Private huursector groeide afgelopen jaren vooral door nieuwe woningen

Rotterdam appartementen
© CBS / Alrik Swagerman
Het aantal private huurwoningen is in de periode tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2023 toegenomen met 67 duizend. Het aandeel woningen in bezit van private verhuurders nam daarmee toe van 13,8 procent naar 14,3 procent. De private huursector groeide vooral door nieuwbouw, transformaties en splitsingen. Aankoop van bestaande woningen speelde een kleinere rol, melden het CBS en Kadaster op basis van nieuw onderzoek naar het eigendom van woningen.

Het aantal private huurwoningen nam van 1 januari 2021 tot 1 januari 2023 met 6,1 procent toe tot bijna 1,2 miljoen. Hiermee groeide het aantal private huurwoningen relatief sterker dan het aantal koopwoningen (1,7 procent) en het aantal corporatiehuurwoningen (0,4 procent).

Private huurwoningen kunnen in eigendom zijn van natuurlijke personen, van BV’s en NV’s (bedrijven) en van overige niet-natuurlijke personen, zoals stichtingen en verenigingen. Het aantal huurwoningen in eigendom van BV’s en NV’s is met 8,6 procent toegenomen tot 385 duizend. Het aantal huurwoningen van overige niet-natuurlijke eigenaren groeide met 6,7 procent tot 222 duizend en het aantal huurwoningen van natuurlijke personen nam toe met 4,3 procent tot 557 duizend.  

Ontwikkeling woningen naar soort eigenaar, 2023 t.o.v. 2021, per 1 januari
Woningen naar eigendomOntwikkeling tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2023 (% verandering 2023 t.o.v. 2021)
Woningvoorraad totaal2,0
Private huurwoningen6,1
bij Natuurlijke personen4,3
bij BV's en NV's8,6
bij overige niet-natuurlijke personen6,7
Huurwoningen bij woningcorporaties0,4
Koopwoning1,7
Bron: CBS, Kadaster

Private verhuurders investeren vooral in nieuwe woningen

Het investeren in nieuwe woningen is de belangrijkste oorzaak voor de toename van het aantal private huurwoningen. Dit geldt vooral voor de huurwoningen in bezit van BV’s en NV’s en overige niet-natuurlijke personen. In de periode tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2023 hebben private verhuurders 78 duizend nieuw toegevoegde woningen in bezit gekregen, 40 procent van alle nieuw toegevoegde woningen aan de woningvoorraad in deze periode. Van deze 78 duizend nieuwe woningen is 27 procent in eigendom van natuurlijke personen, 49 procent in eigendom van BV’s en NV’s en 23 procent in eigendom van overige niet-natuurlijke personen. 

Deze nieuwe woningen bestaan naast nieuwbouw ook uit overige toevoegingen, zoals transformaties en splitsingen. De overige toevoegingen in de private huursector maken zelfs 70 procent uit van alle overige toevoegingen in Nederland in de periode tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2023. 

Daarnaast groeide de private huur in deze periode door eigendomsovergangen vanuit de koop- en corporatiesector (per saldo 3,6 duizend). Dit zijn onder andere aankopen van bestaande woningen door deze verhuurders. Tot slot zijn er in deze periode ook woningen verdwenen uit de private huursector door sloop (5,2 duizend) en overige onttrekkingen (9,3 duizend). Daarmee was het totale aantal private huurwoningen per 1 januari 2023 67 duizend hoger dan twee jaar eerder.

