Verkeersdoden
Een overledene wordt niet als verkeersdode geteld wanneer: het ongeval zich voordoet op een plaats die niet opengesteld is voor openbaar rijverkeer en ander verkeer; het ongeval zich voordoet op een gedeelte van een trein- of trambaan die geen deel uitmaakt van de openbare weg en uitsluitend gebruikt kan worden door een trein of een tram; het slachtoffer 30 dagen of meer na het ongeval overlijdt; de overledene al als slachtoffer van moord of van zelfdoding is geteld.
Van de 613 verkeersdoden in 2017 waren 44 personen niet in Nederland ingeschreven. Dit zijn bijvoorbeeld buitenlanders die voor werk of vakantie aan het verkeer in Nederland deelnemen.
Voor de vaststelling van het aantal dodelijke verkeersslachtoffers in Nederland zijn gegevens uit drie bronnen gecombineerd: gegevens uit doodsoorzaakformulieren die zijn ingevuld door een arts, uit dossiers van arrondissementsparketten en uit ongevalsrapporten die door de politie zijn opgemaakt. Door deze bronnen te koppelen en te integreren, kunnen eventueel ontbrekende gegevens in de afzonderlijke bestanden worden aangevuld.
De resultaten van deze integratieve benadering van het aantal verkeersdoden zijn beschikbaar vanaf het kalenderjaar 1996. Reeksen met cijfers uit eerdere jaren zijn verkrijgbaar bij Rijkswaterstaat, onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Deze tijdreeksen zijn uitsluitend gebaseerd op ongevalsrapporten die door de politie zijn opgemaakt.