Bedrijven met buitenlandse moeder hebben hogere arbeidsproductiviteit

De gemiddelde arbeidsproductiviteit van Nederlandse bedrijven in buitenlandse handen ligt fors hoger dan die bij de andere Nederlandse bedrijven. De toegevoegde waarde van bedrijven met een buitenlandse moeder is bijna 90 duizend euro per werknemer, bij de andere bedrijven is dat ruim 54 duizend.

Grote verschillen arbeidsproductiviteit

Er zijn echter grote verschillen in arbeidsproductiviteit tussen de herkomstlanden van de buitenlandse eigenaar. Voor bedrijven met een moeder in Noord Amerika (USA en Canada) is de arbeidsproductiviteit met 117,3 duizend het hoogst, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk met gemiddeld 102,0 duizend. Het gemiddelde in de EU-landen ligt op 82,8 duizend en dat van de rest van de wereld op 77,1 duizend.

De belangrijkste verklaring voor het verschil in arbeidsproductiviteit is dat buitenlandse concerns hun staf en onderzoekspersoneel vaak in hun hoofdvestiging concentreren. Als gevolg hiervan lijken bedrijven in buitenlandse handen productiever.

Arbeidsproductiviteit per werknemer, naar hoofdkantoor moeder, 2007

Arbeidsproductiviteit per werknemer, naar hoofdkantoor moeder, 2007

Verschillen per bedrijftak

In de maakindustrie is de arbeidsproductiviteit het hoogst. Dit komt doordat er veel kapitaalintensieve bedrijven voorkomen, zoals raffinaderijen en elektriciteitsbedrijven. Bedrijven van Noord-Amerikaanse afkomst halen in de maakindustrie een toegevoegde waarde per werknemer van 168,3 duizend euro. Dit is twee keer zoveel als bij Nederlandse bedrijven in deze sector.

De arbeidsproductiviteit van de Nederlandse dochters van Noord-Amerikaanse bedrijven is zo hoog, omdat ze groter zijn dan andere buitenlandse bedrijven. Hierdoor kunnen ze meer profiteren van schaalvoordelen.

Ook in de andere bedrijfstakken is de Noord-Amerikaanse arbeidsproductiviteit hoger door schaalvoordelen. Een uitzondering is de bedrijfstak verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen en zakelijke dienstverlening, waar de toegevoegde waarde per werknemer van 46,4 duizend vrijwel gelijk is aan de Nederlandse waarde (46,0 duizend). De waarde in deze branches is relatief laag omdat er veel parttimers werken. Hierdoor daalt de arbeidsproductiviteit per werknemer.

Arbeidsproductiviteit per werknemer naar regio en bedrijfstak, 2007

Arbeidsproductiviteit per werknemer naar regio en bedrijfstak, 2007

Hub Beunen en Maartje Kessels

Bron: Internationalisation Monitor 2009