Geluk en tevredenheid

Sinds 1974 meet het CBS subjectief welzijn onder de Nederlandse bevolking, met vragen naar tevredenheid en geluk (Van Beuningen, 2016; Van Beuningen, 2018). Van 1997 tot 2011 heeft het CBS welzijn gemeten in het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS). Door verschillen in de onderzoeksopzet en de vraagstellingen tussen POLS en S&W zijn de onderzoeksresultaten niet goed vergelijkbaar. Daardoor was het tot nu toe niet mogelijk om lange trends voor geluk en tevredenheid met het leven te publiceren. In 2018 heeft het CBS de uitkomsten van beide onderzoeken vergelijkbaar gemaakt, waardoor het nu wel mogelijk is om de ontwikkelingen in subjectief welzijn vanaf 1997 te laten zien. Dit is niet alleen uitgevoerd op het niveau van de totale, volwassen bevolking, maar ook voor indelingen naar geslacht, leeftijd, hoogst behaald onderwijsniveau en migratieachtergrond.
Sinds 2013 worden de vragen naar geluk en tevredenheid uitgevraagd in de enquête Sociale samenhang en Welzijn (SSW). De respondenten wordt gevraagd aan te geven op een schaal van 1 tot 10 in welke mate ze zichzelf een gelukkig mens vinden en in welke mate ze tevreden zijn met het leven dat ze nu leiden. Bij een score van 7 of hoger wordt iemand beschouwd als gelukkig of tevreden, een score van 5 of 6 betekent “niet gelukkig, niet ongelukkig” of “niet tevreden, niet ontevreden” en bij een score van 1 tot en met 4 wordt iemand als ongelukkig of ontevreden gecategoriseerd.
De concepten geluk en tevredenheid meten elk iets anders. Geluk heeft te maken met het gevoel van mensen, terwijl tevredenheid meer gaat over rationaliteit (Diener, Suh, Lucas en Smith, 1999).