Duurzame energie

Duurzame energie wordt opgewekt met windenergie, waterkracht, zonne-energie, omgevingsenergie en de inzet van biomassa. Deze duurzame energie komt beschikbaar in de vorm van elektriciteit, warmte en gas. Het gebruik van duurzame energiebronnen vermijdt de inzet van conventionele energiedragers, zoals aardgas en steenkool.

De import van groene stroom telt niet mee bij het duurzame energieverbruik, omdat er geen afspraken zijn met de leverende landen om eenzelfde hoeveelheid duurzame energie van het eigen duurzame energieverbruik af te trekken. De berekening van de hoeveelheid geproduceerde duurzame energie is uitgevoerd volgens de methodiek van het Protocol Monitoring Duurzame Energie (SenterNovem, 2006).

Voor 2010 streeft de Nederlandse overheid naar 5 procent duurzame energie. Deze doelstelling wordt genoemd in de Derde Energienota uit 1995 en herhaald in het laatste energierapport van het Ministerie van Economische Zaken uit 2005. De huidige regering heeft de oorspronkelijke doelstelling voor 2020 verhoogd van 10 procent duurzame energie naar 20 procent. In januari 2008 heeft de Europese Commissie een wetsvoorstel gepubliceerd, met bindende percentages duurzame energie per land in 2020. In dit voorstel wordt voor Nederland 14 procent voorgesteld. De Europese berekeningswijze wijkt overigens af van de nationale berekeningswijze.