Sterfte aan COVID-19 verder afgenomen in 2023

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte / Patricia Rehe
De sterfte aan COVID-19 is in 2023 verder afgenomen. In de eerste zeven maanden overleden volgens de voorlopige cijfers bijna 2 duizend mensen aan deze ziekte. COVID-19 als doodsoorzaak vormt een steeds kleiner deel van de sterfte. Wel is het totaal aantal sterfgevallen in 2023 tot nu toe hoger dan verwacht wanneer er geen coronapandemie zou zijn geweest. Dat meldt het CBS.

Uit het onderzoek Oversterfte en doodsoorzaken in 2020 tot en met 2022 van het CBS, in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, blijkt onder andere dat de sterfte aan de gevolgen van een accidentele val, ziekten van de ademhalingsorganen en dementie in 2022 in verhouding hoger was dan in 2020 en 2021. Volgens de voorlopige cijfers tot en met juli zet deze trend in 2023 door.

Afwijking van verwachte sterfte, en aandeel COVID-19-sterfte
Jaar WeekAfwijking van verwachte sterfte (%)Doodsoorzaak COVID-19 in totale sterfte (%)
2020week 1-5
2020week 22
2020week 3-6
2020week 4-10
2020week 5-7
2020week 6-6
2020week 7-6
2020week 8-13
2020week 9 -8
2020week 10-60
2020week 11-11
2020week 121411
2020week 134428
2020week 146838
2020week 156840
2020week 164834
2020week 173628
2020week 181920
2020week 19615
2020week 20-110
2020week 2108
2020week 22-15
2020week 23-24
2020week 24-22
2020week 25-12
2020week 26-21
2020week 27-31
2020week 28-41
2020week 29-70
2020week 30-11
2020week 31-11
2020week 32-11
2020week 33202
2020week 3472
2020week 3531
2020week 3611
2020week 3721
2020week 3802
2020week 3955
2020week 4086
2020week 4189
2020week 421313
2020week 432019
2020week 442823
2020week 452425
2020week 462222
2020week 471220
2020week 481319
2020week 491617
2020week 501719
2020week 512324
2020week 522029
2020week 532629
2021week 012528
2021week 021527
2021week 031425
2021week 04822
2021week 05620
2021week 06319
2021week 07318
2021week 08-616
2021week 09-814
2021week 10-312
2021week 11-712
2021week 12-511
2021week 13112
2021week 14410
2021week 15511
2021week 16710
2021week 17810
2021week 1859
2021week 1968
2021week 2066
2021week 2104
2021week 2284
2021week 2342
2021week 2442
2021week 25-31
2021week 2621
2021week 2731
2021week 2851
2021week 2912
2021week 3073
2021week 3194
2021week 3254
2021week 3383
2021week 3494
2021week 3563
2021week 36143
2021week 3773
2021week 3852
2021week 39112
2021week 4092
2021week 4183
2021week 42145
2021week 43179
2021week 442112
2021week 452915
2021week 463521
2021week 474024
2021week 484425
2021week 494324
2021week 502919
2021week 511816
2021week 52 1311
2022week 0139
2022week 02-67
2022week 03-66
2022week 04-76
2022week 05-57
2022week 06-68
2022week 07-29
2022week 08-28
2022week 09-57
2022week 1019
2022week 11911
2022week 121311
2022week 131310
2022week 14178
2022week 15176
2022week 1695
2022week 1784
2022week 1892
2022week 1992
2022week 2082
2022week 2141
2022week 2261
2022week 2361
2022week 2492
2022week 25142
2022week 26135
2022week 2784
2022week 28125
2022week 29156
2022week 30146
2022week 3195
2022week 32104
2022week 33143
2022week 34133
2022week 35102
2022week 3682
2022week 3732
2022week 3892
2022week 39153
2022week 40175
2022week 41166
2022week 42177
2022week 43145
2022week 44103
2022week 4583
2022week 4682
2022week 47132
2022week 48122
2022week 49183
2022week 50273
2022week 51314
2022week 52274
2023week 01214
2023week 02143
2023week 0383
2023week 04-12
2023week 0542
2023week 06-12
2023week 0722
2023week 0803
2023week 0924
2023week 10125
2023week 11104
2023week 12104
2023week 1373
2023week 1463
2023week 1512
2023week 1681
2023week 17-11
2023week 1841
2023week 1941
2023week 2021
2023week 2151
2023week 2221
2023week 23101
2023week 24150
2023week 2580
2023week 2650

