Wijzigingen in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen
Vanaf 1 januari 2008 is de Wet Schuldsaneringen Natuurlijke Personen (WSNP) gewijzigd. Waar voorheen iedereen werd toegelaten tot de WSNP tenzij één van de afwijzingsgronden van toepassing was, laat een rechter nu alleen schuldenaren toe van wie aannemelijk is dat zij voldoen aan de toelatingscriteria.
Eén van die criteria is dat een schuldenaar eerst via een zogeheten minnelijke regeling een oplossing voor zijn schuldenproblematiek heeft moeten zoeken. Dit traject moet zijn begeleid door een daartoe bevoegde instelling voor schuldhulpverlening. Daarnaast mogen schulden in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek niet zijn ontstaan door fraude, misdrijven of onverantwoord bestedingsgedrag.
Een schone lei geldt sinds 1 januari 2008 niet voor schulden die voortvloeien uit misdrijven. Openstaande strafboetes of schadevergoedingen herleven na afloop van de schuldsanering.
Een andere wijziging is dat de schuldenaar bij zijn verzoekschrift tot toepassing van de WSNP de rechtbank kan vragen één of meerdere weigerachtige schuldeisers te dwingen mee te werken aan een minnelijk akkoord. Verder kan de schuldenaar een voorlopige voorziening aanvragen voor bedreigende schulden, voorafgaand aan een dwangakkoord en/of toepassing van de WSNP. Gedurende die afkoelingsperiode kan de schuldenaar alsnog proberen om een buitengerechtelijke regeling te treffen. Door deze instrumenten is het minnelijke schuldhulpverleningstraject versterkt.