Daklozen

Dit onderzoek richt zich op de populatie feitelijk daklozen tussen de 18 en 65 jaar. Dit zijn mensen die slapen in de open lucht, in overdekte openbare ruimten, zoals portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto, of binnen slapen in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang en eendaagse noodopvang, of op niet-structurele basis bij vrienden, kennissen of familie, zonder vaste verblijfplaats.

Onderzoeksopzet
Het totaal aantal daklozen in Nederland is geschat op basis van een drietal registers van daklozen en een bijschatting van dit aantal aan de hand van de zogenoemde capture-recapture benadering. Deze methode komt uit de biologie, waar ze wordt toegepast om door middel van herhaalde steekproeven, de populatieomvang van bepaalde diersoorten te schatten. In plaats van steekproeven wordt gebruik gemaakt van registers. De overlap tussen de registers wordt als hervangst opgevat.
Om tot de totale schatting te komen zijn statistische modellen gebruikt waarbij de volgende achtergrondkenmerken meegenomen zijn: geslacht, leeftijd, herkomst en verblijfplaats. De verdeling van deze kenmerken is dus gebaseerd op verdeling in de totale (geschatte) populatie daklozen (ruim 27 duizend). De cijfers voor de variabele burgerlijke staat zijn gebaseerd op de geobserveerde verdeling in de registraties, dus zonder de bijschatting/ophoging. Omdat het gaat om een schatting moet rekening worden gehouden met een marge. De schattingen over 2010 tot en met 2012 zijn niet geheel vergelijkbaar met de schatting over 2009, vanwege verbeterde registraties in de laatste drie jaar.  

Bronnen
CBS, WWB uitkeringen volgens het besluit adreslozen (peildatum 1 januari van het rapportagejaar)
CBS, gekoppeld register adressen opvangvoorzieningen en GBA (peildatum 1 januari van het rapportagejaar)
Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ), Landelijk Alcohol en Drugs Informatiesysteem (LADIS; peildatum 1 januari van het rapportagejaar)