Naturalisatie

Het Nederlanderschap door naturalisatie kan worden verleend aan niet-Nederlanders die daar om verzoeken en die meerderjarig zijn (zelfstandige naturalisatie). Minderjarige kinderen delen in de naturalisatie van de ouder(s) (medenaturalisatie). Minderjarigen van twaalf jaar en ouder hebben daarbij inspraak. Wil het kind niet worden genaturaliseerd, dan zal dat ook niet gebeuren.
Wie genaturaliseerd wil worden moet aan enkele voorwaarden voldoen. Zo moet hij of zij ten minste vijf jaar (drie jaar indien er sprake is van een huwelijk met een Nederlandse of Nederlander) onmiddellijk voorafgaand aan het verzoek in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba hebben gewoond en ingeburgerd zijn. Sinds 1 april 2003 wordt dit bepaald door een naturalisatietoets (Besluit naturalisatietoets van 15 april 2002). De toets sluit aan bij niveau 2 van de inburgeringtoets die wordt gebruikt in de Wet Inburgering Nieuwkomers. Wie al een inburgeringtraject op niveau 2 of hoger heeft afgelegd en wie een ruime Nederlandse schoolervaring heeft, is van de toets vrijgesteld.