Minder samenhang oversterfte en COVID-19-sterfte

Het aantal sterfgevallen in de eerste zeven maanden van 2023 was 7 duizend hoger dan verwacht wanneer er geen COVID-19-pandemie zou zijn geweest. Deze oversterfte was hoger dan de 2 duizend overledenen door COVID-19. Dat was in 2022 ook het geval, met een oversterfte van 14,5 duizend en 8,2 duizend overledenen aan COVID-19. Het aandeel van COVID-19 in de totale sterfte, en de samenhang met de oversterfte, is in 2023 verder afgenomen.

In 2022 groter aandeel overlijdens accidentele val, dementie en ziekten van ademhalingsorganen

Het aandeel COVID-19 overledenen was in 2022 meer dan gehalveerd ten opzichte van 2021. Het aandeel overlijdens aan ziekten van de ademhalingsorganen (longontsteking en COPD) en dementie nam toe. Ook het aandeel overlijdens aan een accidentele val neemt de laatste jaren ieder jaar toe.

De meest voorkomende (onderliggende) doodsoorzaken in de afgelopen drie jaar zijn dementie, beroerte, hartfalen, longkanker, COVID-19, COPD, borstkanker (bij vrouwen), prostaatkanker (bij mannen), accidentele val, ischemische hartziekten, dikkedarm-/rectumkanker, en longontsteking. Deze doodsoorzaken waren jaarlijks verantwoordelijk voor ongeveer de helft van alle overlijdens. Bij vrouwen zijn de drie meest voorkomende doodsoorzaken in 2022 dementie, beroerte en hartfalen; bij mannen is dit longkanker, dementie en ischemische hartziekten.

Meest voorkomende doodsoorzaken, vrouwen
Doodsoorzaak2022 (%)2021 (%)2020 (%)
Dementie12,211,211,5
Beroerte6,06,05,9
Hartfalen5,34,94,7
Longkanker5,35,35,2
COVID-194,310,311,1
COPD4,23,33,2
Accidentele val3,93,53,3
Ischemische
hartziekten
3,63,43,5
Borstkanker3,63,63,6
Dikkedarm-/
rectumkanker
2,52,42,7
Longontsteking2,11,51,7

Meest voorkomende doodsoorzaken bij mannen
Doodsoorzaak2022 (%)2021 (%)2020 (%)
Longkanker6,66,46,7
Dementie6,65,86,1
Ischemische
hartziekten
5,95,75,8
COVID-195,412,512,8
Beroerte4,74,44,5
Hartfalen4,13,93,7
COPD3,73,33,5
Prostaatkanker3,73,53,6
Dikkedarm-/
rectumkanker
2,92,92,8
Accidentele val2,52,12,1
Longontsteking2,01,51,6

CBS gaat over naar de reguliere statistieken over sterfte en doodsoorzaken van voor corona

Er overleden in 2023 veel minder mensen aan COVID-19 dan in de voorgaande jaren. In de eerste jaren van de pandemie kon het CBS nog goed genoeg berekenen hoeveel mensen naar verwachting wekelijks zouden overlijden. Dat is door de kleine wekelijkse aantallen veel lastiger geworden. Een beschrijving over een langere periode dan een week geeft een beter beeld van de sterfteontwikkeling dan met de wekelijkse CBS-sterftemonitor.

De wekelijkse sterftemonitor van het RIVM wordt, net als voor de pandemie, weer de belangrijkste bron voor het in de gaten houden van mogelijke wekelijkse oversterfte in Nederland. Het CBS levert hiervoor de gegevens aan het RIVM. Daarnaast blijft het CBS de sterfte met de reguliere Sterfte- en Doodsoorzakenstatistiek in kaart brengen en waar nodig (bij opvallende ontwikkelingen) nader onderzoeken. Meer hierover staat in het artikel CBS gaat over naar reguliere statistieken over sterfte en doodsoorzaken van voor corona.