Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie behandelt strafzaken. Deze zijn niet alleen gebaseerd op het Wetboek van Strafrecht, maar ook de Wegenverkeerswet, de Wet op de Economische Delicten, de Opiumwet en de Wet Wapens en Munitie.

Onder strafzaken vallen alle zaken die gaan om misdrijven. Overtredingen worden hier niet meegeteld.

Het Openbaar Ministerie kan strafzaken op twee manieren afhandelen. Het OM kan de zaak zelf afdoen, of de zaak via een dagvaarding voorleggen aan de rechter. In dat geval is een zaak niet beëindigd, maar zal de rechter zich erover buigen.

In het geval dat het OM een zaak zelf afhandelt, zijn er verschillende mogelijkheden. Het OM kan de verdachte een transactie aanbieden, zoals een boete of een leer- of werkstraf. In dat geval wordt een verdachte niet verder vervolgd. Verder kan het OM de zaak voegen bij een andere zaak, de zaak overdragen aan de afdeling rechtbankzaken van een ander parket of de zaak seponeren.

Een sepot is een beslissing van het Openbaar Ministerie waarbij het afziet van vervolging van een geconstateerd strafbaar feit.

Bij een technisch sepot ziet het OM af van vervolging omdat het van mening is dat vervolging niet tot een veroordeling zal leiden (bijvoorbeeld omdat voldoende bewijs ontbreekt of omdat het feit of de verdachte niet strafbaar is).

Bij een beleidssepot ziet het OM af van vervolging op grond van het algemeen belang. Om verschillende redenen kan voor een beleidssepot worden gekozen. Bijvoorbeeld in het geval een slachtoffer medeschuldig is of als de verdachte het slachtoffer schadeloos heeft gesteld en de relatie tussen het slachtoffer en de dader is hersteld.