Ontwikkeling woningen in private huursector, 2023 t.o.v. 2021, per 1 januari
Type eigenaarSaldo overgang vanuit koop/corporatie/onbekend (verandering 2023 t.o.v. 2021, x 1 000)Saldo overgang binnen private huur (verandering 2023 t.o.v. 2021, x 1 000)Saldo nieuwbouw en sloop (verandering 2023 t.o.v. 2021, x 1 000)Saldo overige toevoegingen en onttrekkingen, correcties (verandering 2023 t.o.v. 2021, x 1 000)
Natuurlijke personen12,4-5,65,110,8
BV's en NV's-4,71,522,910,9
Overige niet-natuurlijke personen-4,14,19,64,3
Bron: CBS, Kadaster

Binnen de private huursector zijn wel verschillen. Bij huurwoningen in bezit van natuurlijke personen wordt een groot deel van de groei verklaard door eigendomsovergangen vanuit de koop- en corporatiesector (per saldo 12,4 duizend). Daarnaast nam deze categorie toe door met name overige toevoegingen (per saldo 10,8 duizend). Nieuwbouw speelde maar een beperkte rol in de toename van het aantal woningen van natuurlijke verhuurders (per saldo 5,1 duizend). Dit in tegenstelling tot de groei bij woningen in eigendom van BV’s, NV’s en overige niet-natuurlijke personen, die vooral door nieuwbouw veroorzaakt werd (per saldo respectievelijk 22,9 duizend en 9,6 duizend). 

Veel private verhuurders hebben een beperkte woningportefeuille

De 1,2 miljoen private huurwoningen zijn in bezit van 432 duizend private verhuurders. Het aantal private verhuurders is sinds 1 januari 2021 met 4,5 procent toegenomen. Van de private verhuurders zijn er 382 duizend natuurlijke personen (89 procent). Daarnaast zijn er nog 39 duizend BV’s en NV’s (9 procent) en nog eens 10 duizend overige niet-natuurlijke verhuurders (2 procent). 

De meeste private verhuurders hebben een beperkte portefeuille. Zo’n 377 duizend van alle 382 duizend natuurlijke verhuurders van private huurwoningen verhuren minder dan 10 woningen. Daarvan hebben 302 duizend eigenaren slechts 1 huurwoning in bezit. Van de 39 duizend BV’s en NV’s bezitten er 35 duizend minder dan 10 huurwoningen en van de 10 duizend overige niet-natuurlijke verhuurders hebben er ruim 8 duizend maar een portefeuille van minder dan 10 woningen.

Aantal private verhuurders per 1 januari 2023, naar omvang woningportefeuille
Type verhuurderMinder dan 10 woningen (x 1 000)10 tot 50 woningen (x 1 000)Meer dan 50 woningen (x 1 000)
Natuurlijke personen377,44,60,3
BV's en NV's35,32,81,0
Overige niet-natuurlijke personen8,31,10,7
Bron: CBS, Kadaster

In Noord-Holland is 18 procent van de woningen een private huurwoning

In Noord-Holland stonden op 1 januari 2023 relatief de meeste private huurwoningen (18,4 procent), gevolgd door Groningen (17,3 procent). Opvallend is het grote aandeel huurwoningen in eigendom van natuurlijke personen in Groningen (10,4 procent). Deze zijn vooral te vinden in de gemeente Groningen. Drenthe (9,3 procent) en Flevoland (10,0 procent) hadden de laagste aandelen private huurwoningen. Flevoland kent vooral relatief weinig huurwoningen in eigendom van natuurlijke personen (4,1 procent). Wel is in Flevoland sinds 1 januari 2021 het aantal private huurwoningen met 13,4 procent het hardst gegroeid.

Aandeel private huurwoningen per 1 januari 2023
RegioNatuurlijke personen (%)BV's en NV's (%)Overige niet-natuurlijke personen (%)
Totaal Nederland6,94,72,7
Noord-Holland 8,46,73,3
Groningen 10,43,83,2
Zuid-Holland 7,15,63,3
Utrecht 6,06,03,1
Limburg 7,93,81,9
Gelderland 5,64,02,7
Noord-Brabant 6,03,72,2
Overijssel 6,53,22,1
Fryslân5,73,62,3
Zeeland 6,02,52,0
Flevoland 4,14,11,9
Drenthe 5,12,31,9
Bron: CBS, Kadaster