosheid licht toenam.
Het aantal mensen buiten de beroepsbevolking die direct werk vonden, was in de afgelopen drie maanden 178 duizend. Dat aantal loopt al langere tijd terug. In december vorig jaar ging het nog om 221 duizend baanvinders in de voorafgaande drie maanden.

Het CBS publiceert maandelijks volgens over de beroepsbevolking volgens de richtlijnen van de International Labour Organization (ILO). De bijbehorende indicatoren, de werkzame en werkloze beroepsbevolking, worden wereldwijd gebruikt om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt te beschrijven. Daarbij zijn maandcijfers essentieel. Daarnaast publiceert het UWV maandelijks over het aantal WW-uitkeringen. Deze UWV-cijfers over uitkeringen zijn niet een-op-een vergelijkbaar met de indicatoren over de beroepsbevolking. Voor meer uitleg over de verschillen tussen de bronnen zie de technische toelichting.