Veel rokers onder twintigers

Meisje van 18 jaar rookt haar eerste sigaret.
© ANP
Het percentage Nederlanders dat aangeeft wel eens te roken is het hoogst onder twintigers. Onder hen bevinden zich echter minder dagelijkse en zware rokers dan onder oudere rokers. 74 procent van de rokers rookt dagelijks en 15 procent rookt twintig sigaretten per dag of meer, blijkt uit de Leefstijlmonitor van het CBS, het RIVM en het Trimbos-instituut.

 
Nederlanders van 12 jaar en ouder die roken, naar leeftijd en geslacht, 2015
 
Totaal24,6
12 tot 161,3
16 tot 2024,4
20 tot 3038,1
30 tot 4030,1
40 tot 5026
50 tot 5527,8
55 tot 6526,3
65 tot 7517,7
75 jaar of ouder8,4
Man28,1
Vrouw21,2

Drie kwart Nederlandse rokers rookt dagelijks

Een kwart van de Nederlanders van 12 jaar en ouder gaf in 2015 aan wel eens te roken. Drie kwart van die rokers stak dagelijks een sigaret, sigaar of pijp op. Het hoogste percentage rokers (ruim 38 procent) was te vinden in de leeftijdsgroep tussen de 20 tot 30 jaar. Meer dan 60 procent van de rokers in deze leeftijdscategorie zei dagelijks te roken. In de leeftijdsgroepen boven de 30 was het percentage rokers kleiner, maar 75 tot 85 procent rookte dagelijks. Van alle rokers gaven jongeren tussen de 16 en 20 jaar het minst vaak op dagelijks te roken.


Van de rokers was 15 procent in 2015 een zware roker; hij of zij rookte 20 of meer sigaretten per dag. In de leeftijdsgroep van 50 tot 55 jaar was het hoogste percentage zware rokers te vinden. Bijna een kwart van de rokers in deze groep verstookte 20 of meer sigaretten per dag. Onder jongeren tussen de 16 en 20 jaar en onder twintigers was minder dan 10 procent een zware roker. Het aandeel zware rokers is sinds 2001 bijna gehalveerd.

Dagelijkse en zware rokers naar leeftijd en geslacht, 2015
 Dagelijkse rokerZware roker
Totaal7415,3
16 tot 20 55,16,1
20 tot 30 60,18,2
30 tot 40 75,217,9
40 tot 50 77,118
50 tot 5579,323,4
55 tot 65 84,718,3
65 tot 75 81,718

Bijna kwart bevolking EU rookt dagelijks

Van alle inwoners van de EU van 15 jaar en ouder in 2012 rookte 23 procent dagelijks. Het laagste percentage rokers was te vinden in Zweden (13 procent). Griekenland kende met 39 procent de meeste inwoners die roken. In alle EU-landen nam het percentage dagelijkse rokers tussen 2002 en 2012 af. In de noordelijke landen (Denemarken, Zweden, IJsland, Noorwegen) en in Nederland en Luxemburg was de daling het sterkst.

Inwoners van 15 jaar en ouder die dagelijks roken, 2012
 
Zweden 13,1
IJsland13,8
Noorwegen16
Denemarken17
Finland17
Luxemburg17
Nederland18,4
Portugal18,6
Verenigd Koninkrijk19,1
Malta19,2
Slowakije19,5
Zwitserland20,4
Slovenië20,5
België20,5
Roemenië20,5
Litouwen21,8
Duitsland21,9
Italië22,1
EU2822,8
Tjechië22,9
Oostenrijk23,2
Polen23,8
Turkije23,8
Spanje23,9
Ierland24
Frankrijk24,1
Cyprus25,9
Estland26
Servië26,2
Hongarije26,5
Letland27,9
Bulgarije29,2
Montenegro31
Kroatië35
Griekenland38,9

Roken vooral in voormalige Oost-Europese landen een ‘mannending’

In vrijwel alle Europese landen zijn er meer rokers onder mannen dan onder vrouwen. In landen als Letland, Roemenië, Cyprus, Bulgarije en Turkije is het verschil groot en roken dus echt een ‘mannending’. In IJsland, Denemarken, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk is het aantal rokers meer evenredig verdeeld over de twee seksen. In Zweden en Noorwegen roken zelfs evenveel mannen als vrouwen.

Op 31 mei is het Internationale Anti-Tabaksdag, deze dag is uitgeroepen door de World Health Organisation (WHO)