Nederlandse economie groeit in 2023 gering met 0,1 procent

Skyline Rotterdam
© CBS / Alrik Swagerman
De Nederlandse economie groeide in 2023 met 0,1 procent. Dat is minder dan in de twee voorgaande jaren, toen de economie sterk herstelde van de coronapandemie in 2020. De geringe groei in 2023 werd vooral gedreven door uitgaven van de overheid. Dit meldt het CBS in het jaaroverzicht van de Nederlandse economie in 2023.

De economie kan groeien doordat er meer wordt gewerkt en/of doordat werkenden meer kunnen produceren per uur. In 2023 was de groei van de economie volledig toe te schrijven aan een stijging van de werkgelegenheid. De arbeidsproductiviteit, hier berekend als het bruto binnenlands product per gewerkt uur, was 0,6 procent lager dan in 2022. Het aantal gewerkte uren nam toe met 0,7 procent. 

Bruto binnenlands product (volume), arbeidsproductiviteit en gewerkte uren
JaarBbp (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Arbeidsproductiviteit (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Gewerkte uren (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
20101,32,1-0,7
20111,60,60,9
2012-1-0,1-0,9
2013-0,10,8-0,9
20141,40,70,7
2015211
20162,2-0,22,3
20172,90,52,3
20182,4-0,32,7
20192-0,72,6
2020-3,90,1-4
20216,22,83,3
20224,30,43,9
20230,1-0,60,7

Meer overheidsuitgaven

De consumptie door de overheid had in 2023 de grootste bijdrage aan de groei. De consumptieve uitgaven van de overheid waren 3 procent hoger dan in 2022. Vooral de uitgaven van het Rijk en gemeenten en de zorgkosten waren hoger, onder meer door hogere personeelskosten. Ook de investeringen en consumptie door huishoudens groeiden. De toename van de consumptie door huishoudens viel wel terug van 6,6 procent in 2022 naar 0,4 procent in 2023.

Vaak is de buitenlandse handel een belangrijke groeimotor van Nederland. In 2023 daalde echter zowel de uitvoer als de invoer. Doordat de export sterker daalde dan de import was de bijdrage van de buitenlandse handel negatief. 

De hogere consumptie door de overheid is terug te zien in de productie van de bedrijfstak overheid, onderwijs en zorg. De toegevoegde waarde van de overheid, onderwijs en zorg groeide weliswaar niet het hardst, maar vanwege haar omvang droeg deze bedrijfstak wel het meest bij aan de groei van de economie in 2023. De daling van de uitvoer Nederlands product is terug te zien bij de industrie, waarvan de toegevoegde waarde in 2023 met 0,6 procent kromp.

Bestedingen naar categorie (volume)
Categorie2023 (% verandering t.o.v. jaar eerder)2022 (% verandering t.o.v. jaar eerder)
Bruto binnenlands product0,14,3
Invoer goederen en diensten-0,83,8
Consumptie overheid31,6
Investeringen in vaste activa1,81,8
Consumptie huishoudens0,46,6
Uitvoer goederen en diensten-1,34,5

Drie kwartalen achter elkaar krimp

De economische groei wordt gemeten door de volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Dit volume was in alle kwartalen van 2023 lager dan het niveau van het vierde kwartaal van 2022. In de eerste drie kwartalen daalde het bbp ten opzichte van een kwartaal eerder. Dat komt niet vaak voor. De laatste keer dat dit voorkwam was tijdens de kredietcrisis in 2008 en 2009. 

In het vierde kwartaal van 2023 steeg het bbp weer. Dat was echter niet genoeg om weer op het niveau van het vierde kwartaal van 2022 uit te komen, maar wel genoeg om voor het totale bbp van 2023 iets hoger uit te komen dan in 2022. 

De consumptie door de overheid was de enige bestedingscategorie die in 2023 elk kwartaal groeide. Net als het bbp krompen de consumptie door huishoudens en de uitvoer in de eerste drie kwartalen. Vooral de consumptie herstelde in het vierde kwartaal en droeg daardoor het meest bij aan de groei van het bbp in het vierde kwartaal.   

Bestedingen naar categorie (volume, seizoen- en werkdaggecorrigeerd)
   Consumptie overheid (2022-IV=100)Consumptie huishoudens (2022-IV=100)Bbp (2022-IV=100)Investeringen in vaste activa (2022-IV=100)Uitvoer (2022-IV=100)
2022vierde kwartaal100100100100100
2023eerste kwartaal100,499,699,510299,8
2023tweede kwartaal101,398,199,110298,5
2023derde kwartaal102,397,898,999,496,6
2023vierde kwartaal102,899,699,297,496,9