Verschillen met de Veiligheidsmonitor

Het onderzoek Digitale Veiligheid & Criminaliteit heeft als hoofddoel om het slachtofferschap van cybercrime onder burgers zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen. Vanuit deze doelstelling is voor het pilotonderzoek een veel bredere en gedetailleerdere set vragen voor het meten van slachtofferschap van digitale criminaliteit ontwikkeld dan in de Veiligheidsmonitor. Anders dan in de Veiligheidsmonitor wordt in het pilotonderzoek aan respondenten eerst gevraagd of ze de afgelopen 5 jaar slachtoffer zijn geweest van online delicten. Daarna pas wordt de vraag gesteld of dit ook in de afgelopen 12 maanden het geval was. Hiermee wordt de kans op telescoping (het in de tijd ten onrechte naar voren halen van gebeurtenissen) kleiner. Daarnaast is er gedetailleerder ingegaan op verscheidene vormen van oplichting/fraude. Ook is de vraagstelling over online aan- en verkoopfraude verbeterd. Over het hacken van computerapparatuur of accounts is meer gedetailleerde informatie verzameld. Hierdoor is een betere afbakening van het slachtofferschap van deze delictsvorm mogelijk. Verder is dieper ingegaan op interpersoonlijke online incidenten zoals stalken, bedreigen etc. Waar nodig, is in de vragenlijst gebruik gemaakt van open vragen, zodat respondenten eigen antwoorden konden formuleren en zaken konden aandragen.