Aantal werklozen met WW-uitkering in laatste twee jaar afgenomen

© Hollandse Hoogte / Peter Hilz
In het derde kwartaal van 2022 ontving 1 op de 9 werklozen een werkloosheidsuitkering. Dat is aanzienlijk minder dan voorheen. In hetzelfde kwartaal twee jaar geleden ging het nog om 1 op de 5. Dit meldt het CBS op basis van cijfers over de arbeidsparticipatie en binding met de arbeidsmarkt.

In het derde kwartaal van 2020, het eerste jaar van de coronapandemie, bereikte zowel het aantal werklozen als het aantal WW-ontvangers een piek. Daarna daalden die aantallen zeven kwartalen achtereen. In het derde kwartaal van dit jaar steeg het aantal werklozen voor het eerst weer, naar 366 duizend. Het aantal personen dat een WW-uitkering ontving daalde verder naar 145 duizend. Van de 366 duizend werklozen ontvingen 40 duizend een WW-uitkering. Dat komt neer op 11 procent, oftewel 1 op de 9.

Verdeling werklozen en WW-ontvangers en overlap tussen beide groepen, 3e kwartaal 2022Verdeling werklozen en WW-ontvangers en overlap tussen beide groepen, 3e kwartaal 2022 Werklozen zonder WW (326 dzd) WW-ontvangers werklozen met WW (40 dzd) niet werkloos (105 dzd) Verdeling werklozen en WW-ontvangers en overlap tussen beide groepen, zonder WWWerklozenWW-ontvangers(326 dzd)(40 dzd)(105 dzd)werklozen met WWniet werkloos3ekwartaal 2022

Niet altijd recht op uitkering

Dat het aantal werklozen hoger ligt dan het aantal personen met een WW-uitkering komt doordat niet iedereen die volgens de definitie van de International Labour Organization (ILO) werkloos is recht heeft op een uitkering. Wie nog niet lang genoeg heeft gewerkt kan geen aanspraak maken op WW. Verder geldt er een maximale uitkeringsduur, zodat het recht op een uitkering na verloop van tijd vervalt. En werklozen die eerder werkten als zelfstandige of zelf ontslag hebben genomen, komen er niet voor in aanmerking.

Overigens tellen ook niet alle ontvangers van een WW-uitkering mee in het aantal werklozen. Iemand die is ontslagen uit een voltijdbaan en weer aan de slag is gegaan in een deeltijdbaan kan bijvoorbeeld een aanvullende WW-uitkering krijgen.

Minder baanverliezers met recht op WW-uitkering

In de afgelopen twee jaar verloren minder mensen met recht op een WW-uitkering hun baan. Het aantal werklozen met een WW-uitkering nam daardoor naar verhouding sterker af dan het aantal werklozen zonder WW-uitkering. Daardoor ging het aantal werklozen met WW een steeds kleiner deel uitmaken van het totaal. Was dat twee jaar geleden nog 21 procent, in het derde kwartaal van 2022 ging het om 11 procent.

Werkloze beroepsbevolking (15 tot 75 jaar) met en zonder WW-uitkering
   Werkloos zonder WW (x 1 000)Werkloos met WW (x 1 000)
2018 1e kwartaal387117
2018 2e kwartaal361101
2018 3e kwartaal34792
2018 4e kwartaal34487
2019 1e kwartaal35892
2019 2e kwartaal32887
2019 3e kwartaal33379
2019 4e kwartaal34572
2020 1e kwartaal34466
2020 2e kwartaal36199
2020 3e kwartaal403106
2020 4e kwartaal378103
2021 1e kwartaal360104
2021 2e kwartaal33283
2021 3e kwartaal32069
2021 4e kwartaal30658
2022 1e kwartaal30650
2022 2e kwartaal28743
2022 3e kwartaal32640

In derde kwartaal vooral meer werkloze jongeren zonder WW-uitkering

In het derde kwartaal van 2022 nam het aantal werklozen weer toe. Vooral het aantal werklozen zonder WW-uitkering viel hoger uit, zowel ten opzichte van het vorige kwartaal als ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het ging vooral om jonge werklozen van 15 tot 35 jaar.

Ruim de helft van WW-ontvangers had betaald werk

Ten opzichte van het derde kwartaal van 2020 is het aantal mensen met een WW-uitkering gehalveerd, van 294 duizend naar 145 duizend. Van die 145 duizend WW-ontvangers waren er 40 duizend werkloos. Ruim de helft van alle WW’ers had betaald werk en werd tot de werkzame beroepsbevolking gerekend. De rest, 30 duizend, behoorde niet tot de beroepsbevolking. Dat wil zeggen dat ze niet op korte termijn beschikbaar waren voor betaald werk en/of daar niet naar zochten.

WW-ontvangers naar arbeidspositie
 OnderwerpWerkzame beroepsbevolking (x 1 000)Werkloze beroepsbevolking (x 1 000)Niet-beroepsbevolking (x 1 000)
2018 1e kwartaal19411757
2018 2e kwartaal19310158
2018 3e kwartaal1749263
2018 4e kwartaal1778752
2019 1e kwartaal1659251
2019 2e kwartaal1628754
2019 3e kwartaal1487947
2019 4e kwartaal1267236
2020 1e kwartaal1316639
2020 2e kwartaal1399951
2020 3e kwartaal14910640
2020 4e kwartaal13610336
2021 1e kwartaal11610449
2021 2e kwartaal1208347
2021 3e kwartaal1026948
2021 4e kwartaal985841
2022 1e kwartaal965035
2022 2e kwartaal844329
2022 3e kwartaal754030